‘Ik heb een totaal schizofrene filmsmaak,’ zegt Jeroen Scholten van Aschat (1987) als we hem vragen van wat voor films hij houdt. ‘Als je Judd Apatow tegenover Fellini zet, hoe rijmt dat? Dat weet ik zelf ook niet, eigenlijk.’ Als scenarist is Jeroen in ieder geval niet bang om zijn uiteenlopende interesses vrij spel te geven: dit jaar draaien er twee (!) compleet verschillende door hem geschreven speelfilms in de filmtheaters: het poëtische Nocturne (nu te zien) en komedie De Libi (te zien vanaf 13 juni). Hoe is dat zo gekomen?
Blikvangers
Scenarist Jeroen Scholten van Aschat: ‘Soms kom je uit de zaal en denk je: die wereld waar ik net was, die was véél magischer.’

In Blikvangers praten we in samenwerking met VERS met de nieuwe makers van Cineville over hun werk en hun filmliefde. Voor deze editie gingen we op bezoek bij scenarist Jeroen Scholten van Aschat (Nocturne, De Libi) en hadden we het over vallende sinaasappels, de Jimmy Woo en goed gaan op The Big Lebowski.

De Libi
Het is saai op school en Bilal (Bilal El Mehdi Wahib), Gregg (Daniël Kolf) en Kevin (Oussama Ahammoud) hebben een missie: feesten in de Jimmy Woo.
Met een acteur als vader (Gijs Scholten van Aschat) en een DVD-collectie vol Twin Peaks en Alex van Warmerdam was film er bij Jeroen thuis eigenlijk altijd al. Maar pas toen hij in de collegebanken van de UvA merkte dat hij liever verhalen wilde verzinnen dan luisteren naar de professor, kwam hij bij de combinatie film en schrijven uit. Na zijn bachelorscriptie Psychologie begon hij zijn dagdromen in korte verhalen en scenario's uit te werken: ‘Ik weet nog dat ik dacht: als ik dit kan doen als vak, dan is dat is het leukste wat er is.’
Op de Filmacademie werd Jeroen naar eigen zeggen pas écht verliefd op film. Maar na zijn afstuderen voelde hij zich net een kuiken dat vers uit het ei gekropen was: ‘Ik kon voor mijn gevoel nog helemaal niks. Ik wist nog niet wie ik als schrijver was, of wat ik wilde. Ik besloot: ik ga gewoon zoveel mogelijk meters maken en zoveel mogelijk verschillende projecten doen. En dan zie ik na vijf jaar wel waar ik sta.’
Ik denk dat ik nog nooit zo hard heb gelachen bij het schrijven als bij De Libi
Dat moment is nu aangebroken. Hij heeft de afgelopen jaren een portfolio van radicaal verschillende verhalen opgebouwd. Op het eerste gezicht verschillen bijvoorbeeld Nocturne en De Libi als dag en nacht - de eerste is een filosofisch-filmisch experiment op 16mm, de tweede een coming-of-age-film voor een groot, jong publiek. Toch zijn er ook overeenkomsten: de films stromen over van de energie en ambitie, en gaan allebei over vrijheid en erachter komen wie je bent en wil zijn. Dat ze nu vrijwel tegelijk in de bioscoop te zien zijn is een droom die uitkomt, zegt Jeroen: ‘Je verhaal aan de wereld laten zien maakt je natuurlijk super kwetsbaar, maar het levert ook de mooiste momenten op. Als je compleet achter je film staat mag iedereen zijn mening hebben.’
Hij deelt zijn ervaringen met de regisseurs, die allebei meeschreven aan de scenario’s. Nocturne schreef Jeroen samen met Viktor van der Valk en De Libi met Shady El-Hamus. ‘Ik zie de regisseur als de auteur van een film, als scenarist leg je met het script de blauwdruk. Dat betekent dat je je soms dienstbaar moet kunnen opstellen om het verhaal te vinden dat past in de filmtaal die de regisseur zoekt. En daarbij; bij zo’n film als De Libi is het zó leuk om samen te schrijven. Ik denk dat ik nog nooit zo hard heb gelachen bij het schrijven als bij die film.’

The Big Lebowski
Met dit onvermoede meesterwerk zetten de Coens bowlen, action painting en B-porno in een geheel nieuw daglicht.
Fuck it, let’s go bowling
‘Mijn favoriete komedie? Sowieso The Big Lebowksi. Die is heel grappig, maar ook filosofisch. De dialogen van de Coen Brothers zijn zó goed en precies. Iedere stotter staat in het script. En de zwarte humor en het falen van mensen relativeert de zwaardere thema's. Ik heb best wel wat geblowd toen ik puber was, dus ik ging wel goed op Walter, de beste vriend van The Dude, die zegt ‘fuck it, let’s go bowling’. Met de flow meegaan, niet te geforceerd iets willen najagen, dat sprak me toen heel erg aan. Ik ben altijd wel een denker geweest, en soms, als een film me confronteert met mezelf of de wereld om me heen, dan kan ik er te veel in blijven hangen. Een fascinerende film als Funny Games van Michael Haneke kruipt zó onder m'n huid dat ik er misselijk van wordt. Misschien heb ik daartegenover komedie ook nodig om lucht in het leven te blazen, en alles te relativeren.’

Biechten met Fellini
‘Op de Filmacademie zag ik voor het eerst Federico Fellini’s Otto e mezzo. Het is een super eerlijke en pijnlijke film over een egocentrische zoektocht, waarin je ook de bouwstenen ziet waaruit het hoofdpersonage gemaakt is - hoe hij is gevormd door zijn jeugd en door de kerk, door schuld en schaamte. Aan het eind zit een monoloog en daarin zit voor mij de kracht van film. Je bent de hele film al onderdeel geweest van de twijfels en gedachten van het hoofdpersonage over film en het leven, maar in die scène spreekt hij ze voor het eerst uit. Hij heeft de hele film een hoed op, dé Fellini-hoed, en hij doet die hele monoloog voorovergebogen, waardoor je zijn gezicht niet ziet. Alsof hij aan het biechten is, alsof hij zich verstopt achter een gordijntje. Het personage durft de kijker niet eens aan te kijken omdat hij zich zo schaamt.’
Ik zie een sinaasappel rollen, maar ik voel een jongen vallen. Dat is film voor mij
De sinaasappels uit Shoplifters
‘Fellini durft een verhaal groots te vertellen, maar ik vind het ook mooi als dat juist met hele kleine dingen wordt gedaan. In Shoplifters van Hirokazu Kore-Eda bijvoorbeeld zit een scène waar ik ook de kracht van de film in zie. Een jongen wordt betrapt van winkeldiefstal en rent weg. Bij een brug kan hij geen kant op. Uiteindelijk springt hij naar beneden, maar je ziet hem niet neerkomen: je ziet zijn tas vallen en de sinaasappels die over straat rollen. Zo’n beeld kan dan zó emotioneel zijn, en ook poëtisch: ik zie een sinaasappel rollen, maar ik voel een jongen vallen. Dat is film voor mij. In een scenario probeer ik los van het verhaal ook altijd te zoeken naar hoe ik een emotie in een beeld kan vangen.’

Nocturne
Waarin filmmaker Alex, een hopeloze romanticus, zwervend door de nacht op zoek gaat naar de essentie van zijn film.
Niet zo rigide
‘Het uitgangspunt van Nocturne was dat Viktor en ik een jongen wilden laten zien die worstelt met de realiteit. We hadden het steeds over de realiteit vóór de ogen en de realiteit áchter de ogen. Soms leef je beter of liever in de realiteit achter je ogen, omdat de realiteit voor je ogen te pragmatisch of banaal kan zijn. Otto e mezzo was één van de inspiratiebronnen voor Nocturne, maar ook een maker als Jean-Luc Godard. Die vrijheid, het plezier van het maken, daar heb ik echt bewondering voor. Die gast durfde echt veel! En waarom ook niet? Het hoeft allemaal niet zo rigide. Je mag best wel wat risico nemen, kijken wat er gebeurt.’

Een komedie? Hoe dan?
‘Voor Shady was het nieuw om een komedie als De Libi te maken. Zijn films hiervoor waren serieuzer. Ik weet nog dat hij hier aan de keukentafel zat en zei ‘Ga ik een komedie maken?! Hoe dan?!’ Terwijl Shady echt fucking grappig is. Hij heeft precies de energie van de film, net als de hoofdrolspeler Bilal. Shady en ik zijn De Libi begonnen vanuit die energie, vanuit positiviteit en honger voor het leven. Het is een vrolijke film, vol lucht en licht. We hopen dat zoveel mogelijk jonge mensen ‘m gaan zien, want we hebben hem echt voor hen gemaakt. Blowen, spijbelen, lullen over seks maar het nog niet doen, je hele leven nog voor je hebben maar toch de wereld al willen veroveren - daar herkent elke tiener en iedereen die zestien is geweest zich wel in.’
Blowen, spijbelen, lullen over seks maar het niet hebben - daar herken je je in
‘Het is ook wel een Amsterdamse film. Ik las laatst een reactie onder de trailer op YouTube van iemand die vroeg wat de Jimmy was. Daar hebben we wel over nagedacht, dat er mensen zijn die dat niet weten, maar moet je dat dan gaan uitleggen in het verhaal? Nee, juist niet! De jongens in de film weten wat de Jimmy is en dat is de wereld waarin de film zich afspeelt. En het gaat natuurlijk ook niet om de Jimmy Woo, het gaat erom dat er iets is, of dat nou een hippe club is of de grote stad, wat je koste wat kost wil bereiken omdat je denkt dat je dan iets voorstelt. Dat gevoel is van iedereen.’
Op ontdekkingsreis
‘Eigenlijk misbruik ik elke film om een nieuwe wereld te ontdekken, of samen met een regisseur te zoeken naar een eigen taal. Die ontdekkingsreis vind ik heel leuk. Nocturne is een wat zwaardere film, maar ook daarin zie je het plezier van het maken terug: we hebben met die film een eigen wereld gecreëerd. Dat blijft toch een belangrijke, bijna kinderlijke aantrekkingskracht van film voor mij, dat een film je naar een andere wereld kan brengen. Soms kom je uit de zaal en denk je: wat jammer dat ‘ie is afgelopen, want nu sta ik weer aan een bar en moet ik weer nadenken of ik eerst iets ga drinken of eerst naar de wc ga. Die wereld waar ik net was, die was véél magischer.’
Foto’s: Lauren Murphy
———
Blikvangers is een samenwerking tussen Cineville en VERS, het online magazine van de Vereniging voor Nieuwe Film- en Televisiemakers. Lees ook onze interviews met Vincent Boy Kars, Beri Shalmashi, Max de Wolf, Shady El-Hamus, Emma Westenberg, Ena Sendijarevic, Rosanne Pel, Steven Wouterlood, Nina Badoux, Marina Meijer, Sam de Jong en Layla Meijman. Nocturne is nu nog te zien in Cineville en De Libi draait vanaf 13 juni.
Eden studeert Linguistics aan Universiteit Leiden, brengt hele dagen door met haar neus in de leesboeken en bezoekt menig concertzaal als schrijfster voor 3VOOR12 Rotterdam. Kostuumdrama’s, roze Wes Anderson-werelden en griezelige sprookjes stemmen haar oude ziel intens gelukkig.