Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

‘Ik heb me altijd over alles schuldig gevoeld.’ Regisseur Babak Jalali over Fremont

Soms zit het leven mee. Als je het telefoonnummer van een interessant iemand in een gelukskoekje vindt, bijvoorbeeld, of als de perfecte hoofdrolspeler voor je film je opeens een mail stuurt. Of als je 88 minuten vrij hebt om naar Fremont te gaan, een zachtaardig portret van een Afghaanse vrouw in de VS, die steeds meer durft te dromen. We spraken regisseur Babak Jalali over de kleine toevalligheden en grote levensverhalen achter zijn film.

Handjes opsteken: wie hier heeft er ooit van Fremont gehoord? Nee? Je bent niet alleen. Tot een paar jaar geleden wist regisseur Babak Jalali ook niet van het bestaan van het stadje. Op veertig minuten rijden van San Francisco, een uurtje met de trein, vind je er de grootste Afghaanse gemeenschap van de Verenigde Staten. En heb je 88 minuten, dan vind je er een van de mooiste films van deze zomer. In Fremont, de nieuwe film van Jalali, ontmoeten we Donya (Anaita Wali Zada in haar allereerste rol): 22 jaar oud, werkend in een gelukskoekjesfabriek en slapeloos. In haar geboorteland Afghanistan was ze vertaler voor de VN, nu vouwt ze velletjes deeg om strookjes papier met boodschappen als ‘Now is the time to explore’. Donya wil slaappillen, maar haar psychiater (Gregg Turkington) wil liever dat ze praat: over Afghanistan, over haar trauma’s. Donya heeft het te druk voor trauma’s, vindt ze zelf. Tussen de therapiesessies door maakt ze promotie bij de fabriek en begint ze zélf strookjes papier te vullen met hoopvolle boodschappen, waaronder eentje met haar telefoonnummer. Het is de eerste stap naar een vers opengebroken leven en een roadtrip langs, onder andere, een emotionele karaoke-avond en een hete automonteur (Jeremy Allen White).

Tip van Jente

Fremont

Zwart-witfilm over Donya die niet kan slapen en werkt bij een gelukskoekjesfabriek.

Het idee voor Fremont ontstond tijdens de opnames van Jalali’s tweede film, Radio Dreams (2016), met een glansrol voor de Afghaanse rockband Kabul Dreams. Die film werd opgenomen in San Francisco en Berkeley, waar crewleden Jalali vertelden over een stadje vlakbij dat een grote Afghaanse gemeenschap huisvestte. Jalali ging erheen, werd meteen vaste gast bij een Afghaans restaurant en ontmoette de vluchtelingen en vertalers waar hij, samen met co-scenarist Carolina Cavalli, Fremont op baseerde. Toen hij cinematograaf Laura Valadao benaderde om de film te draaien, bleek dat ze uit Fremont kwam.

Het zijn dit soort kleine toevalligheden, onopmerkelijke ontmoetingen en alledaagse absurditeiten die Fremont, gefilmd in zacht zwart-wit en voorzien van een jazzy sitar-score, haar glans geven. Een beetje Paterson, een beetje Fallen Leaves, maar vooral heel erg Jalali: ‘Ik hou van het absurde. Als kind kon ik niet stoppen met lachen als ik iemand zag vallen. Dat heb ik pas op late leeftijd onder controle gekregen. Dus misschien komt mijn stijl daar vandaan. Al is het wel fijner om de humor te vinden in dingen waarbij niemand fysiek gewond raakt.’

Via Zoom spreken we met Jalali over de bitterzoete timing van zijn film, over gelukskoekjes, survivor’s guilten ruziemaken bij de bushalte. Wanneer we hem bellen ligt hij ziek in bed, maar zijn antwoorden zijn nog net zo scherp als zijn film.

Oké, een eerste prangende vraag: waarom gelukskoekjes?

‘Alle credits voor de gelukskoekjes gaan naar mijn co-scenarist Carolina Cavalli. Jaren terug waren we samen in San Francisco en nam de producent van de film, Marjaneh Moghimi, ons mee naar een gelukskoekjesfabriek in Chinatown. De oppervlakkige regisseur in mij dacht meteen: o mijn god, deze plek is amazing, we moeten hier iets filmen. Het voelde alsof de tijd er had stilgestaan. De machines zijn al vijftig jaar hetzelfde. Uiteindelijk werd het een gelukskoekjesfabriek in Oakland, die er precies hetzelfde uit zag als die in San Francisco. We konden het niet maken om de fabriek vijf dagen te sluiten, dus we filmden terwijl er koekjes werden gemaakt. Als ik cut riep, gingen de machines weer aan. Zodra zij stopten, gingen wij draaien.’

‘De film gaat over mogelijkheden. Carolina vond het interessant om Donya met de verantwoordelijkheid op te zadelen om anderen te vertellen wat er mogelijk is. Gelukskoekjes beloven niks glorieus. Er staat nooit in dat je miljonair of koningin gaat worden. Soms zijn de teksten complete onzin, maar soms lees je er eentje die je aan het denken zet.’

Als je alleen de narigheid laat zien, creëer je een afstand tussen de kijker en het personage

De mensen in de koekjesfabriek en daarbuiten voelen heel echt, alsof de film elk moment kan switchen naar een ander levensverhaal.

‘Donya is een outsider, maar eigenlijk zit de hele film vol met outsiders. Voor Donya is dat omdat ze een immigrant is, maar haar collega Joanna, bijvoorbeeld, is ook een beetje verloren.De psychiater heeft z’n eigen issues. De monteur zit ergens in the middle of nowhere auto’s op te knappen. Tijdens het schrijven waren we op zoek naar herkenning en vertrouwdheid in het onbekende. Naar de connectie die je kan hebben met mensen die zich net als Donya aan de randen van hun werelden begeven.’

‘Films over immigranten en vluchtelingen gaan vaak alleen maar over de ellende. Niet dat dat niet klopt of dat het leven als immigrant rozengeur en maneschijn is, maar als je alleen de narigheid laat zien, creëer je een afstand tussen de kijker en het personage. Je zit 90 minuten te kijken en medelijden te hebben, en als de film is afgelopen ga je een drankje halen en is het voorbij. Het personage blijft altijd de Ander. Terwijl een vluchteling of immigrant in de eerste plaats een mens is. Een 22-jarige Afghaanse vrouw is niet veel anders dan een 22-jarige Nederlandse, Duitse, Filipijnse of Uruguayaanse vrouw. We hebben allemaal dezelfde basisbehoeften. Je wil ’s avonds rustig naar bed kunnen gaan. Je wil de volgende dag wakker worden en iets te doen hebben. Je wil slapen. Je wil gezelschap. Daar begon Donya’s personage. Toen we de bijrollen schreven, wilde ik niet een kwaadaardig, gemeen wit persoon creëren die haar als buitenstaander ziet. Ik wilde haar contact laten maken met anderen, en de basis van dat contact was dat dat óók mensen zijn die een beetje verloren zijn, op hun eigen manier.’

Zit dat gevoel van verloren zijn ‘m ook in Donya’s survivor’s guilt?

‘Ik ben zelf toen ik acht was vanuit Iran naar Engeland geëmigreerd. Als kind is het makkelijker. Een week na onze aankomst was ik al op school aan het voetballen. Maar ik zag wel hoeveel moeite mijn ouders ermee hadden. Ik herinner me dat schuldgevoel, dat wij waren vertrokken en de rest van mijn familie achterbleef. Het was tegen het einde van de Eerste Golfoorlog, Iran was een totale puinhoop. En al mijn neefjes en nichtjes, tantes en ooms, grootouders, die bleven daar. Ik had een allesoverheersend gevoel van: waarom ben ík nou de gelukkige? Terwijl ik er niet voor had gekozen, ik was gewoon op een vliegtuig gezet.’

‘Op mijn 22e ben ik voor het eerst weer terug geweest naar Iran. Toen besefte ik pas dat iedereen in die veertien jaar gewoon geleefd had, en oké was. Maar het zit nog altijd in me. Het schuldgevoel verplaatst zich naar andere dingen. Ik heb me altijd over alles schuldig gevoeld. Dat merk ik ook in gesprekken met andere immigranten en vluchtelingen. Het weerhoudt je ervan om door te gaan met je leven, om te genieten. Donya kon wegkomen, anderen niet. Dat doet iets met je. Het remt je af.’

Tip van Jente

Fallen Leaves

De nieuwe film van de Finse drinker, roker en rocker Aki Kaurismäki.

Joanna zegt op een gegeven moment tegen Donya: ‘You have to keep meeting people.’ Kan dat een medicijn zijn, denk je?

‘De kleine momenten zijn het belangrijkst, in al mijn films. Ik was vijftien toen ik wist dat ik films wilde maken, en dat kwam door een random bioscoopbezoek aan een film van Aki Kaurismäki. Ik was in shock. Het feit dat je anderhalf uur naar iets kan kijken dat gevuld is met alledaagse momenten en dat het je zó kan raken. Een simpele dialoog deed meer met me dan de literaire meesterwerken die ik bij Engels las. In Fremont gebeurt niks monumentaals. Niemand krijgt een hartaanval of een auto-ongeluk. Er zijn geen grote verschuivingen. Juist de kleine gebeurtenissen hebben impact op de personages.’

‘Soms praat je met een wildvreemde bij de bushalte of in een bar. Je kent elkaar niet. Hij weet niks over jou, jij weet niks van hem. Ken je die momenten? Dat je een paar woorden wisselt en het je zoveel meer doet dan een gesprek met een geliefde, of iemand die je al jaren kent? Ik kom net terug uit Armenië, waar ik op weg was naar een screening. Er stond een oud stelletje bij de bushalte over de dienstregeling te ruziën, in het Armeens. Ik heb denk ik wel zes minuten staan kijken, ook al kon ik niks verstaan. Uiteindelijk maakten ze het weer goed. Het voelde als de meest interessante zes minuten van m’n leven. Dat soort dingen trekken me aan. Ik wil niet zeggen dat het je leven per se verandert, maar het effect kan verrassend groot zijn. Net als de boodschap van een gelukskoekje.’

Je kan alleen dromen als je kan slapen

Ik wilde het ook hebben over Donya’s slapeloosheid. Het lijkt een soort cyclus: ze kan niet slapen door haar herinneringen, en het feit dat ze niet kan slapen maakt dat ze niet kan dromen van iets anders dan haar herinneringen.

‘Ja, ik denk dat je daar gelijk in hebt. Je kan alleen dromen als je kan slapen – los van dagdromen dan. Donya’s slaaptekort berooft haar van de kans om een andere wereld te betreden. Tegelijkertijd zorgt het er ook voor dat ze blijft dagdromen. Het heeft een dubbel effect: als ze wakker is, wordt ze weemoedig. Slapeloosheid gaat vaak samen met posttraumatische stress. Donya gaat naar de psychiater omdat ze wil slapen, niet omdat ze wil praten. Maar de dokter heeft zoiets van: ik kan je niet zomaar pillen geven. Je moet je eerst openstellen.’

Er heerst in de kunst vaak het idee dat je diep moet gaan, je trauma’s moet confronteren of het ‘zwaar’ moet hebben om iets groots te creëren. De eigenaar van de gelukskoekjesfabriek laat Donya teksten schrijven omdat, volgens hem, ‘people with memories write beautifully’. Ben je het daarmee eens?

‘Als scenarist val ik wel terug op mijn herinneringen. Mijn eerste film, Frontier Blues uit 2009, is gebaseerd op mijn herinneringen en die van de mensen uit mijn geboorteplaats, verhalen die mijn grootvader me vertelde. Het was heel vreemd, want ik was van mijn achtste tot m’n 22e niet in Iran geweest. Al mijn eigen herinneringen waren dus van voordat ik wegging. Ik kon meer dingen terughalen van toen ik zes was, dan van mijn leven in Londen op m’n achttiende. In Londen maakte ik continu nieuwe dingen mee, dus die herinneringen werden steeds overschreven. Maar alles van vroeger bleef bewaard. Dus ja, herinneringen hebben altijd een belangrijke rol in mijn schrijven gespeeld, al werd het nooit meer zo persoonlijk als die eerste film. Maar ook als ik iets schrijf wat niet autobiografisch is, is het beïnvloed door mijn eigen ervaringen. Dat citaat is niet per se zelfreflectie trouwens – ik wil niet doen alsof mijn herinneringen me een geweldig schrijver maken. Ik sta er juist ook voor open om over andere dingen te schrijven.’

Fremont gaat juist ook over hoe waardevol het is om een beetje interesse in een ander te tonen.

‘Ja, precies. Als filmmaker moet je je niet beperken tot dat wat je kent. Autobiografische films vind ik een beetje narcistisch. Ik voel niet meer de behoefte om een film over mijn eigen leven te maken, zo interessant is mijn leven niet. Maar ik denk wel dat je eigen ervaringen je kunnen helpen.’

Fremont gaat ook niet over mij, het is het verhaal van een 22-jarige vrouw. Ik ben niet Afghaans, of een vrouw, of 22. Maar er zit wel een Afghaanse verhaallijn in het merendeel van mijn films, om meerdere redenen. Deels omdat Afghanistan en Iran een taal en geschiedenis delen, er zijn veel culturele gelijkenissen. En als we het over schuldgevoel hebben: Iran heeft een grote Afghaanse gemeenschap, en één van de dingen waar ik me als Iraniër het meest schuldig over voel is hoe we de Afghanen in mijn land hebben behandeld. Ik weet nog dat ik mijn ouders als kind vroeg waarom. Daar hadden zij natuurlijk ook geen antwoord op.’

Als filmmaker moet je je niet beperken tot dat wat je kent

Wanneer hebben jullie de film eigenlijk geschreven? De première was al anderhalf jaar geleden, en er is de afgelopen jaren zoveel gebeurd in Afghanistan, Iran, de VS, Engeland. Ik kan me voorstellen dat het vreemd is om zo lang met dit verhaal bezig te zijn.

‘We begonnen in 2018 al met schrijven. Het plan was om in 2020 te gaan draaien, maar door de pandemie kwam alles stil te liggen. We dachten toen dat dat het einde was, dat de film dood was. Drie jaar later belde Marjaneh Moghimi, de eerste producent van de film, me om te vertellen dat ze ziek was. Samen met de andere producers hebben we toen besloten om de boel weer in gang te zetten. Marjaneh overleed tien dagen voor we begonnen met filmen, maar ze heeft wel geweten dat de film gemaakt werd. Dat was heel belangrijk voor haar, omdat we al vijf jaar samen met dit project bezig waren.’

‘Toen we het scenario schreven was er nog geen sprake van een Taliban-regime in Afghanistan. Vijf maanden voordat ik naar Amerika ging om de film te maken kwamen ze weer aan de macht. Als we de film in 2020 hadden gemaakt zouden we Anaita niet hebben gevonden, want toen was ze nog niet in de VS. We hadden een open casting call op social media gezet en naar Afghaanse gemeenschapshuizen in de VS gestuurd. De meeste reacties die we kregen waren van Afghaanse vrouwen die tweede generatie immigranten waren en perfect Engels spraken, maar nauwelijks Dari. Ik begon me al zorgen te maken, tot ik een mailtje van Anaita kreeg. Ze was nog maar zes maanden in de VS, geëvacueerd na de terugkeer van de Taliban op één van de vluchten die we zoveel in het nieuws zagen. Ze woonde in Maryland, had nog nooit geacteerd en sprak geen Engels. Ik dacht dat ze zich in Donya zou kunnen herkennen: ze was ook 22 en had net haar hele familie in Afghanistan achtergelaten om een nieuw leven te beginnen.’

’Het waren met afstand de vreemdste omstandigheden waar ik ooit een film onder heb gemaakt. Tien dagen voor het draaien stond ik nog op een begrafenis van een dierbare vriendin. Anaita ging ook door een hele gekke periode in haar leven. Ze was net geëmigreerd en stond ineens voor een crew van veertig man. Timing is everything. Het was een gelukje, en tegelijkertijd heel verdrietig. Ik had natuurlijk liever gezien dat onze producer er nog was en de Taliban niet was teruggekomen.’

Na de première van Fremont op Sundance had iedereen het over de ‘nieuwe film met Jeremy Allen White’, maar hij speelt eigenlijk maar een klein rolletje. Toen ik de film uiteindelijk zag dacht ik: maar ho eens, kunnen we het even over háár hebben? Is het gek om met zo’n combi van doorgewinterde en onervaren acteurs te werken?

‘Misschien heb ik geluk gehad! Voor mijn vorige drie films heb ik alleen maar met onervaren acteurs gewerkt, dus daar was ik aan gewend. Gregg Turkington, die de psychiater speelt, en Jeremy zijn de enige professionele acteurs in de film. Ze wisten dat Anaita dit nooit eerder had gedaan en dat ze moest werken in een taal die ze niet goed spreekt. Het was zo’n bizarre wereld voor haar, en daar waren ze heel behulpzaam in. De eerste twee draaidagen hebben we meteen de scènes met Jeremy opgenomen. Dat moest vanwege de planning. Anaita werd meteen in het diepe gegooid. Maar ik denk ook dat dat haar het zelfvertrouwen gaf om door te gaan.’

‘Ik hoop dat Anaita blijft acteren. Ik vind echt dat ze talent heeft. En ik hoop dat ze haar niet typecasten en alleen maar rolletjes geven als moeder of zus van een terrorist, of iets anders raar Oriëntalistisch. Ik denk dat ze alles kan doen wat ze zou willen doen.’

Jente

Jente doet graag alsof ze een enorm verfijnde smaak heeft, maar in werkelijkheid geldt vaak: hoe slechter de film, des te meer ze ervan geniet.

Gerelateerde films

Tip van Jente

Fremont

‘Breek ‘m voorzichtig open, deze film, en hij werpt je zo een geluksdroom in je schoot.’