
Quo Vadis, Aïda?
- Regie
- Jasmila Žbanić
- Met
- Jasna Đuričić, Sanne den Hartogh, Raymond Thiry, Juda Goslinga, Teun Luijkx
- Duur
- 102 min.
- Jaar
- 2020
- Taal
- Bosnisch, Nederlands
‘Een nodige confrontatie met een onverwerkt verleden. Hier ben je nog wel even stil van.’
Een film van Gouden Beer-winnaar Jasmila Žbanić (Grbavica) over de genocide in Srebrenica. Aïda (Jasna Đuričić) werkt in Srebrenica op de Nederlandse VN-basis als tolk in dienst van de Verenigde Naties. Samen met haar gezin en 20.000 andere Bosnische moslims zoekt ze een veilig onderkomen vanwege het oprukkende Bosnisch-Servische leger.
Quo Vadis, Aïda? toont de uren voorafgaand aan de dramatisch verlopen evacuatie van de vluchtelingen. Tot dan is Aïda er zeker van dat de VN ze zou beschermen, maar als de chaos steeds groter wordt, probeert ze zelf haar man en zonen te redden.
Bij de val van Srebrenica werden door het Bosnisch-Servische leger meer dan 8.000 jongens en mannen omgebracht. De bescherming van Srebrenica was op dat moment in handen van Nederlandse VN-soldaten.
‘Een nodige confrontatie met een onverwerkt verleden. En geen ver verleden: de Bosnische burgeroorlog, de val van de VN-enclave bij Srebrenica en de daaropvolgende genocide van ruim achtduizend moslimjongens en -mannen door Bosnisch-Servische troepen in 1995 staan voor velen — juist ook in Nederland — nog vers in het geheugen gegrift. Wanneer is de tijd rijp om dit trauma aan te gaan? Regisseur Jasmila Žbanić, zelf afkomstig uit Bosnië, is daar stellig over: die tijd is nú. Haar film Quo Vadis, Aïda? neemt ons mee naar de plek waar het zo ontzettend mis is gelopen. Verteld vanuit het perspectief van een Bosnische VN-tolk, die letterlijk tussen de partijen in komt te staan, confronteert Žbanić ons met de opeenstapeling van keuzes, fouten en omstandigheden waardoor een veilige haven veranderde in een dodelijke val. Tegen de achtergrond van zorgvuldig uitgewerkte historische feiten, is de film vooral een oefening in het voelbaar maken van wat er nog niet gezegd kan worden. Hier ben je nog wel even stil van.’