Buurman in de Bios

Wat heb je aan sterren op de wc?

Peter vindt dat een goede bioscoop zich onderscheidt door goede toiletten om op na te denken. Zijn vriend Rik vindt dat een goede film zich onderscheidt door sterren. Peter denkt daar op het toilet even over na.

Ze hebben goede wc’s bij de FilmHallen in Amsterdam, en ik kan het weten, want ik zat er op één, afgelopen zaterdag. Ik heb daar vaak behoefte aan na de film, een rustige plek om nog even ongestoord na te denken. Een goede wc geeft daar de ruimte voor. Een goede bioscoop onderscheidt zich door een goed toilet. Voor The Movies bijvoorbeeld, in veel opzichten een goede bioscoop, valt daar nog wel wat te halen. Ze hebben daar voor de mannen maar één wc om op na te denken, en die is vaak bezet.

Een goede wc geeft  de ruimte om even ongestoord na te denken

Afgelopen zaterdag zat ik op één van de vier wc’s in de FilmHallen. Veel ruimte, maar niet veel om over na te denken. Ik had The Accountant gezien. Die film gaat over een autistische man die zo sterk is dat hij iedereen in een handomdraai in elkaar kan beuken. Goed, er slingerden wat verhaallijnen omheen. Subplots over de FBI, over een criminele organisatie, over een internaat voor autistische kinderen, en een reeks flashbacks die moest verklaren hoe het toch zo gelopen was dat deze verhaallijnen bij elkaar in één film terechtgekomen waren. Maar dat was eigenlijk allemaal van ondergeschikt belang. Het ging vooral om die autist die mensen in elkaar beukt.

Natuurlijk gaat het niet om het verhaal, zou Rik tegen mij zeggen. Ik ga vaak met Rik naar de bioscoop, sinds kort is hij groot voorstander van films met filmsterren. Als er geen sterren in de film zitten hoeft hij er niet meer naartoe, zegt hij.  Ik heb nog nagevraagd waarom precies, maar er zit geen uitgebreide filosofie achter. ‘Sterren zijn hard!’ zegt hij alleen. Als een showman spreidt hij dan zijn armen en herhaalt: ‘Sterren op het doek. Sterren zijn hard.’

De sensatie van een ster op het doek, natuurlijk kun je niet uitleggen waarom dat hard is

Toen Rik het tegen me zei voelde het als iets dat ik vanzelf wel zou begrijpen als ik het zou meemaken. De sensatie van een ster op het doek, natuurlijk kun je niet uitleggen waarom dat hard is, dacht ik, dat voel je gewoon. Rik zou Ben Affleck hard vinden, en ik ook, dacht ik. Ik zou vanzelf wel merken waarom.

Maar ik had het niet gemerkt, of ik had het gemist, dat kan natuurlijk ook. Op de wc bij de FilmHallen dacht ik vooral aan de man in het hokje naast mij. Ik hoorde hem telkens wc-papier pakken. Het klonk alsof hij met geweld het papier van de rol trok, meerdere keren. Ergens aan het einde had de film nog een statement over autisme willen maken, iets als: we moeten autisten niet te snel wegzetten, misschien hebben ze van alles te vertellen, maar weten ze alleen nog niet hoe. De film had volgens mij ook geen idee hoe.

Op die wc bij de FilmHallen bleef de man in het hokje naast mij met veel kabaal papier van de rol trekken. Ik heb extra lang gedaan over het wassen en drogen van mijn handen, omdat ik wilde weten hoe hij eruit zou zien als hij het hokje weer zou verlaten, maar het duurde zó lang. Hij zat er al toen ik binnenkwam en hij zat er nog steeds toen ik weer wegging. Wie weet, misschien zit hij daar nog steeds. Als je hem ziet, laat het me weten. Ik wil weten welke film híj heeft gezien.

Dit is de eerste column van Peter Buurman op Cineville.nl. Als Peter niet in de film zit werkt 'ie bij De Speld en Zondag met Lubach. Vanaf nu vind je hier elke twee weken een editie van Buurman in de Bios.

Peter Buurman

Als hij niet in de film zit, is columnist Peter Buurman redacteur bij De Speld, maakt hij podcasts en schrijft hij verhalen. Hij houdt van films over het bovennatuurlijke (Villeneuve, Lynch, Miyazaki) en juist het diep menselijke (Herzog, Von Trier). Voor Cineville schrijft ’ie om de twee weken over films die hem in de war brengen.