Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Naar de film met

Naar de film met Paulien Cornelisse

Julie de Graaf

Af en toe nodigen we een bijzondere Amsterdammer uit voor een avondje naar de film. Deze keer gingen we met Paulien Cornelisse (35) naar Les femmes du 6ème étage. Paulien schrijft en maakt cabaret. Haar eerste boek Taal is zeg maar echt mijn ding werd een groot succes en de voorstelling Hallo Aarde trok het afgelopen jaar volle zalen.

Interview: Julie de Graaf
Fotografie: Julie Hrudova

De Franse komedie Les femmes du 6ème étage gaat over Spaanse dienstmeisjes die in het Parijs van de jaren 60 op de zesde verdieping van de huizen van hun rijke werkgevers wonen. Hoe vind je de film?

'Het is een prettige film om naar te kijken, en een grappige film. Ik vond het leuk om het Parijs van de vroege jaren 60 te zien, met alle mooie kleuren, kleren en huizen. Het ademde de sfeer uit van de Franse illustrator Sempé. De hoofdpersoon was echt een Sempé-mannetje, die een beetje geleefd wordt door de vrouwen om hem heen. Tijdens de film dacht ik: ja, dit kan ik veel mensen aanraden. Het is echt een feelgood-movie.

'Mijn oma was trouwens ook een dienstmeisje, die kwam in de jaren 20 uit Oostenrijk om bij een rijk gezin in Nederland te werken. Ik heb daar van tevoren niet bij stil gestaan, maar tijdens de film dacht ik er opeens aan. Les femmes du 6ème étage gaf overigens wel een heel geromantiseerd beeld van het leven van een dienstmeisje. Volgens mij zat mijn oma in haar eentje bij een gezin en was ze dus niet gezellig elke dag op de zesde etage paella aan het eten met andere vrouwen.'

Het is ook wel een zoetsappige film.

'Het is heel zoetsappig, maar daar kun je zin in hebben. Er zijn mensen die dat helemaal niet trekken, maar ik trek het heel goed. Ik hou juist niet van films waarin vervelende dingen gebeuren.'

Hoezo niet?

'Ik ga heel erg op in een film, dus bij een nare film heb ik het gevoel dat ik het zelf ook meemaak. Ik wil niet suggereren dat andere mensen minder in een film opgaan, maar blijkbaar kunnen zij er wel beter mee omgaan. Ik probeer heus niet alle narigheid totaal te verbannen, maar ik heb geen zin in een film waarvan ik weet dat het heel heftig wordt.'

Dus klassieke tranentrekkers als La vita è bella en Schindler's List zijn niet aan jou besteed?

'Die laatste heb ik toevallig gezien en na afloop heb ik heel lang en heel hard gehuild. Ik zag 'm toen ik achttien of negentien was. Daarna heb ik nog een aantal jaar veel nare films gekeken, tot ik op een gegeven moment dacht: voor wie doe ik dit eigenlijk?'

Je hebt psychologie gestudeerd, dus ik mag aan je vragen: wat zegt dat over jou?

'Dat ik best gevoelig ben, snel huil en mij een verhaal erg aantrek. Misschien dat ik verdrietige dingen wel een beetje vermijd. Er is ook een pragmatischer reden: ik heb meestal weinig tijd om naar de film te gaan, dus als ik ga wil ik het liefst met meer energie naar buiten komen, en niet met een totaal gevoel van doffe ellende.'

Die houding lijkt me goed passen bij iemand die cabaret maakt.

'Oh, maar cabaret komt niet voort uit vrolijkheid hoor! Cabaretiers zijn over het algemeen melancholische mensen, ik ook. Daar halen we onze grappen uit. Iemand die altijd heel vrolijk is, zal geen cabaret maken. Niet dat ik de hele dag zwaar melancholisch ben, maar de cabaretiers die ik ken zijn geen mensen die zingend en dansend door het leven gaan.'

Is cabaret dan een uitlaatklep voor die melancholische gevoelens?

'Het werk dat je maakt, is altijd een afspiegeling van wie je bent. Het is fijn dat je door mensen aan het lachen te maken, je begrepen voelt in je levenshouding. Ik maakte als kind al kleine toneelstukjes, en dan was het ook wel de bedoeling dat mensen daarom lachten. Tijdens mijn studie psychologie ben ik serieus aan cabaret gaan doen bij CREA, het cultureel studentencentrum van de UvA en de HvA. Ik was eerst deel van een duo, maar ik bedacht steeds meer dingen die ik in mijn eentje kon doen. Op een gegeven moment heb ik auditie gedaan bij Comedy Train en mocht ik daar stand-up comedy doen. Ik heb in die jaren ontdekt wat voor cabaret ik graag wilde maken, en dat is geworden wat ik nu maak. Het bestaat voor een deel uit praten, maar ook uit veel beweging en andere dingen.'

Het enorme succes van Taal is zeg maar echt mijn ding betekende jouw doorbraak bij het grote publiek. Hoe zag jouw leven er uit voordat het boek uitkwam?

'Met het succes van het boek gingen de bezoekersaantallen van mijn cabaretvoorstelling omhoog. Daarvoor had ik in 2007 in de finale van het Leids Cabaret Festival gestaan. De weg ernaartoe was lang, maar ook leuk. Ik heb altijd cabaret gemaakt en altijd geschreven. Ik was niet de sappelende kunstenaar die alsmaar dacht: wanneer breek ik nou eens door? Sinds ik werk, ben ik heel blij met wat ik doe. Bovendien heb ik niet zo'n dure levensstijl, dus ook toen ik veel minder verdiende, was het voor mij genoeg. Ik het nooit het gevoel gehad dat ik ergens op aan het wachten was, want ik heb de hele tijd gedaan wat ik wilde. Toen ik een paar jaar geleden bij meer mensen bekend werd was dat fijn, maar het was niet het moment waarop ik al mijn hele leven wachtte.'

Hoe is het om volle zalen te trekken met je voorstelling?

'Ik speelde laatst in het Luxor theater in Rotterdam. Dat is een grote zaal; er passen 900 man in en die zaten er ook. Het speelt heel lekker voor zo'n groot publiek, maar ik vond het wel raar om te bedenken dat ik niemand in de zaal kende. Als ik in Amsterdam speel, zit er altijd wel een vriend of kennis. Die avond in Rotterdam was er niemand waarvan ik dacht: dan speel ik vanavond voor jou. Dat voelde vreemd, maar ook wel weer professioneel. Met cabaret ben je lang afhankelijk van je familie en vrienden die naar je komen kijken. Nu hoeft dat niet meer, en kan ik ze vrijkaartjes geven als ze een keer willen komen.'

Vorig jaar was je zomergast en met enige regelmaat te zien als tafeldame in De Wereld Draait Door. Hoe is het om een publiek figuur te zijn?  

'Ik ben nu al een tijdje niet veel op televisie. Dat doe ik bewust omdat ik het niet per se leuk vind om bekend te zijn. Dat klinkt heel overdreven omdat ik natuurlijk maar een beetje bekend ben, maar zelfs naar een "beetje bekend" ben ik niet op zoek. Ik doe het nu dus even rustig aan. Ik heb vaak dat mensen me op straat groeten omdat ze me ergens van kennen, maar dan denken dat ik bij ze op school gezeten heb. Heel soms spreken mensen mij aan, maar veel vaker doen ze de dubbel-take.

(Hier doet Paulien de dubbel-take: een keer aankijken, wegkijken, bedenken dat je iemand herkent en snel nog een keer kijken.)

'Ach, ik dacht vroeger ook altijd dat mensen mij aan het bekijken waren. Toen dacht ik: dat komt natuurlijk omdat ik heel raar ben of omdat ik iets raars uitstraal. Nu kan ik lekker denken: oh, het is herkenning.'

Je bent een duizendpoot: je schrijft, maakt cabaret, presenteert een talkshow op Oerol en je zit in de redactie van Echt Gebeurd, waarbij bekende en onbekende mensen in theaters verhalen vertellen die hen echt overkwamen. Wat doe je het liefst?

'Als mijn loopbaan tot nu toe iets bewijst, dan is het wel dat je verschillende dingen naast elkaar mag doen. Ik dacht vroeger wel eens dat ik me volledig op cabaret moest storten om er goed in te worden. Nu vind ik het heel fijn dat ik ben doorgegaan met schrijven. Niet alleen omdat ik schrijven leuk vind, maar ook omdat anders het boek er niet was geweest en de zalen minder vol hadden gezeten. Alles wat ik doe versterkt elkaar in de zin dat het publiek trekt, wat best handig is als je een publiek beroep hebt.

'Uit schrijven haal ik de kick van helemaal in mijn eentje iets maken, iets zien ontstaan. Voor een optreden heb je juist andere mensen nodig, zeker met cabaret. Het is bijna onmogelijk om cabaret voor een heel klein publiek te doen.'

Wat is het kleinste publiek waarvoor je ooit optrad?

'Drie mensen denk ik, dat was echt heel erg. Toen heb ik de ondergrens bij twaalf gelegd. Ook omdat het anders voor mensen in de zaal gênant is; dat ze móeten lachen omdat ze met zo weinig zijn. Dat is verschrikkelijk. Een publiek van twaalf is tenminste groot genoeg om anoniem te zijn. Op een gegeven moment kwamen er gelukkig steeds meer mensen. Dan speelde ik in een klein theater en waren er dertig reserveringen. Van mensen die mijn stukjes in de krant hadden gelezen en dachten: kom we gaan eens kijken.'

Vorig jaar ben je naar San Francisco gereisd om op een circusschool lessen acrobatiek te volgen. Vervolgens heb je dat in je nieuwe voorstelling Hallo Aarde verwerkt. Is er meer dat je graag in je cabaret wilt gebruiken?

'Het was geen vooropgezet plan om die acrobatiek in mijn voorstelling te verwerken. Ik had ooit op televisie gezien dat die school bestond en ik had toevallig zes weken vrij. Ik dacht wel van tevoren dat het leuk zou zijn als ik het in mijn voorstelling kon gebruiken, maar als dat niet zo was dan zou ik gewoon iets leuks leren. Ik vind het heel inspirerend om nieuwe dingen te leren. Zo wil ik nog graag op zangles en ik zou ook meer willen leren over de technische kant van het maken van posters en boekomslagen. Oh, en ik wil leren stijldansen. En ik zou ook willen dat ik iemand was die even lekker gaat rennen, maar daarvoor zou ik een ander type mens moeten zijn.'

Wat zijn je toekomstplannen?

'Ik wil sowieso nog een boek en een voorstelling schrijven. Ik zou ook graag een toneelstuk en korte verhalen schrijven, en als ik wat ouder ben misschien ook wel iets regisseren. Ik denk dat cabaretiers toch wel een beperkte houdbaarheid hebben. Je hebt een aantal programma's in je en dan is het wel klaar, behalve als je Freek de Jonge bent. Je moet dus nadenken over wat je daarna wilt doen. Schrijven blijf ik sowieso doen, maar ik hou ook erg van theater. Ik ben nu 35, als ik 50 ben zie ik mezelf best iets regisseur-achtigs doen. Ik denk dat ik dat wel zou kunnen.'

Ook in deze serie: Hadassah de Boer, PerquisiteFanny van de ReijtMei Li Vos, Teun LuijkxNadja HüpscherMarcel Musters, Alma MathijsenJelle Brandt CorstiusPien Feith, Hannah BervoetsLucky Fonz III en Renske de Greef.

Julie de Graaf

Gerelateerde films