Sterre, je nam ons mee naar de Zuid-Koreaanse film Poetry, over een vrouw die het steeds moeilijker vindt om de juiste woorden te vinden en op een cursus dichten gaat. Waarom koos je deze film?
'Ik ben geïntrigeerd door Aziatische cinema. In mijn eentje ga ik er niet zo snel naartoe, dus ik vond dit wel een mooie gelegenheid. Bovendien vind ik de trailer erg mooi. Aziatische films hebben vaak een betoverende sfeer en die zit ook in Poetry. Sommige mensen vinden deze film misschien te langzaam omdat er weinig gebeurt, maar ik geniet daar juist van.'
En, wat vond je ervan?
'Ik vind het gegeven heel mooi van een vrouw die met woorden bezig wil zijn, terwijl zij die tegelijkertijd langzaam aan het verliezen is. Je komt er al snel achter dat ze aan Alzheimer lijdt. Verder is er nog een heel heftige verhaallijn, die ik van tevoren absoluut niet had verwacht. Toch wordt alles kalm en rustig getoond. Ik vroeg me af in hoeverre die rustige houding cultuurbepaald is, of bewust geregisseerd. Verder had ik het idee dat een aantal dingen verloren zijn gegaan in de vertaling. Een aantal grapjes kwam in de zaal totaal niet over, terwijl ze in het Zuid-Koreaans waarschijnlijk wel grappig waren. Al met al was het een mooie film en ik ben blij dat ik hem heb gezien.'
De film gaat over poëzie. De hoofdrolspeelster wil graag een gedicht leren schrijven en gaat op les, maar bovenal is ze op zoek naar inspiratie. Is dat voor jou, als dichter, herkenbaar?
'Die zoektocht naar inspiratie is zeker herkenbaar! Op een gegeven moment krijgt de hoofdrolspeelster een tip van een vrouw die zegt: "Je moet schrijven over alles wat je hoort en ziet, en dan komt het wel." Ik ben zelf ook niet goed in inspiratie zoeken. Ik moet ineens de geest hebben om wat op papier te zetten. Inspiratie komt vaak wanneer ik bezig ben met een routinehandeling: tijdens het douchen, wanneer ik aan het wandelen ben of op het moment vlak voordat ik in slaap val. Dat geldt voor poëzie, maar ook voor de verhalen die ik schrijf.'
De tip uit de film, schrijven over wat je hoort en ziet, gaat die ook op voor jou?
'Ik schrijf graag over dingen die mij verbazen of bezighouden, maar zelden letterlijk over wat ik meemaak. Vaak begint een verhaal als ik me over iets kleins verwonder. Die verwondering bouw ik dan verder uit. Een thema dat vaak terugkeert in mijn verhalen is dromen en de vraag waar dromen vandaan komen.'
Hoe vertaalt zo'n thema zich in jouw werk?
'Mijn laatste gedicht gaat bijvoorbeeld over een meisje dat, vlak voordat ze in slaap valt, een man aan haar bed heeft zitten die de wereld in droombeelden uitlegt. Dat gegeven is gebaseerd op eigen herinneringen van toen ik klein was, en op het schemergebied tussen wakker zijn en slapen, waarbij je weet: zometeen gaan er dromen komen. Ik vraag me af of die dromen er al waren en in mijn hoofd wachten tot ik in slaap val.'
'Sowieso schrijf ik graag over hetgeen waar je geen controle over hebt, zoals herinneringen, schaduwen of een verhaal dat een ander over jou vertelt. Die aspecten hebben allemaal met jou te maken: het komt uit jou voort en het komt ook weer bij je terug, maar toch voelt het niet alsof het van jou is. Ik ervaar dat gevoel vaak als ik mijn werk voorlees; zodra anderen het horen, maken ze er een eigen verhaal van.'
Je geeft je werk dan op een bepaalde manier aan het publiek. Is dat moeilijk?
'Niet moeilijk, wel heel spannend. Ik geef iets heel persoonlijks weg en iemand anders gaat er mee aan de haal. Ik vind het gek als mijn werk iemand helemaal niets doet, terwijl het voor mij zoveel betekent. Gelukkig gebeurt vaak het tegenovergestelde: dat mensen er iets uithalen wat ik er niet bewust in had gestopt.'
Je schrijft en dicht, maar zit ook in artiestencollectief Furthur Labelz, dat taal combineert met dans en muziek. Hoe ben je daar terecht gekomen?
'Furthur Labelz bestaat nu twee jaar en is ontstaan uit een frustratie over hoe onze kunstvormen vaak worden gepresenteerd. Zo vind ik het jammer dat poëzie vaak in dezelfde duffe cafés wordt voorgedragen en zelden in Paradiso of op een leuk feest. Mijn vriendje Matthew is danser bij het Nationale Ballet en hij vindt het jammer dat hij altijd op klassieke muziek danst, en bijna nooit op rock of experimentele muziek. Samen met muzikant Thijs Havens (van de band Saelors, red.) richtten we Furthur Labelz op, om klassieke vormen van kunst naar een hipper en jonger podium te brengen.'
Hoe doen jullie dat?
'We maken met z’n drieën voornamelijk voorstellingen: poëzie met muziek of een verhaal waar een dans op is gebaseerd met muziek erbij. We spelen met verschillende media en we willen het liefste dat álles samenkomt. Het is namelijk heel leuk om een voorstelling te creëren waarbij mensen met verschillende interesses een ingang kunnen vinden. Sommigen houden niet zo van taal, maar zijn wel visueel ingesteld. Anderen komen voor de muziek, en krijgen ook dans en poëzie.'
Versterken jullie disciplines elkaar?
'Ja, maar daarvoor moet je wel kunnen samenwerken. Op het moment dat mijn tekst heel vaag is, moet de dans duidelijk zijn. Andersom geldt ook dat als de muziek sferisch is, er iets concreets tegenover moet staan om het te gronden. Soms is het moeilijk om mijn werk aan te passen, maar het is ook heel leerzaam. Uiteindelijk moet iedereen iets inleveren om het geheel beter te maken.'
Volg Sterre van Rossem op Twitter
Fotografie: Bowie Verschuuren
Lees ook vorige interviews van Julie met:
Hannah Bervoets
Nadja Hüpscher
Hadassah de Boer
Mei Li Vos