Interview

Regisseur Petra Volpe en actrice Leonie Benesch over Heldin: 'Veel films zijn ijdel en treuzelig. Ik hou van films van 90 minuten'

In Heldin gaat het van stress naar superstress tijdens een late dienst in een onderbemand Zwitsers ziekenhuis. Met regisseur Petra Volpe en actrice Leonie Benesch spreken we over wat ze leerden van het zorgpersoneel, hun zoektocht naar authenticiteit en de kunst van een film die krap 92 minuten duurt.

Het is ietsjes voor twee uur ‘s middags en verpleegkundige Floria (Leonie Benesch) staat in de kleedkamer van het ziekenhuis, klaar om in te klokken. Ze doet haar scrubs aan, propt haar alledaagse kleding in een kluisje en haalt witte, blitse schoenen uit haar rugtas. Gloednieuw, omdat haar vorige paar totaal versleten en vies waren. Floria draait de late dienst, van twee tot tien uur. En jeetje, wát een dienst is dat. Bij het uitklokken zijn Floria’s spiksplinternieuwe schoenen alweer helemaal doortrapt. De acht stressvolle werkuren die Floria er dan op heeft zitten, vliegen in Heldin in krap 92 filmminuten aan je voorbij.

Er is een wereldwijd tekort aan verpleegkundigen en Heldin toont de gevolgen daarvan. Floria rent onophoudelijk door het onderbemande ziekenhuis, van patiënt naar patiënt. Haar zorgtelefoon blijft piepen, evenals de patiëntenbel. Ze is samen met één andere collega en een kersverse stagiair. De artsen komen vrijwel niet in beeld, en als dat wel zo is, hebben ze geen tijd voor de verpleegkundigen. Als kijker krijg je, net als deze mensen in de zorg, geen (adem)pauze.

Tip van Emin

Heldin

Een 8-uursdienst in een onderbemand ziekenhuis, samengepropt in 92 stressvolle filmminuten.

Over Floria zelf kom je niet veel te weten. Ze heeft een tattoo op haar arm, die je niet eens goed kan zien omdat ze alleen maar in beweging is. Je ziet dat ze haar werk goed doet, en dat ze het met passie doet. Maar verder weet je niks. Wie ís Floria? Dat lijkt helemaal niet uit te maken, want hier, in dit ziekenhuis, is zij een luisterend oor, een zorgverlener en hangen er levens af van de keuzes die ze maakt. Maar iedereen wil wat van haar: ze moet een patiënt naar de operatiekamer brengen, daarna iemand een prik geven, een infuus vervangen, een leesbril zoeken, familieleden spreken, billen wassen, formulieren inleveren, de stagiair inwerken. Het houdt niet op. Tot de aftiteling loopt, en het liedje Hope There’s Someone van Antony and the Johnsons je in je ziel snijdt.

Op het filmfestival in Berlijn spreken we regisseur Petra Volpe en acteur Leonie Benesch over het superstressvolle Heldin. Dit is Volpe’s derde speelfilm, en haar eerste die op de Berlinale in première gaat. Benesch, die hiervoor iedereen omver blies met haar rol in Das Lehrerzimmer, is de Berlijnse festiviteiten iets meer gewend. Samen zitten we in een hotelkamer, netjes tegenover elkaar, en met een tikkende klok aan de muur beginnen we het gesprek. Volpe vertelt over het moment dat ze het idee kreeg om Heldin te maken. ‘Ik las het autobiografische boek Our Profession Is Not the Problem. It's the Circumstances van de Duitse verpleegkundige Madeline Calvelage. Hierin schrijft ze heel eenvoudig over een ‘normale dienst’, en tijdens het lezen voelde het al als een thriller. Toen kwam het idee om er een film over te maken.’

Ik vond het belangrijk om me te focussen op de verpleegkundigen. In films en series gaat het altijd over artsen

Regisseur Petra Volpe

Waarom koos je voor een film over de avonddienst en niet de ochtend- of nachtdienst?

Volpe: ‘Tijdens de late dienst of avonddienst zijn er veel minder artsen in de buurt. Ik vond het belangrijk om met Heldin te focussen op de verpleegkundigen. In films, series en andere tv-programma’s over ziekenhuizen gaat het altijd over artsen en staan de verpleegkundigen ergens op de achtergrond. Ik wilde de artsen juist aan de rand van het verhaal hebben.’

‘Daarnaast wilde ik de overgang van licht naar donker in beeld brengen. Het is natuurlijk een 8-uursdienst in een film die maar 90 minuten duurt. Om duidelijk te maken dat Floria richting het einde van haar dienst gaat, kon ik gebruikmaken van de transitie van avond naar nacht.’

Het is je ook aardig gelukt om zo’n lange dienst van begin tot eind te portretteren, en dat in maar 92 minuten.

Volpe: ‘Ik wilde dat mijn film scherp en helder was. Vlijmscherp moest het zijn. Ik denk dat veel films van tegenwoordig te ijdel en treuzelig zijn. Ik hou van 90 minuten. Ik vind het geweldig omdat je het jezelf moeilijker maakt, maar ook makkelijker, omdat je de kijker maar 90 minuten emotioneel hoeft te engageren. Als je meer dan 100 minuten neemt, dan moet je echt een goed verhaal te vertellen hebben. Je kan niet ijdel zijn en alle nutteloze scènes moeten eruit. Ik probeer daarom altijd gedisciplineerd te zijn en echt na te denken over de essentie van de filmduur. Ik ben heel, heel streng voor mezelf geweest.’

Het heeft ook iets metaforisch, want het is een dienst van acht uur, maar het voelt als 90 minuten. Net zoals zo’n werkdienst razendsnel voorbij kan gaan.

Volpe: ‘Dat was inderdaad de bedoeling, en het was een flinke uitdaging. De dingen die Floria doet moesten er authentiek uitzien, maar in werkelijkheid zou het allemaal langer moeten duren. Dus het was constant zoeken. Hoe konden we de verpleegkundige taken inkorten – zoals het vullen van een injectiespuit – zonder dat het er nep of gehaast uit ging zien.’

En hoe navigeer je op de set, wetende dat je de tijdsduur manipuleert?

Volpe: ‘Dan ga ik als regisseur voor het maximale effect van spanning. Ik vroeg me af: hoe kan ik het verhaal gebruiken om veel ongemak en stress te creëren? Want dat is namelijk wat Floria de hele tijd voelt. De zoektocht naar ongemak en stress heeft alle keuze beïnvloed. In het begin van de film is Floria niet gestresst. Maar hoe langer haar dienst duurt, hoe meer er mis gaat. Door het scenario, de montage en de muziek, verandert Floria’s dienst in horror.’

Heb je het jezelf extra moeilijk gemaakt als regisseur, door je te focussen op één dienst?

Volpe: ‘Het wereldwijde gebrek aan verpleegkundigen kan je op verschillende manieren in beeld brengen. Ik vind dat het verslag van één dienst genoeg is om de ernst van de situatie in te zien. Zo zie je namelijk wat het écht betekent als een afdeling onderbezet is en waar verpleegkundigen dan mee moeten dealen. En wat de mannelijke collega’s, die hoger op ‘de ladder’ staan, allemaal te zeggen hebben. Terwijl dat heel oneerlijk is, omdat 80% van de verpleegkundigen vrouwen zijn. De mannen zeggen dan dat alles goed komt, en ja, het komt wel goed, maar dat is allemaal dankzij de inzet van deze zorgmedewerkers. Je kan niet op twee plekken tegelijk zijn als je één persoon bent. Dát probeer ik te laten zien. Je kunt het hele drama en dilemma van moderne verpleegkunde in één dienst vertellen, met één personage.’

Actrice Leonie Benesch

Hoe waren de voorbereidingen? Je moet niet alleen een hele dienst zien te proppen in een film, maar ook al die medische termen leren en alles zo accuraat mogelijk portretteren.

Leonie Benesch: ‘Petra gaf me toegang tot haar uitgebreide research, waarvoor ze gesproken had met allerlei verpleegkundigen. Het ging erover waarom ze verpleegkundige werden, wat ze ‘s nachts wakker houdt, dat soort dingen. Daarna heb ik vijf diensten meegelopen in een ziekenhuis. Zo kreeg ik een idee van hoe deze mensen bewegen, hoe ze van taal veranderen als ze met patiënten, artsen of andere verpleegkundigen praten. Die ‘choreografie’, als het ware, was voor mij het interessantst. We hadden ook een geweldige medisch adviseur, die er iedere dag was en me leerde hoe ik bijvoorbeeld medicatie moest mengen of spuiten moest gebruiken.’

In de media lees je veel over het gebrek aan verpleegkundigen, maar wat betekent dat nou écht op het moment dat ze aan het werk zijn?

Volpe: ‘Ik heb ook eventjes meegelopen in een ziekenhuis, als ‘schaduw’, op drie verschillende afdelingen. Ik heb medewerkers gevolgd en geobserveerd. Ik heb met ze gepraat en heb geprobeerd om een gevoel te krijgen van de sfeer: wat ze belangrijk vinden en waar hun frustraties liggen. In de media lees je veel over het gebrek aan verpleegkundigen, maar wat betekent dat nou écht op het moment dat ze aan het werk zijn? Artsen hebben me geadviseerd over verschillende diagnoses. Toen ik het script schreef moest ik denken als een verpleegkundige, alsof ‘ik’ de dienst aan het draaien was. Tijdens het schrijven vergat ik altijd bij welke patiënt ik nu was en waar mijn medicijnkar was.’

Je krijgt verder ook niks te weten over wie Floria nou eigenlijk is, behalve verpleegkundige.

Benesch: ‘Dat vond ik eigenlijk heel fijn. Ik hou ervan als mijn personages geen achtergrondverhaal hebben. Bill Nighy zei het ooit heel mooi, over dat hij werkt op een niveau waarin alles wat hij hoeft te weten in het script staat. Ik hoef zelf ook niet meer te weten dan het publiek om de acteerkunst te begrijpen.’

Volpe: ‘We hebben Fiona heel fysiek benaderd. We zagen haar als een atleet. Ze komt niet naar werk met een eigen agenda, heeft geen psychische problemen, doet niets omdat ze macht wil hebben of dingen wil saboteren, of dat soort clichés. Ze is gewoon gemotiveerd, houdt van haar werk, is atletisch en begint met een goed humeur. En zelfs als je zo gedreven op de werkvloer staat, krijg je alsnog het gevoel vanuit ‘het systeem’ dat je niet goed genoeg bent. Dat je het niet goed genoeg doet. En dat is de werkelijkheid voor veel zorgverleners als Fiona. Het was ook heel verfrissend om met Leonie te werken, want ze nam de verpleegkunde echt volledig op. Ze had vrijwel geen hulp nodig. Je zegt tegen haar dat ze dit en dat moet doen, en ze doet het.’

Hoe kwamen jullie eigenlijk samen in dit project?

Benesch: ‘Ik was net klaar met filmen van Das Lehrerzimmer en vooral aan het reizen naar premières. Ik was onderweg toen Petra me belde en vertelde ze dat ze met mij een film wilde maken. Ik kreeg een script en deed auditie.’

Een collega vergeet iets te vertellen, een patiënt treuzelt met z’n kleren – en zo heb je twee minuten vertraging erbij

Volpe: ‘Ik had Leonie al heel lang in gedachten, maar ik wilde er even mee wachten en kijken naar andere opties. Bij alle andere audities voelde ik het echt niet. Toen deed Leonie via Zoom auditie en al bij de eerste zin die ze las was ik verkocht. 'Dit is Fiona', dacht ik. Het was een magisch moment omdat ze het zo natuurlijk deed. Ik geloofde haar meteen.’

Das Lehrerzimmer was ook al zo intens, hoe is dat voor jou om wéér in een stressbal van een film te spelen?

Benesch: ‘Best ontspannen eigenlijk. Op de set was het altijd leuk en gezellig. Ik denk dat ik mezelf goed los kan zien van mijn personages. Het is niet zo dat ik ze mee naar huis neem. Ik wil niet zeggen dat ik koud ben, maar ik zie acteren als een ambacht. Ik hou niet van te veel psychologie om me heen, en ik kan mezelf goed distantiëren van dit soort ‘drama’. Maar ik moet zeggen dat ik door mijn rol in Heldin wel ben geraakt. Ik had onderschat hoeveel van de verhalen van de patiënten in de film me zouden raken. Ik was echt uitgeput.’

Over de patiënten gesproken: er zit veel diversiteit in de soort patiënten. Een rijke man met een privékamer, oudere mensen, jonge, en ook van verschillende afkomsten.

Volpe: ‘Ik wilde een afdeling portretteren met allerlei soort mensen. Jonge mensen, oude mensen, heel zieke mensen, niet zo zieke mensen. Er zijn zoveel verschillende culturen en mensen in Zwitserland, en ik vond dat ik dat moest weerspiegelen. De personages zijn gebaseerd op mijn eigen onderzoek en mijn persoonlijke ervaringen. Ik wilde niet alleen Zwitserse en Duitse mensen casten in deze film, maar ook van daarbuiten. Ook heb ik expres geen ‘bekende’ acteurs gecast omdat ik het belangrijk vond dat de kijker de personages zou zien als échte patiënten, zonder ze te herkennen van andere films of series. Alsof het iemand zou kunnen zijn die ooit naast je in de bus heeft gezeten. Daarvoor moesten we verborgen talenten vinden, en mensen werven uit kleine theatergroepen of mensen die net pas kwamen kijken als acteur. Riskant, maar spannend.’

Ik vond Heldin echt een fantastische zit. Het voelde écht, urgent en medisch. Maar ook spannend, doodeng en vermoeiend. Alles viel als het ware op z’n plek.

Volpe: ‘Elke beweging van Floria heeft consequenties. Het is bijna als een kettingreactie, omdat haar dienst al begint te ontsporen bij de eerste kleine misstap. Vanaf dat moment loopt ze één minuut achter. Een collega vergeet te vertellen dat ze iemand naar beneden moet brengen, een patiënt treuzelt met z’n kleren – en zo heb je twee minuten vertraging erbij. Iedere misstap heeft gevolgen voor Floria. Alles hebben we in overweging genomen, er zit niets willekeurigs in.’

Emin

Emin kijkt films om het leven te romantiseren. En met films bedoelt hij vooral Frances Ha. Frances Ha is zijn Godfather.

Gerelateerde films

Tip van Emin

Heldin

‘Acht uur lang meerennen in een ziekenhuis zonder (adem)pauze. Ik ben doodop en alle zorgverleners mogen al mijn vakantiedagen.’

Laatste artikelen