Zonder dat we ernaar vragen begint regisseur Levan Akin in ons Zoom-gesprek over Thelma & Louise. ‘Ik kan uren over die film praten.’ Ridley Scotts roadmovie uit 1992 heeft weinig met Akins nieuwe film Crossing Istanbul te maken, maar omdat Thelma & Louise ook een van ónze lievelingsfilms is gaan we er toch even over door. ‘Ik houd van hoe het over de vriendschap tussen twee vrouwen gaat. Ik houd van hoe ze elkaar inspireren, hoe ze de zeggenschap over hun levens terugpakken. Ik houd van het einde. Het is gewoon een prachtige film. Én een film voor volwassenen. Zonder explosies en superhelden. Dat soort films mis ik.’
Crossing Istanbul heeft ook geen explosies of superhelden. En ook geen achtervolgingsscènes door de Grand Canyon, geen score van Hans Zimmer, of Susan Sarandon in een cowboyhoed. Maar wie de vergelijking zoekt, kan ‘m toch maken. Net als Thelma en Louise beginnen Lia (Mzia Arabuli) en haar buurjongen Achi (Lucas Kankava) aan een reis die anders loopt dan ze zich hadden voorgesteld. Net als in Thelma & Louise raakt hun geld op. En hoewel ze als totale tegenpolen in de auto stappen, beginnen Lia en Achi – net als Thelma en Louise – naar mate de reis vordert steeds meer op elkaar te lijken.
Levan Akin brak in 2019 internationaal door met And Then We Danced, over de Georgische danser Merab die kriebels in zijn buik krijgt als de knappe Irakli de studio binnenwandelt. De film stuurde Robyns Honey naar de top van de Spotify Wrapped-lijstjes op het Cineville-kantoor en werd door Zweden gekozen als inzending voor de Oscars. Met Crossing Istanbul wilde hij opnieuw een queer verhaal vertellen, maar wel vanuit een ander perspectief: dit keer kijken we niet vanuit de kast naar buiten, maar andersom. Na de dood van haar zus besluit de norse Lia op zoek te gaan naar haar nichtje Tekla, met wie de familie al het contact heeft verbroken nadat ze uit de kast kwam als trans vrouw. Met frisse tegenzin neemt ze haar buurjongen Achi mee naar Istanbul, waar Tekla haar nieuwe leven zou hebben opgebouwd. Achi spreekt een beetje Turks, wil weg van zíjn conservatieve familie en heeft aan ‘nee’ geen boodschap, dus belandt hij op de bijrijdersstoel. Ver van hun kleine Georgische dorpje zien we Lia en Achi opbloeien, ruziemaken, spijt hebben en zichzelf zoeken, terwijl de camera soms het hoofd draait en weer op andere dingen focust: het leven van trans advocaat en activiste Evrim, straatschoffies die muziek maken, een kat die voorbij wandelt.
We videobellen met Akin over zijn ongewone roadmovie naar en door Istanbul. We hebben het over dansen op straat, personages die een knuffel nodig hebben en films maken in een wereld die steeds minder openstaat voor queer verhalen.
Er zit een spanning tussen traditie en vooruitgang in Crossing Istanbul, die ook in And Then We Danced zat. Waar komt dat vandaan?
‘Ik ben tussen twee culturen opgevoed: ik groeide op in Zweden, maar mijn ouders zijn Georgisch. De Georgische cultuur is meer traditioneel en misschien ook wat conservatiever. Daar ben ik nieuwsgierig naar, en naar de verschillen tussen generaties. And Then We Danced en Crossing Istanbul gaan over hetzelfde thema: je leven kunnen leven, zonder bezig te zijn met de mening van anderen. Dat gaat twee kanten op. Ik wilde dit keer een queer verhaal vertellen vanuit het perspectief van een familielid. Welke ontwikkeling maken zij door? Hoe komen zij op een punt van acceptatie? Dat had ik nog nooit gezien in films uit de regio.’
‘In And Then We Danced wil Merab gewoon dansen, zonder zichzelf te verstoppen. In Crossing Istanbul draait het om Lia en haar zus, die de persoon van wie ze het meest houden hebben afgestoten omdat ze trans is, en ze zich zó druk maakten om wat andere mensen daarvan zouden vinden en zeggen. Dat is iets om over na te denken. We verspillen allemaal op onze eigen manier ons leven. Daar kunnen veel mensen zich in herkennen.’
We verspillen allemaal op onze eigen manier ons leven.
De scène waarin Lia op straat danst, voelt als het punt waarop ze zichzelf van die druk loswringt.
‘Lia komt tot leven in Istanbul. De stad brengt haar in een roes. Eerder in de film ziet ze zichzelf als iemand zonder toekomstplannen. Ze bestaat totdat ze er niet meer is. Door in Tekla’s voetsporen te treden vindt ze zichzelf. Ze ontdekt de dingen waar andere vrouwen mee worstelen en ziet in dat ze misschien allemaal onderdeel van dezelfde strijd uitmaken. Daardoor kan ze zich openstellen.’
In lange takes danst de camera soms met je personages mee, met name in de scène op de ferry over de Bosporus. Hoe kwam je daarbij?
‘Eén van mijn inspiratiebronnen is het neorealisme. Ik wil dichtbij de karakters zijn, onderdeel uitmaken van het moment. We wilden ook een vibe vangen, een bepaalde melancholie, een stukje romantiek. We deden die lange takes al deels in And Then We Danced, in deze film zijn we wat meer gaan experimenteren. We lieten de camera afdwalen en een eigen leven leiden. De camera is een personage. Hij volgt Lia en besluit af en toe eens rond te kijken wat er verder op de boot gebeurt. Zo konden we het camerawerk ook gebruiken als overgang van Lia naar andere personages.’
Telkens als de camera afdwaalt ontdekken we ook een stukje van het straatleven van Istanbul. Heb je ooit overwogen het verhaal op een andere plek te laten plaatsvinden?
‘Het was altijd Istanbul. Ten eerste omdat veel trans vrouwen vanuit Georgië naar Istanbul gaan, op zoek naar werk. Het is een grote stad. Je kan jezelf er opnieuw uitvinden, je gemeenschap vinden. Ten tweede sloot Istanbul thematisch aan op het verhaal: het is zo’n veranderlijke stad. Ze transformeert continu – daar aan het water, vol met verschillende mensen. Ten derde: ik wilde altijd al een film in Istanbul maken. Ik heb er als kind veel tijd doorgebracht. Het is een stad die veel voor me betekent.’
Je film is een eerlijk portret van queer zijn in Georgië en Istanbul, zonder cynisch te worden. Hoe vind je die balans?
‘De wereld is al zo cynisch en donker. Ik vind het belangrijk om dat tegen te gaan, voor mijn eigen sanity. Maar het was ook gewoon wat ik in Istanbul zag. Ik heb tijd doorgebracht in de queer gemeenschap van de stad en zag hoe veerkrachtig en gelukkig mensen waren. Het beste wat je te midden van al deze bullshit kan doen is optimistisch blijven. Dat is de enige optie. Zodra je cynisch wordt of de hoop opgeeft, heb je verloren.’
Ik heb geen interesse in het tonen van geweld. Altijd maar geweld tonen normaliseert geweld als reactie.
Vind je het moeilijk om de dingen ook weer niet te rooskleurig af te schilderen?
‘Ik wilde het niet te veel romantiseren. Ik wil mijn werk baseren op de werkelijkheid. In And Then We Danced en Crossing Istanbul moet je voelen dat de personages tot een minderheid behoren. Het is óók iets gevaarlijks. Je kan het zien, je kan het horen, de personages praten erover, maar ik hoef het niet te laten zien. Ik heb geen interesse in het tonen van geweld.’
Dat doet me denken aan de scène waarin Evrim met een taxichauffeur afspreekt. Je denkt meteen: dit gaat fout.
‘Precies. Die scène speelt met clichés. Hij blijkt gewoon een aardige vent. Het is gebaseerd op het verhaal van één van de vrouwen die ik heb ontmoet. Ze datete een man uit een Koerdische familie. Hij was hetero en stapelverliefd op haar. Zijn familie vond dat hij niet met een trans meisje kon trouwen, en hij had zoiets van: fuck jullie, ik trouw met wie ik wil. Dat is het personage dat ik wil zien, dat is het verhaal dat ik wil vertellen.’
Het gesprek over queer film gaat meestal over de representatie van queer mensen zelf, niet van mensen als Lia of de taxichauffeur. Wilde je dat met deze film veranderen?
‘Ik denk dat het een brug naar acceptatie kan zijn: mensen zien die zich schamen. Als je een trans familielid hebt, kan een film als Crossing Istanbul je kijk veranderen. Film en kunst hebben zoveel invloed op mensen. Ik ben niet naïef, het is niet dat ik denk: oh, je bent super bevooroordeeld? Kijk mijn films maar, dan zal je leven veranderen. Maar je kan wel zaadjes planten. We worden allemaal geraakt door wat we om ons heen zien. Beelden zijn krachtig.’
Is dat ook waarom je liever geen geweld in beeld brengt?
‘Ik laat liever andere oplossingen zien. Er zit een scène in And Then We Danced waarin de broer van Merab naast hem in bed ligt en hem accepteert voor wie hij is. Als je dat ziet als broer van iemand die gay is, denk je misschien: oké, dus zo kan ik ook reageren. Altijd maar geweld tonen normaliseert geweld als reactie. Als je kan laten zien dat er andere manieren zijn om te reageren, om steun te bieden – natúúrlijk werkt dat inspirerend. Mensen zijn in staat tot zoveel empathie. Waarom hebben we het daar nooit over?’
De arc van Achi is dat hij een knuffel wil. Dat is genoeg.
Achi heeft eigenlijk geen goeie reden om mee naar Istanbul te gaan. Welke rol vervult hij volgens jou in de film?
‘Achi is net als Lia een slachtoffer van het patriarchaat. En van het kapitalisme, wat in verband staat met het patriarchaat. Hij wil ontsnappen. Al deze personages zijn slachtoffer van dezelfde systemen. Ze moeten alleen nog snappen dat ze in hetzelfde schuitje zitten. Dat Achi zo open en onbevooroordeeld is – bijna naïef – was erg belangrijk voor het verhaal. Daarnaast is hij vooral iemand die een knuffel nodig heeft. Ik weet nog dat iemand me in de scriptfase vroeg: wat is zijn arc? En toen zei ik: zijn arc is dat hij een knuffel wil. Dat is genoeg.’
Is dat een stukje neorealisme in je werk? Schijt hebben aan die Hollywood-verhaallijnen?
‘Wat me interesseert aan het neorealisme is dat het systeem de antagonist is. Het is de norm waar de personages doorheen moeten zien te navigeren. En wat voor ontwikkeling kan je doormaken als je actief onderdrukt wordt? Dan is er dus geen arc.’
Een paar maanden nadat je film op de Berlinale in première ging, voerde het Georgische parlement een wet door die LHBTQ+-rechten en uitingen inperkt. Hoe is het om de film in zo’n klimaat uit te brengen?
‘Het is een kleine groep die het hardst schreeuwt. Ik zie hetzelfde in Zweden gebeuren. Mijn film is praktisch dakloos, omdat ze niet past binnen het huidige filmklimaat in Zweden. Mensen bediscussiëren publiekelijk of het wel een Zweedse film is, terwijl het met Zweeds geld is gemaakt. We maakten met And Then We Danced een goede kans bij de Oscars, maar we zijn nu niet eens geselecteerd als Zweedse inzending. Ze hebben een of ander lokaal hitje gekozen van twee spelshow-presentatoren, een film die niemand buiten Zweden heeft gezien.’
‘De film is nog steeds niet in première gegaan in Georgië. Eerst was dat een bewuste keuze van ons maar nu kunnen we ‘m daar niet eens vertonen. Maar we vinden wel een manier. Ik heb m’n trucjes. Georgië kan niet verdergaan op dit pad. Er moet iets veranderen. De Georgische overheid bestaat uit een stelletje idioten, ze zijn het niet eens waard om serieus te nemen. Ze zijn in wezen marionetten van Rusland. Time will not be kind to them. Het is triest. Maar Georgië heeft voor hetere vuren gestaan. Dit zal ze ook overleven.’