Amir (Amir Pousty) is een geheimzinnig mens, met meer haar dan gezicht. Het soort dat er vaak snel vandoor gaat met het vage excuus dat hij nog wat zaakjes moet regelen. In Ali Ahmadzadehs derde feature Critical Zone (2023) zien we hem voornamelijk in zijn auto tussen zijn verschillende levens navigeren: verzorger in een rusthuis voor ouderen, huisarts op bezoek bij patiënten thuis, maar vooral drugsdealer op de wegen van Teheran.
Essays van Esha
Critical Zone: drugs en medicijnen in de marges van Teheran

Ali Ahmadzadehs Critical Zone is een beklemmend portret van een eenzame, lethargische drugsdealer in het uitzichtloze niemandsland van nachtelijk Teheran. Volgens essayist Esha Guy Hadjadj wellicht een reactie op een politiek steriele tijd: ‘Het is niet de eerste keer dat een bloederig en uiteindelijk machteloos protest een generatie kunstenaars baart die weinig hoop hebben in de toekomst.’

Critical Zone
Samen met zijn hond rijdt drugsdealer Amir 's nachts door Teheran. De moderne profeet ontfermt zich tegelijkertijd over verloren zielen – zijn klanten.
De meeste plekken waar Amir komt, zijn nauwelijks echte ruimtes. Eerder overgangen tussen twee gangbaardere locaties. Het zijn plekken die we nauwelijks bewust meemaken omdat ze niet bedoeld zijn om te beleven. Auto’s, verkeerstunnels, vliegvelden, liften, kiosken en busjes langs de kant van de weg, waar je even je thermoskan met koffie of thee kan vullen. Ziekenhuizen en verzorgingstehuizen ook, overgangsruimtes tussen leven en dood. We kijken toe hoe Amir in de donkere tussenruimtes van Teheran leeft, zoals muizen tussen muren en verdiepingen leven.
Het zorgt voor een beklemmende film, waarin weinig gepraat wordt en geluiden dof nagalmen. De keuze voor de locaties heeft ongetwijfeld te maken met de beperkingen van de opnames. Ahmadzadeh had geen vergunning gekregen om te draaien in Teheran, dus moest hij de film in het geheim zien te maken, met verstopte camera’s en afgesloten ruimtes. Waarom hij geen vergunning kreeg is onduidelijk, maar de Iraanse regering heeft de film direct verboden vanwege het vermeende pornografische karakter.
In plaats van plot of dialoog focust Critical Zone vooral op de handelingen van Amir. Hoe hij de drugs sorteert in plastic zakjes, jointjes opsteekt, ouderen voedt en roekeloos met zijn auto door Teheran scheurt. En bij alles wat hij doet diezelfde mistige blik. Het resultaat is een specifieke sfeer die mij nog een aantal uur na de film heel bewust maakte van iedere handeling die ik deed. Koffie zetten, tanden poetsen: de camera van Ahmadzadeh achtervolgt nog een tijdje.
Ondanks zijn drukke nachtleven is Amir vooral een eenzaam mens. Tegen een verloren geliefde zegt hij dat hij, op haar en zijn hond na, niemand in deze miljoenenstad heeft. Hij is bij lange na niet de enige. Door de beknopte dialogen krijg je het idee dat niemand zichzelf wil blootstellen aan de ander. En wanneer iemand even een binnenkijkje geeft, kan die op weinig meer dan een schouderklopje rekenen. Wanneer een van Amirs klanten op zijn schoot uithuilt omdat zijn leven een puinhoop is, troost Amir hem even en jaagt hem vervolgens met een list zijn auto uit. Nog voordat de klant zich omdraait is hij er weer vandoor.
In plaats van de revolutionaire waarden van het toekomstige Iran, licht Critical Zone vooral gelatenheid uit
Tekenen van een politiek steriele tijd misschien. De protesten in 2022 gaven even hoop, maar de autoriteiten sloegen ze hardhandig neer. Net als de grootschalige protesten tegen verkiezingsfraude in 2009 die Ahmadzadeh als student meemaakte, en die hem een cynische kijk op de wereld gegeven lijken te hebben. In plaats van de revolutionaire waarden van het toekomstige Iran, licht Critical Zone vooral gelatenheid uit. Als je dan zo nodig moet ontsnappen aan de maatschappij, doe dat dan niet door de straat op te gaan en je hijab in brand te steken, maar door thuis of in je auto opium te roken. In deze tijd van beklemmende vroomheid en talloze verboden tart je de staat nog het meest door uit je auto te schreeuwen en je middelvinger op te steken. Niet voor niets is impotentie een thema in de film.

Het is niet de eerste keer dat een bloederig en uiteindelijk machteloos protest een generatie kunstenaars baart die weinig hoop hebben in de toekomst. In de jaren 90 gebeurde er iets vergelijkbaars in Egypte. Door vrede met Israël te sluiten veranderde het land van een leidende Arabische natie op het wereldtoneel in de zoveelste vazalstaat van de VS. Voor linkse geëngageerde kunstenaars luidde deze gebeurtenis de doodsklok voor hun werk. Echte maatschappelijke verandering, daar geloofde niemand meer in. De opzwepende poëzie en geëngageerde films van een clubje kunstenaars leken plots eerder farce dan gemeend.
In plaats van hoopvolle politieke vergezichten af te schilderen waar niemand meer in geloofde, dronken en rookten vele kunstenaars liever de nachten weg in de paar café’s van Caïro waar dat schaamteloos kon. Daar inspireerden ze elkaar tot in de kleine uurtjes met de boeken die ze zouden schrijven en de films die ze zouden maken – als ze daar ooit de kans toe kregen. Ondanks de institutionele en politieke beperkingen, heeft het wat van de mooiste literatuur voortgebracht, zoals van de dichteres Iman Mersal: vol ironie, kleine teleurstellingen, en kleinere overwinningen. Doordat alle schijn was verdwenen dat deze kunstenaars met hun werk de maatschappij konden veranderen, richtten ze zich op alledaagse gebeurtenissen.
Doordat alle schijn was verdwenen dat deze kunstenaars met hun werk de maatschappij konden veranderen, richtten ze zich op alledaagse gebeurtenissen
Ahmadzadeh toont zich rebels door zonder toestemming een film te schieten, maar dat neemt niet weg dat het resultaat vooral lethargie uitstraalt. Wat overblijft zijn kleine daden van medeleven en koelbloedigheid, een uitzichtloos wereldbeeld zonder alternatieven. Ahmadzadeh wekt die indruk des te meer door de GPS telkens te laten herhalen waar Amir naartoe moet, alsof er geen andere opties mogelijk zijn. Misschien dat Ahmadzadeh wil laten zien dat verandering in Iran zowel noodzakelijk als onmogelijk is.
In onzekere tijden zijn kunstenaars en denkers, vooral mannelijke, graag profeten. Met de mond vol grote woorden als dictatuur, rechtvaardigheid en emancipatie willen ze het land duiden en de juiste richting op wijzen. Wie niet luistert heeft zijn verdoemenis aan zichzelf te danken. Vergeleken met deze profeten voelt de gelatenheid van Ahmadzadeh of Mersal als een welkome ontnuchtering. Hun wereldbeeld doorprikt tenminste de hoogdravende retoriek van kunstenaars en activisten. Met het verdwijnen van de profeten is er ruimte om intiemere vormen van macht te onderzoeken, machtsverhoudingen tussen individuen bijvoorbeeld. Neem bijvoorbeeld dit fragment uit Mersals gedicht The Threshold, vertaald naar het Engels:
When the oldest of us suggested
that we become more forward thinking
I conceived of a way to convert public toilets
into stalls for weeping
and public squares into urinals
and then all of a sudden
one long-serving intellectual screamed at his friend
When I’m talking about democracy
You shut the hell up
so we ran for it
Ahmadzadeh en Mersal bieden geen visie of uitweg. Die verantwoordelijkheid leggen ze bij ons neer, door de vraag te laten stellen: ‘Waarheen?’
Esha Guy Hadjadj (1994) is schrijver, vertaler en journalist. Hij schrijft onder andere voor De Groene Amsterdammer, OneWorld en de Nederlandse Boekengids. Momenteel werkt hij aan zijn debuutroman.