In Quo vadis, Aïda? wast iedereen zijn handen in onschuld. Het is 11 juli 1995 en het veld buiten de basis van de Verenigde Naties bij Srebrenica stroomt vol met vluchtelingen. Het Servische leger, onder leiding van Ratko Mladić, is de stad binnengevallen, ondanks een ultimatum van de VN. De boodschap van de Nederlandse blauwhelmen aan de duizenden Bosniërs die buiten de hekken vrezen voor hun leven: Sorry, we zitten vol. We kunnen niks voor jullie betekenen. De slagboom blijft dicht. *Don’t shoot the messenger. *
Ondertussen trekt ook de VN-top haar handen van de situatie af: als kolonel Thom Karremans om luchtsteun vraagt, wordt hem verteld dat degenen die dat bevel kunnen geven helaas met vakantie zijn. Wanneer Karremans naar zijn eigen rol tijdens de val van Srebrenica wordt gevraagd, zegt hij met z’n handen omhoog: ‘I’m just a piano player.’ Het is een citaat van de échte Karremans, in gesprek met Mladić. Hij deed ook maar z’n werk. Don’t shoot the piano player.
Regisseur Jasmila Žbanić vindt dat Karremans er zo wel heel makkelijk vanaf komt. ‘De Nederlandse troepen waren wel degelijk bevoegd om zelf wapens in te zetten om burgers te beschermen. Ze hebben geen enkele kogel afgevuurd.’ In Quo vadis, Aïda? vertelt ze het verhaal van de val van Srebrenica en de daaropvolgende genocide van 8.000 Bosnische jongens en mannen vanuit het perspectief van tolk Aïda (Jasna Đuričić), die te midden van de chaos op de VN-basis haar werk probeert te doen. Ze rent kriskras door het gebouw, op zoek naar haar eigen familie, op zoek naar leidinggevenden, en vindt achter elke deur meer foute keuzes, incompetentie en overmacht. Tegelijkertijd wordt haar gevraagd om de instructies te vertalen die haar eigen volk de dood in zullen jagen.
Žbanić maakt al twintig jaar lang films over de Bosnische burgeroorlog en de littekens die deze achterliet. In 2006 won ze op het Filmfestival van Berlijn de Gouden Beer voor Grbavica, een film over de trauma’s van Sarajevo in wederopbouw. Toch is Quo vadis, Aïda? haar eerste film die ze middenin de oorlog plaatst. ‘Ik maak films over leven in het Bosnië van nu, maar om daar te komen moest ik eerst laten zien wat daarvóór kwam.’