Tekst: Julie de Graaf
Foto: Rutger Kraal
Pieter, hoe lang heb je al een Cineville-pas?
"Ik heb de pas genomen op de eerste dag dat het kon, namelijk op het oprichtingsfeestje van Cineville. Volgens mij ben ik de elfde of twaalfde pashouder."
Hoe vaak ga je naar de film?
"Toen ik de pas net had ging ik vrij vaak naar de bioscoop, zeker drie of vier keer per maand. Daarna kreeg ik het een periode heel druk en ging ik wat minder. Ik heb net een verhuizing achter de rug en nu ben ik van plan om mijn pas weer meer te gaan gebruiken. Sowieso vind ik het een toffe manier om independent cinema en art house bioscopen te steunen."
Wat is je favoriete bioscoop?
"Kriterion is zeker een van de leukere bioscopen in Amsterdam en ik ga graag naar The Movies. Tja, en toch ook Pathé Tuschinski. Vooral omdat het zo’n mooi gebouw is."
Waar kies je een film op uit?
"Ik ga vooral af op regisseurs die ik goed vind. Als bijvoorbeeld de Coen brothers een nieuwe film uit brengen, wil ik die meteen zien. De laatste tijd kies ik ervoor om niet van tevoren een recensie of een artikel te lezen over de film die ik wil zien. Ik ga er gewoon naar toe, zonder vooroordelen. Op die manier kun je nog echt verrast worden door een film."
Wie zijn, naast de Coen brothers, regisseurs die je goed vindt?
"Quentin Tarantino! Ik vond Inglourious Basterds echt briljant. Heel bijzonder hoe hij in die film omgaat met tijd. Zo zijn er scènes die heel lang duren en waar eigenlijk niets in gebeurt, maar waar je wel een enorme onderhuidse spanning voelt. Daarna volgt er een climax van tien seconden. De verbinding en verdichting van tijd die hij hanteert, vind ik echt super knap. Verder vind ik David Lynch heel bijzonder. En Roman Polanski. Het is moeilijk om maar één naam te noemen. Al deze regisseurs hebben een heel eigen stijl en dat spreekt me erg aan. Dat je aan één scène al kunt zien wie de film heeft gemaakt."
Je hebt ons meegenomen naar The Imaginarium of Doctor Parnassus. Had die keuze te maken met een voorkeur voor regisseur Terry Gilliam?
"Jazeker, Gilliam is ook zo'n bijzondere regisseur. Ik ben erg fan van Monty Python, waar Gilliam deel van uit maakte. Ik vind het art work uit Monty Python geweldig en dat zag ik zeker terug in deze film."
Ja, wat vond je ervan?
"Heel tof. Vooral de art direction en de fantasie van Gilliam. Er gebeuren absurde dingen, bijvoorbeeld dat de hoofdrolspeler in de woestijn loopt, gaat liggen en opeens weer in een Londense straat blijkt te zijn. Alleen het verhaal is soms moeilijk te volgen; het is vrij chaotisch. Maar dat hebben veel films van Gilliam. Dus, ik vind het verhaal minder sterk dan het visuele aspect."
Zou je The Imaginarium of Doctor Parnassus aanraden?
"Ja, het was wel echt een ervaring. Je krijgt het gevoel dat je wordt meegenomen naar een andere wereld. Als een film dat je met je doet, dan is het wat mij betreft een geslaagde film."
Zelf ben jij ook bezig met film. Je schreef vorig jaar de soundtrack voor de film Carmen van het noorden.
"Toen de regisseur mij daarvoor vroeg, was ik meteen enthousiast. De film is pas vorig jaar gemaakt, maar de plannen lagen er al een tijdje. Voor dat project deed ik mee aan de eerste editie van het Unheard Soundtrack Festival in Kriterion. Daar mocht ik een bestaande film uitzoeken en er een nieuwe soundtrack voor maken. Ik heb toen Chinatown van Polanski gekozen. Dat was mijn eerste ervaring met het componeren van een soundtrack."
Hoe gaat het schrijven van filmmuziek in zijn werk?
"Ik had een idee op basis van het script en dat heb ik laten horen aan de regisseur en aan de cast en crew, nog voor de opnames begonnen. Ik heb begrepen dat componisten vaak pas bij een film betrokken worden als het materiaal al geschoten is. Omdat het bij Carmen van het noorden anders ging en de regisseur mij veel vrijheid gaf, heb ik met mijn muziek echt mijn stempel op de film kunnen drukken."