Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

Luca Guadagnino en Justin Kuritzkes over Queer: ‘Seks is een vorm van drama.’

Na het hete tennisdrama Challengers doken regisseur Luca Guadagnino en scenarioschrijver Justin Kuritzkes in de verfilming van William Burroughs’ novelle Queer. We spreken de twee over dit zweterige passionproject, waar Guadagnino als tiener al van droomde en Kuritzkes met hulp van wat arrogantie een nieuw (maar passend) einde bij bedacht.    

Tip van Emin

Queer

Een hete ayahuasca-trip van regisseur Luca Guadagnino door Mexico-Stad, met Daniel Craig en Drew Starkey in de hoofdrollen.

Zelf vindt Luca Guadagnino het ook niet erg origineel: een boek van een Amerikaanse beatnik, ontdekt door een puberende jongen die ineens alles op z’n plek ziet vallen en er niet over op kan houden. Iedereen heeft wel zo’n boek, of album, of film. Zo een waar je eigenlijk net te jong voor was toen je het tegenkwam, die de rest van je leven door je hoofd blijf spoken. Soms op een laag pitje, soms op hoog vuur. Misschien was het voor jou Nirvana’s Nevermind, of de eerste keer dat je Call Me By Your Name zag. Voor Luca Guadagnino was het Queer. De novelle van de Amerikaanse schrijver William Burroughs, waarin protagonist/zelfportret William Lee wanhopig door Mexico-Stad van bar naar bar hopt als een verdwaalde puppy met een crush op de jongere Eugene Allerton, werd geschreven in de vroege jaren 50, gepubliceerd in 1985 en even later door een 17-jarige Guadagnino verslonden. Origineel of niet: Guadagnino heeft de rest van zijn leven aan Burroughs gedacht.

Burroughs was lid van de ‘Beat Generation’, een generatie Amerikaanse schrijvers – onder wie ook Jack Kerouac (On the Road) en Allen Ginsberg (Howl) – die zich na de Tweede Wereldoorlog verzetten tegen de (stoffige) vertelvormen van de literatuur die voor hen kwam. Dat hield natuurlijk veel seks, drugs en revolutie in, maar ook hernieuwde liefde voor spiritualiteit, surrealisme, natuur en filosofie. Queer, een sequel op Burroughs’ eerdere William Lee-boek Junkie, gaat op het eerste oog over de net-niet-liefde tussen Lee en Allerton. Lee wil Allerton en Allerton doet alsof ‘ie niet hetzelfde wil. Steeds opnieuw durft de één pas dapper te zijn als de ander dat niet meer lukt. Tussen de regels door bruist een verhaal over verlangen, spoken, zelfhaat en bezetenheid. Waar Burroughs Junkie omschreef als een boek over zijn eigen verslaving aan morfine en heroïne, zag hij Queer als een verhaal over ontwenning. Masker af, gevoelens op turbostand, het hart van Lee (en Burroughs zelf) naakt, open en kwetsbaar. Ben je fan van Guadagnino, dan zie je vanaf de eerste bladzijde hoe het boek met zijn hele carrière vervlochten is. Bot en teder tegelijk, bij vlagen onnavolgbaar, het ene moment een koortsdroom en dan weer met beide benen in de echte wereld, broeiend onder het oppervlak en altijd méga gay en politiek – ook wanneer het dat niet letterlijk is. 

Luca omschrijft de film als een verhaal over een liefde die niet synchroon loopt

Nu, bijna driekwart eeuw na het ontstaan van Queer, het boek, is er dus Queer, de film: een surrealistische, zweterige en trippy reis door het Mexico-Stad van de jaren 50, druipend van verlangen (en seks). Guadagnino’s Challengers-metgezel Justin Kuritzkes schreef het script, Nirvana en Prince klinken op de soundtrack en de twee fragiele harten van Lee (Daniel Craig) en Allerton (Drew Starkey) draaien zinderende rondjes om elkaar heen.

We spreken Kuritzkes en Guadagnino via Zoom, waar ze vertellen hoe ze de de woorden van Burroughs vertaalden naar het witte doek. Met een beetje hulp van goede bekenden (ontwerper J.W. Anderson, componisten Trent Reznor en Atticus Ross en cinematograaf Sayombhu Mukdeeprom zijn na Challengers allemaal weer van de partij), maar vooral veel hulp van Burroughs zelf. Guadagnino: ‘Veel kwam uit het boek, en de beeldspraak van Burroughs. Dat hebben we naar het script vertaald. We hadden een aantal specifieke visuele richtlijnen – het werk van Vlaamse schilders Michaël Borremans en Francis Alÿs, de films van Powell & Pressburger – maar het kwam vooral vanuit Burroughs. Er staan prachtige beschrijvingen in het boek die we letterlijk hebben nagemaakt.’ Dat is niet per se nieuw voor de regisseur. ‘Burroughs is één van de haken waarmee ik de steile muur van creativiteit beklim.’ Kuritzkes: ‘De film is onze vertaling van wat Burroughs omschreef. In het boek spelen veel scènes zich af in Lee’s hoofd, zoals de hand van een geest die iemands gezicht aanraakt. Die beelden besloten we naar buiten te brengen.’

Het merendeel van Queer blijft dan ook dichtbij het boek, van de intens-cringe buiging waarmee een dronken Lee met Allerton probeert te flirten, tot de kroeggesprekken in expat-bar Ship Ahoy en het intieme, beladen moment waarop een slapende Allerton zijn been over dat van Lee slaat. ‘Ik wilde niks aan het boek opdringen,’ vertelt Kuritzkes. Toch komt de laatste akte, waarin de twee een ayahuasca-trip beleven in de Ecuadoraanse jungle, grotendeels uit zijn eigen brein. ‘Je moet arrogant genoeg zijn om te zeggen: het voelt alsof het boek in deze richting beweegt, ook al heeft het dat punt niet bereikt. Daar voelde ik wel veel spanning bij, omdat het zo’n legendarisch werk van een legendarische schrijver is. Maar op een gegeven moment moet de gezonde spanning van het filmmaken zwaarder wegen dan de angst om grote beslissingen maken.’ 

We wilden laten zien dat er een vorm van communicatie plaatsvond. In dit geval is dat in de vorm van twee botsende lichamen

‘Ik wilde dat er iemand getuige was van de relatie tussen Lee en Allerton. Luca omschrijft de film als een verhaal over een liefde die niet synchroon loopt, niet een verhaal over onbeantwoorde liefde. De scène waarin ze samen ayahuasca nemen is juist een moment van synchroniciteit. Dr. Cotter [Lesley Manville als een gestoorde wetenschapper die de mannen aan de drugs helpt, red.] doorziet ze volledig. Het maakt het voor Allerton onmogelijk om te ontkennen wat er is gebeurd. Als hij zich van deze relatie afwendt, moet hij het doen met die kennis. Dat voelde belangrijk.’ Guadagnino geeft credit where credit’s due: ‘Het is een deel van de film dat volledig door jou gecreëerd is, Justin. Het zat niet in het boek, maar het komt vanuit de ziel van het boek.’ 

Na de première van Queer op het filmfestival van Venetië had de halve filmkijkende wereld het over de seksscènes. Wel necessary to the plot of niet necessary to the plot: het zal Guadagnino een worst wezen. ‘We wilden laten zien dat er op die momenten een vorm van communicatie plaatsvond tussen de personages. In dit geval is dat in de vorm van twee botsende lichamen.’ 

Kuritzkes wilde vooral dat er iets op het spel stond: ‘Bij elke vorm van intimiteit op film vind ik het belangrijk dat het iets onthult over het personage, dat de film door blijft gaan in dat moment. De seksscènes uit de tijd waarin ik opgroeide waren vaak montages. Dan voelde het alsof het verhaal op pauze stond. In Queer wordt er tijdens de seksscènes iets essentieels verwerkt. De hele film draait om twee mensen die hun relatie proberen te laten werken. Seks is een hele alledaagse manier waarop gewone mensen, dag in dag uit, hun eigen relaties proberen te laten werken. Seks is een vorm van drama die overal plaatsvindt. En zolang iets dramatisch is, kan je het in een film stoppen.’

Tip van Jente

Challengers

Een sexy tennisfilm van Luca Guadagnino! Met Zendaya, Mike Faist en Josh O’Connor.

Als je mensen in een hokje plaatst, hun fundamentele energie probeert in te perken, komt het er linksom of rechtsom uit

Challengers, de film die Kuritzkes en Guadagnino vorig jaar samen maakte, begint en eindigt met de twee botsende lichamen van Josh O’Connor en Mike Faist. Verder hebben de twee films – de een over tennissers in 21e eeuws Amerika, de ander over twee ex-mariniers in 1950s Mexico – op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen. Toch zijn er vergelijkbare thema’s te vinden, thema’s die je ook terugziet in het werk van Burroughs en bijna ál Guadagnino’s films. ‘Beide films gaan over mannelijkheid en repressie,’ vertelt de regisseur. ‘Iedereen kan daar een eigen punt van maken vanuit verschillende perspectieven en met verschillende texturen, maar Challengers en Queer gaan over mannelijke repressie. Mannen die hun eigen instinct onderdrukken.’ 

Voor Kuritzkes was tennis dé sport om die onderdrukking te onderzoeken: ‘Tennis draait om repressie. Het is een vechtsport, maar in tegenstelling tot boksen probeer je de ander juist níet aan te raken. Het is een sport die wordt vormgegeven door de beperkingen van de geometrie. Het veld bestaat uit hokjes binnen hokjes. Je moet binnen een bepaalde tijd serveren en de bal in een heel klein, specifiek vakje zien te krijgen. Maar zodra dat gebeurt, neemt er een soort wilde ongeremdheid over. All bets are off. Tennis zit vol opgekropte energie. Daarom zie je spelers ook helemaal doordraaien of hun rackets kapotslaan. Als je mensen in een hokje plaatst, hun fundamentele energie probeert in te perken, komt het er linksom of rechtsom uit. Beide films draaien om die repressie.’

Volgens Guadagnino lijden zijn personages allemaal aan het feit dat ze zichzelf geen lastige vragen durven te stellen. ‘Wat wil je écht doen met je leven? Wat wens je jezelf toe? Wie wil je zijn? Mét wie wil je zijn? Hoe kan je alles uit jezelf halen? Alle mogelijke versies van jezelf ontdekken? Als je dat allemaal onderdrukt, als je jezelf belast met het onder controle houden van je eigen instinct, dan leef je vanuit een soort tragische ontwenningsverschijnselen.’

Jente

Jente doet graag alsof ze een enorm verfijnde smaak heeft, maar in werkelijkheid geldt vaak: hoe slechter de film, des te meer ze ervan geniet.

Gerelateerde films

Tip van Jente

Challengers

‘Ik wist niet dat ik rode oortjes kon krijgen van een tennisrally. Was ik maar een tennisbal.’

Tip van Jantine

Call Me by Your Name

‘Oooh, heimwee naar dat zinderende, hitsige, totaal onzekere en onbestemde gevoel en niets liever willen. Wanneer begint de zomervakantie?’

Tip van Emin

Queer

‘Onbeschaamd gay en onbeschermd geil. Ik wil zweten, zuipen en m'n ziel zoeken met deze mannen.’