In een uitverkochte bioscoopzaal zit altijd wel iemand met een hoestbui. Het geluid herinnert me eraan dat er ook nog een wereld is buiten die van de film waarnaar ik kijk. Net als wanneer iemand de zaaldeur opent om naar de wc te gaan. Dan weet ik weer dat ik binnen zit, met allemaal andere mensen op een rij, kijkend naar licht op een doek. Maar nog belangrijker: dan ben ik me ervan bewust dat ik even vergeten was dat ik dat aan het doen was.
Eén van de laatste uitverkochte zalen waar ik deel van uitmaakte was die van The Lobster, vorig jaar. Die film zit vol met scènes die je interessant zou kunnen noemen (dat hebben verschillende mensen ook al uitvoerig gedaan), maar de scène waarin een hond wordt doodgetrapt maakte in mijn zaal het meeste los. Om mij heen hoorde ik kreetjes van walging, anderen probeerden zich af te wenden van het scherm en een enkeling moest lachen — eigenlijk altijd de toevlucht voor wie die niet weet welke reactie van hem verwacht wordt.
Misschien vind ik het zó fijn om de buitenwereld te vergeten, dat ik een dode hond op de koop toe neem
Toen de hond eenmaal dood was stond plotseling een man op de eerste rij op. Hij trok zijn jas aan, zette zijn hoed op, richtte zich tot de zaal en zei: ‘Nou beste mensen, veel plezier nog met deze film.’ En hij vertrok. Een film kan ver gaan, maar blijkbaar werd voor die man een grens overschreden. De doodgetrapte hond was voor hem reden om te zeggen: ‘Toedeledoki, hier doe ik niet meer aan mee.’ En ik deed er dus nog wel aan mee, want ik bleef zitten. Ik vind het ook lastig te zeggen waar mijn grens ligt, ik ben nog nooit weggelopen. Misschien vind ik het zó fijn om de buitenwereld te vergeten, dat ik een dode hond op de koop toe neem.
Afgelopen weekend zat ik in een uitverkochte voorstelling van Nocturnal Animals, de nieuwe film van regisseur en mode-ontwerper Tom Ford. Dat schept de verwachting dat het een film wordt waarin vooral uiterlijk schoon van belang is, en ik herinner me dat ik me ergens tijdens het eerste half uur zorgen maakte dat we de rest van de film naar de reflecterende garagedeuren van de hoofdpersoon zouden moeten kijken, maar die zorg verdween gelukkig gauw toen diezelfde hoofdpersoon een pakketje ontving van haar ex-man. In het pakketje zit een aan haar opgedragen manuscript van zijn nieuwe boek. Het verhaal blijkt een extreem gewelddadige en nare thriller, maar, zo merkt zij gedurende de film, ze kan maar niet stoppen met lezen.
Velen interpreteerden dat als wraak: Om te compenseren voor de pijn die zij hem heeft gedaan, sleept hij haar mee in een gewelddadig en schokkend verhaal.
Ik denk dat je daarmee over het hoofd ziet dat hij haar ook iets schenkt: De mogelijkheid om de buitenwereld te vergeten, en te vergeten dat dat is wat ze aan het doen is.
Dit is de derde column van Peter Buurman op Cineville.nl. Lees ook de eerste en de tweede. Als Peter niet in de film zit werkt 'ie bij De Speld en Zondag met Lubach. Je vindt hier elke twee weken een editie van Buurman in de Bios.