Als kind droomde Steven Wouterlood er niet meteen van om regisseur worden. Wel maakte hij al filmpjes met de camera van zijn oma en filmde hij zijn eindexamenreis naar Marokko. Nu vertelt hij verhalen door middel van films en muziek. Tijdens een multidisciplinaire vooropleiding van Open Studio kwam Steven erachter dat hij wilde regisseren (‘daar komen al die disciplines samen’). Hij werd aangenomen op de HKU, waar hij afstudeerde met de korte jeugdfilm Los. Die film won meteen de prijs voor Beste Afstudeerfilm op het NFF.
Misschien vind ik die eerste keren gewoon mooi
Na Los bleef Steven jeugdfilms maken. De jonge thema’s trokken hem: ‘Misschien vind ik die eerste keren gewoon mooi, het ontdekken van het leven. Voor het eerst verliefd worden of naar de middelbare school gaan. Daar krijgen we allemaal mee te maken.’
In 2013 maakt hij de televisiefilm Alles Mag, over de 11-jarige Tygo uit Brabant die na zijn verhuizing naar Amsterdam een spreekbeurt geeft over carnaval. Mede dankzij de universele thema’s - gescheiden ouders, op jonge leeftijd verhuizen - leverde de film Steven een Emmy Award en een TIFF Kids Award op.
Nu is Steven bezig met de montage van zijn eerste speelfilm, Mijn bijzonder rare week met Tess. ‘Ik mijn films staat de stijl altijd in dienst van de inhoud,’ zegt hij. ‘Ik vind het belangrijk dat je het vóelt, dat je het gelooft. Met de montage vraag ik mezelf de hele tijd: voel ik het? Doet het iets met me?’
In echte werelden duiken‘Over het algemeen hou ik van realistische films, zoals Babel of Amores Perros van Alejandro Iñárritu. Zijn films hebben een bepaalde rauwheid en duiken volledig in echte werelden, zoals een Marokkaans dorp of een Mexicaans huwelijksfeest. The Florida Project is mijn favoriete film van het afgelopen jaar. Die gaat over onbevangenheid van kinderen die zich voortbewegen in de lelijkheid van de volwassen wereld, maar zich er nog weinig van aantrekken.
La Vie d’Adèle vond ik ook prachtig, zó realistisch en hartverscheurend. Ik probeer zelf altijd zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen, bij een soort oprechte benadering van mensen en hun werelden.’
Volwassen jeugdfilms‘Het is voor mij nooit een bewuste keuze geweest om jeugdfilms te gaan maken, dat is echt zo gegroeid. Ik zie mijn films meer als volwassen jeugdfilms, een volwassen benadering van de doelgroep. Die coming of age-thema’s, dat waren de verhalen die mij bezighielden, dingen die ik zelf ook heb meegemaakt of waar ik me in kan herkennen. Ik vind het bij vertoningen in het buitenland ontroerend en waardevol om in gesprek te gaan met het publiek. Het zijn soms hele andere culturen, maar tóch kent iedereen die eerste vlinders, of pesten.’
Het scenario en de dialogen zijn alleen maar een houvast
Zelf nog een kind‘Ik heb niet echt een filosofie voor het werken met kinderen, maar ik denk dat ik gewoon heel erg op hun level probeer te zitten. Mijn films halen het kind in mij naar boven. Plezier en vertrouwen zijn het allerbelangrijkste. De kinderen hebben altijd veel lol op de set en ik probeer ze altijd op hun gemak te stellen. Ik luister naar hoe ze zelf iets zouden zeggen of doen, en ze kunnen zelf veel inbrengen. Natuurlijk moet je een beetje sturen en leiding geven, en het scenario is een groot houvast, maar de dialogen staan niet altijd volledig vast. Door er soms vrij mee om te gaan, kan het beter en realistischer worden.’
Alleenheidstraining
‘Mijn eerste speelfilm is de verfilming van het boek Mijn bijzonder rare week met Tess van Anna Woltz. Het gaat over één zomerse, broeierige week op Terschelling, als Sam en Tess elkaar ontmoeten. Sam is een vroegwijs jochie dat nadenkt over het leven en over de dood, waar hij van in de war is. Ooit blijft hij als jongste van het gezin alleen over, en hoe moet dan dan? Één van de dingen die hij bedenkt is oefenen met alleen zijn. Alleenheidstraining, dat gaat ‘ie doen. Maar dan ontmoet hij Tess, een heel eigenzinnig meisje, en zij trekt hem mee in een avontuur, een soort zoektocht waarin Sam ook verzeild raakt. Het gaat over familierelaties en verliefdheid en het leven en de dood. Hopelijk draait ‘ie mei 2019 in de filmtheaters.’