First Cow is de zevende lange speelfilm van Kelly Reichardt, een Amerikaanse filmmaker die zich met haar tweede film Old Joy (2006) voor het eerst in de kijker speelde. Met Old Joy won ze destijds een Tiger Award op het IFFR. Nu, vijftien jaar later, ontvangt ze er de Robby Müller Award voor haar hele oeuvre. Zijn haar films dan zo bijzonder? Nou, het bijzondere zit er vooral in dat haar films dat juist heel erg níet zijn.
Achtergrond
Op alledaags avontuur met Kelly Reichardt

First Cow van Kelly Reichardt gaat kort samengevat over twee mannen, koekjes en een koe. En dat moet je zien.

First Cow
Een wonderschoon verhaal in het Amerika van 1820. Met gestolen melk beginnen twee nieuwe vrienden een succesvol bakkerijtje.
De Reichardt-formule is simpel: neem een paar personages, laat ze van de ene naar de andere plek reizen, bij voorkeur in Oregon, en voeg er een dilemma aan toe dat de onderlinge verhoudingen door elkaar schudt. Een voorbeeld: in Old Joy gaan twee oude vrienden op pad naar heetwaterbronnen in de natuur. Onderweg daarnaartoe blijkt hun vriendschap niet meer helemaal wat deze geweest is. Ze badderen samen. En dan? Dan gaan ze weer terug.
Als ontdekkingsreizigers binnen hun eigen kleine leven, gaan de personages van Reichardt van hot naar her
Ook First Cow is een ‘echte Reichardt’: we zijn in het jaar 1820 en kolonisten Otis ‘Cookie’ Figowitz (John Magaro) en King-Lu (Orion Lee) ontmoeten elkaar in een gehucht langs de Oregon-trail. Cookie droomt van een eigen bakkerij, en als Lu dat hoort, worden de twee al snel partners in crime. De crime in kwestie? Een koe melken.
Stiekem sluipen ze ’s nachts naar de eerste en enige koe in het dorp, eigendom van de Chief Factor (Toby Jones), om daarna met de gestolen melk hun koekjes te bakken. Die koekjes (‘oil cakes’ – een soort oliebollen) smaken de inwoners zo goed, dat ook de steenrijke eigenaar van de koe er zijn voordeel mee wil doen. En dan wordt het bakken van koekjes opeens een gevaarlijk kat-en-muisspel.
Het verhaal is eenvoudig maar doeltreffend. Voor sommigen misschien een tikkie saai, voor velen ook de reden om reikhalzend naar de nieuwste Reichardt uit te kijken. Zij is niet iemand die grote epische verhalen te vertellen heeft, zoals ze zelf vorig jaar nog vertelde aan Vanity Fair. ‘My movies end up being about the moments of getting from here to there, but not in a grand way. Getting from the hutch to town, from the parking lot to the gas station.’

Kelly Reichardt op de set van Certain Women
Als ontdekkingsreizigers binnen hun eigen kleine leven maken de personages van Reichardt een reis van hot naar her en komen onderweg voor uitdagingen te staan. Eenzame avonturiers op hun eigen mini-Odyssee, en net als de Griekse helden overigens ook niet ongevoelig voor zwaktes: de een neemt melk die niet van hem is om er daarna iets wonderlijks mee te doen, de ander laat een bom ontploffen om het milieu te redden (in Night Moves). In Certain Women maakt een vrouw een oude man een stapel stenen afhandig; in Meek’s Cutoff zoekt een groep kolonisten wanhopig naar bruikbaar land, maar zijn daarbij aangewezen op een gevangengenomen native.
Reichardts films zijn stuk voor stuk parabels over het echte leven, met echte mensen, voor wie de grootste belevenissen vaak ook gewoon heel alledaags zijn. Dromen van een bakkerij en succes hebben met koekjes van gestolen melk – het is een typisch Reichardt-avontuur. Zo vaak kom je ze niet tegen, ‘auteurs’ met zo’n duidelijke handtekening, al wordt die een keertje niet met een dikke markeerstift gezet, maar met een fijn potlood.
Christiaan Boesenach is sinds 2013 redacteur bij Cineville. Hij kijkt films op elk onbewaakt ogenblik dat hij niet met boeken bezig is (en andersom). Hij heeft A Space Odyssey 2001 keer gezien, huilt nog steeds om die scène dat E.T. bijna doodgaat en ervaart het leven sindsdien als een hele lange Béla Tarr-long take.