Interview

Vliegen, giechelen, spiegelen: op de set van I Don't Wanna Dance

We wipten langs op de set van I Don't Wanna Dance, de film die regisseur Flynn von Kleist baseerde op het leven van jonge danser Yfendo van Praag.

Het is 2019 en ik sta op de set van I Don’t Wanna Dance, op een lome late zomerdag in augustus. Het is bloedheet in Amsterdam-Noord. Achter de gesloten deuren van Homebase, een dansstudio in winkelcentrum Banne, staan een stuk of tien jonge dansers tegenover elkaar. De choreograaf loopt rond en geeft aanwijzingen: ‘Focussen, ademen, niet giechelen.’ De spelers spiegelen elkaar: als de een een arm uitstrekt, volgt de ander. Als de een naar de grond duikt, zweeft de ander eroverheen.

In het midden staan twee dansers die nóg meer met elkaar bezig zijn dan de rest: Yfendo van Praag en Chardonnay Vermeer. Ze staren in elkaars ogen, glimlachen zonder geluid, trekken naar elkaar toe en duwen elkaar weer weg. In de zomer van 2021, nu de film eindelijk in de filmtheaters gaat draaien, hebben mensen elkaar al bijna anderhalf jaar nauwelijks aangeraakt. Een mooi moment voor de release van een film die draait om connectie en lichaamstaal.

Yfendo van Praag (Joey) en Chardonnay Vermeer (Roxan) op de set

In I Don’t Wanna Dance speelt Yfendo de rol van Joey, een tiener die worstelt met de ingewikkelde relatie met zijn moeder. Maar eigenlijk speelt Yfendo ook zichzelf, want het scenario is grotendeels gebaseerd op zijn eigen leven – net als de documentaire Omdat ik Yfendo heet (2017) en de korte film Kraaiennest (2018) die de opmars vormden voor deze speelfilm.

I Don't Wanna Dance

Een waargebeurd verhaal over een moeder en zoon, verteld en gespeeld door de jongen die het meemaakte.

Yfendo heeft een hele krachtige kant. Hij kan eigen wereld creëren

Regisseur Flynn von Kleist ontmoette Yfendo tijdens de research voor de documentaire. ‘Ik wilde een film maken over familieverhoudingen en muziek,’ vertelt hij aan de telefoon een paar dagen na de draaidag bij Homebase. ‘Yfendo speelde klarinet en kwam daardoor toevallig op mijn pad. Het was niet doelbewust, maar ik mocht al vrij snel bij hem thuis komen en zijn moeder Danielle ontmoeten. Ik zag tussen hen iets gebeuren dat ik herkende, een zoektocht naar vertrouwen, balans en eigenwaarde die ik belangrijk en spannend vond, en die volgens mij de bron is van veel destructie in de wereld. In mijn eigen familie was dat ook aan de hand, ondanks dat het een ander verhaal is. Dat was de vonk. Ik stond er voor mijn gevoel ver genoeg vanaf om er objectief naar te kijken, maar dichtbij genoeg om er iets over te vertellen. En Yfendo heeft een hele krachtige kant. Hij kan zijn eigen wereld creëren en zijn eigen pad volgen. Hij is geen slachtoffer. Dat vond ik heel inspirerend.’

Flynn von Kleist op de set

Eigenlijk wilden Von Kleist en scenarist Jeroen Scholten van Aschat (Nocturne, De Libi) direct na de documentaire door naar een speelfilm. Kraaiennest was een proof of concept, een testrit die zonder enig budget of inmenging van geldschieters maar met veel goodwill gemaakt werd. Voor I Don’t Wanna Dance was er iets meer financiering, maar de insteek bleef lowbudget en intiem. Von Kleist draaide vooral op kleine, bestaande locaties in Amsterdam-Noord, en werkte met behalve acteurs als Romana Vrede (die de moeder van Joey speelt) en Daniël Kolf ook met dansers, advocaten, winkeliers, huisartsen en deurwaarders die nog nooit eerder geacteerd hadden. ‘Dat was soms best pittig. We hebben met de dansers maandenlang geoefend en de tijd genomen om ze bij Yfendo’s verhaal te betrekken, want hij zat eigenlijk niet bij die groep. En non-acteurs die tien uur lang gefocust moeten spelen, dat is nogal wat, zeker op één locatie in één zaal. Het wordt een soort snelkookpan. Chardonnay had ook geen ervaring, en Sean William (Bogaers, die danscoach Julian speelt, red.) ook niet. Maar na de eerste dag had iedereen het door, zo van: ohhhh, dít is hoe het werkt. Die ontwikkeling was heel tof. Dat zie je met ervaren acteurs veel minder.’

De combinatie van documentaire en fictie ontstond tijdens het draaien van Omdat ik Yfendo heet. Von Kleist: ‘Ik kom oorspronkelijk uit de fictiehoek. Aan het eind van de documentaire wilde ik iets vangen dat niet op een documentaire-manier kon. Toen heb ik Yfendo en Danielle gevraagd om een paar scènes te spelen waarbij ze rollen aannamen die dichtbij ze lagen, maar die wel door mij werden geregisseerd. Eerst zagen ze het niet zo zitten, maar er gebeurde iets bij ze. Ze moesten het voor de camera goedmaken en als je écht speelt ervaar je het op een bepaalde manier ook echt. Tijdens het monteren zag ik hoe mooi dat uitpakte en bedacht ik me dat ik een film wilde maken die zich afspeelt op het vlak tussen fictie en documentaire, met iemand die het verhaal echt heeft meegemaakt en waarvoor het maken iets kan opleveren. Zodat het niet alleen mij en de kijker iets brengt, maar ook het personage.’

Als je écht speelt ervaar je het op een bepaalde manier ook echt

‘De keuze om dichtbij de realiteit te blijven was vaak mooi en ontroerend en kwetsbaar, maar ook best pittig. Soms leek het makkelijker om er níet meer mee door te gaan omdat het zo ingewikkeld was, ook voor Yfendo, maar we hebben altijd gezegd dat hij het moest blijven doen, niet iemand anders. Het was een leerproces, ook voor mij. Soms ging ik te ver en werd ik bijgestuurd en gecorrigeerd door de crew, de acteurs of Yfendo zelf, maar ik probeerde altijd hem te laten duiken in wat er speelde. Het is zíjn verhaal, ik wilde dat hij het zelf zou blootleggen. Als je als kijker soms niet weet of het echt is of niet dan is dat gelukt.’

Fish Tank

Jong, recalcitrant en verliefd op Michael Fassbender in de Britse buitenwijken.

Niet alleen de momenten uit Yfendo's thuissituatie zijn uit de realiteit gegrepen, ook de rol die dans in zijn leven speelt is echt. Tijdens het maken van de documentaire bleek hij serieuze dansambities te hebben. Voor Von Kleist paste dat goed bij de film die hij voor ogen had: ‘We keken naar wat er al was, en dat klikte. Ik vind dans een hele mooie vertelvorm, omdat je er zonder woorden iets mee kan vertellen. Dansscènes zijn vaak heel ontroerend. Ik hou bijvoorbeeld heel erg van de dansscène in Witness (1985) van Peter Weir, of de manier waarop Mia in Andrea Arnolds Fish Tank (2009) dans gebruikt om aan haar omstandigheden te ontsnappen. En ik kreeg meteen een nummer in mijn hoofd: I Don’t Wanna Dance van de Brits-Guyanese zanger Eddy Grant.’ 

Naast Andrea Arnold liet Von Kleist zich onder andere inspireren door de Schotse filmmaker Bill Douglas, die vaak verhalen uit zijn eigen verleden liet naspelen door niet-professionele acteurs. ‘De wereld die hij schept is vergankelijk en eenzaam, maar ook zintuiglijk en poëtisch. Hij is een humanistische filmmaker. Zo zou ik mezelf ook in de beste omstandigheden willen omschrijven. Arnold en Douglas kijken allebei goed naar het leven als inspiratie. Dat heb wij ook geprobeerd te doen. Tim Kerbosch, de cinematograaf, kijkt ook graag naar de mens. Hij durft dichtbij te komen, maar is tegelijkertijd heel esthetisch en toegankelijk. Yfendo’s verhaal ligt vijftien minuten fietsen van mij vandaan. Er zijn zoveel verhalen om ons heen die we niet zien als we niet goed om ons heen kijken.’

I Don't Wanna Dance draaide op Movies That Matter 2021 en is vanaf 10 juni te zien in Cineville. We spraken Flynn von Kleist ook tijdens de postproductie van de film over hoe het was om te werken tijdens een lockdown. Foto's: Lauren Murphy.

Lauren

Lauren is naast haar werk voor Cineville ook programmeur bij Imagine Film Festival en neemt overal haar stokoude camera mee naar toe. Ze houdt van heksen, muziekdocumentaires en alles dat larger than life is, en heeft een geheim keldertje vol B-horror.

Gerelateerde films

I Don't Wanna Dance

Een waargebeurd verhaal over een moeder en zoon, verteld en gespeeld door de jongen die het meemaakte.