Was Holy Spider afgelopen voorjaar – toen de grimmige misdaadfilm in première ging op het Filmfestival van Cannes – al een pijnlijke, gewelddadige reflectie op het hedendaagse Iran, sindsdien is de derde film van Ali Abbasi (Gräns) helaas nóg actueler geworden. Want Iran staat de afgelopen maanden in brand. Iedere dag gaan er duizenden mensen de straat op voor hun rechten, en iedere dag worden diezelfde protestanten neergeslagen, opgesloten en ter dood veroordeeld. De directe aanleiding? De dood van de 22-jarige Mahsa Amini, een jonge vrouw die in september werd opgepakt omdat ze geen hijab droeg en stierf terwijl ze in hechtenis zat.
Interview
‘Ik wil geen metafoor, ik wil de pik zien.’ Ali Abbasi over Holy Spider en zelfcensuur

**De Zweeds-Iraanse filmmaker Ali Abbasi ziet zijn grimmige en expliciete thriller Holy Spider als een ‘Persian noir’. We vroegen hem naar wat dat precies inhoudt, en hoe het voelt om een steentje bij te dragen aan de Iraanse cinema - of toch niet? **‘Eigenlijk zeg je met een film als dit dat er al vijftig jaar een parallel universum wordt gecreëerd in de Iraanse cinema. Dat is een statement an sich.’

Holy Spider
Gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de Iraanse seriemoordenaar 'de spider killer'.
Terwijl het verhaal zich in Iran live ontvouwt, gaat Holy Spider terug naar de vroege jaren 2000. Een andere tijd, maar met dezelfde problemen. In de heilige stad Mashhad, een toevluchtsoord voor pelgrims en toeristen, verdwijnen er vrouwelijke sekswerkers – één voor één. Niemand mist ze. Alleen journalist Rahimi (gespeeld door de Iraanse actrice Zar Amir-Ebrahimi, die zelf in 2006 Iran ontvluchtte omdat ze werd aangeklaagd om een sekstape) bekommert zich om hun lot. Ze besluit zich in de moorden te verdiepen; bij iedere misogyne opmerking, iedere laatdunkende ‘nee’ en iedere corrupte dichte deur raakt ze steeds verder verstrikt.
Holy Spider is gebaseerd op de waargebeurde zaak van Saeed Hanaei, een huisvader en ex-soldaat die van 2000 tot 2001 zestien vrouwen vermoordde. Hij deed het in naam van god, zei hij zelf, en dat gaf hem, toen hij eenmaal werd opgepakt en berecht, een vreemd soort status. In conservatieve kringen werd de ‘spider killer’ haast als held onthaald. Alsof hij ieders vuile werk had opgeknapt. ‘Wie is hier schuldig?’, kopte de conservatieve krant Jomhuri Islami. Uiteindelijk kreeg Hanaei de doodstraf, maar lang niet iedereen was het daarmee eens.

Een seriemoordenaar, corrupte politieagenten, een spraakmakende rechtszaak: daar zit een film in, dacht de vanuit Iran naar Zweden verhuisde filmmaker Ali Abbasi. Hij deed er twintig jaar over om Holy Spider naar het scherm te krijgen en liep daarbij net als zijn belangrijkste personage tegen een hoop dichte deuren op. Acteurs trokken zich terug uit angst voor gevolgen en het Iraanse Ministerie van Cultuur en Islamitsiche Oriëntatie hield Abbasi jaren aan het lijntje. Maar met steun van Europese filmfondsen en een draaiperiode in Jordanië, dat tijdelijk dienst deed als een nachtelijk Mashhad, lukte het hem toch. In Cannes spraken we de regisseur over zijn keuze voor film noir en over de censuur in zijn geboorteland.
Wat kwam er eerst, het verhaal van Saeed of de vorm?
‘Het verhaal. De vorm kwam eigenlijk later. Ik vond het verhaal in eerste instantie opwindend in al z‘n banaliteit, maar het heeft zóveel interessante thema‘s en lagen. Ten eerste het thema van misogynie, in z‘n puurste vorm, femicide, tot aan het subtiele disrespect aan de andere kant van het spectrum. En daarnaast de complexiteit van het recente verleden van Iran. De invloed van de Iraaks-Iraanse Oorlog in de jaren tachtig is één van de raarste taboes die we in Iran kennen. Iedereen kwam er gebroken van terug, met enorme PTSD. Maar er wordt niet over gesproken. Ik denk nog steeds dat het feit dat Saeed een ex-soldaat was enorm veel impact had op zijn gedrag.’
**De psychologie van een moordenaar. Kwam je daarom bij de film noir uit? **
‘Uiteindelijk paste deze vorm gewoon het beste. Alleen gaat dit niet over de twisted spelletjes van een of andere mastermind, maar juist over het tegenovergestelde. Saeed was belachelijk gewoontjes: hij had een normaal huis in een buurt waar iedereen elkaar kende, een goede baan, kinderen, een goed huwelijk. En o ja, hij vermoordde daarnaast ook nog allemaal vrouwen. Voor Saeed was dat misschien ook wel normaal. Ik denk niet dat hij ooit tot inkering is gekomen. Dat idee vind ik doodeng. Als iemand zo normaal is, dan volstaat de klassieke noir-structuur, waarbij je er langzaam achterkomt wat iemand verbergt en wat er voor groezeligs er allemaal onder de oppervlakte zit, niet meer. Maar qua sfeer en andere elementen is het zeker een film noir.’

Is Rahimi dan jouw versie van Humphrey Bogart?
‘Misschien wel ja! Ze rookt wel bijna even veel. Ook in het echt.’
De film is extreem gewelddadig, ook een typisch noir-kenmerk. Naar de moordscènes is soms bijna niet te kijken.
‘Voor mij was het van belang dat een film die gaat over geweld, een bepaalde mate van expliciet geweld zou bevatten. En dan bedoel ik geweld als fysieke ervaring in plaats van een theoretische oefening. Maar alles in balans. Het moest zeker niet lekker zijn om naar te kijken.’
Er wordt al vijftig jaar een parallel universum wordt gecreëerd in de Iraanse cinema
**Is Holy Spider naast een film noir ook echt een Iraanse film? **
‘Holy Spider is voor mij een ‘Persian noir’, een film noir met hele specifieke Iraanse elementen. Die elementen zijn inherent aan de arena van dit verhaal. Maar dat komt in dit geval wel met een disclaimer, die ik niet vaak genoeg kan meegeven: dit is een genrefilm, het is géén genuanceerd portret van de Iraanse maatschappij of een uitgebalanceerde toevoeging aan het canon van films over vrouwenrechten in Iran. Binnen het kader van een film noir zou het raar zijn als de politie wél te vertrouwen was. Het zou niet kloppen als de straten goed verlicht waren, als iedereen er perfect uitzag en een good time had met z‘n allen. Iemand vroeg me laatst waarom ik Iran zo haatte, waarom iedereen in Holy Spider zo naar en gewelddadig is. Dat komt omdat het een film noir is. Het is de kern van de film noir. Als je naar Chinatown zit te kijken, denk je ook niet: ah, Los Angeles lijkt me echt een superleuke plek om heen te verhuizen.’

Gräns
Een genremix van regisseur Ali Abbasi en scenarist John Ajvide Lindqvist, de schrijver van Let the Right One In.
Toch maken die specifieke elementen waar je naar refereert het niet alleen een genrefilm, maar ook een politieke film: de misogynie, het religieuze fanatisme, de corruptie. Wilde je een pamflet maken?
‘Ik heb niet per se een politieke film willen maken of een aanklacht willen doen tegen de Iraanse regering. Ik wilde vooral een andere versie van Iran laten zien dan je doorgaans in de Iraanse cinema ziet, een onaangepaste versie. Vreemd genoeg denk ik dat dát het meest politieke is dat we met Holy Spider gedaan hebben: het ongecensureerd tonen van een deel van de Iraanse maatschappij. Eigenlijk zeg je met een film zoals deze dat er al vijftig jaar een parallel universum wordt gecreëerd in de Iraanse cinema. Dat is een statement an sich.’
‘Duizenden mensen hebben dat universum op handen gedragen, hier in Cannes, op het Filmfestival van Venetië, overal. Niemand vroeg zich af of vrouwen inderdaad met al hun kleren aan gaan slapen in Iran, of dat ze nooit naar de wc gaan, nooit seks hebben. In de meeste Iraanse films lopen of praten de vrouwen nauwelijks en hebben ze meters stof om hun hoofd. Denk je echt dat iedereen zo door het leven gaat? Dat daar geen uitzonderingen op zijn? Het feit dat daar geen vragen bij gesteld werden, is het resultaat van één van de meest succesvolle pogingen tot censuur in de geschiedenis van de cinema. Zelfs de Sovjets deden het niet zó subtiel.’

Waarom is die censuur zo succesvol geweest, denk je?
‘Ten eerste denk ik dat Iran hele grote filmmakers kent, die ondanks alle beperkingen toch geweldige dingen weten te maken. En de regering ondersteunt de filmindustrie enorm, wat eigenlijk heel gek is. Film wordt in Iran heel serieus genomen. Daarnaast lukt het Iraniërs denk ik goed om ondanks alles met de censuur om te gaan, om er een draai aan te geven. Niet te zeggen wat je eigenlijk wil zeggen, maar er een metafoor overheen te gooien. Je vergeet haast dat we gecensureerd worden. Dat is heel slim. Maar mijn rol is niet om net zo slim te zijn. Mijn rol is misschien juist om heel dom en ongenuanceerd te werk te gaan. Ik wil geen metafoor, ik wil de pik zien. Want dat puzzelstukje ontbreekt nog. En daarbij gaat het me niet zozeer om het letterlijke, maar om het feit dat die letterlijkheid nergens anders te zien is.’
Mijn rol is juist om heel dom en ongenuanceerd te werk te gaan
Ben je niet bang voor de consequenties?
‘Ik heb heel lang over dit project na kunnen denken. Eerst heb ik tien jaar nagedacht over hoe ik het verhaal wilde vertellen en wat de consequenties zouden zijn, en toen heb ik tien jaar gehad om het te maken. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat de Iraanse regering vooral uit is op zelfcensuur. Ze willen dat je je vastbijt op de mogelijke consequenties, op de angst om het fout te doen. Veel Iraanse filmmakers raken in dat net verstrikt. Zij denken: als ik het niet letterlijk laat zien, maar met een metafoor, dan kom ik er misschien wel erdoorheen. Ik heb de luxe om dat fucking spel niet te hoeven spelen. Ik werk in een oprecht vrij land, waar oprechte vrijheid van meningsuiting bestaat. Ik heb controle over alle fases van een film. Het leek me daarom uiteindelijk niet nodig om ook nog rekening te houden met mogelijke censuur.’
De film zou eerst wél in Iran worden opgenomen. Dan had je wel rekening mee moeten houden met censuur. Hoe had Holy Spider er dan uitgezien?
‘Ik heb in eerdere interviews wel eens gezegd dat ik daar dan iets van had kunnen maken, maar eerlijk gezegd lulde ik toen uit mijn nek. Ik vond het interessant dat ik in Iran direct toegang zou hebben tot de realiteit waar de film mee dealt, maar het zou een totaal andere film zijn geworden. Op een bepaalde manier ben ik het Iraanse Ministerie van Cultuur en Islamitische Oriëntatie dankbaar dat ze zich in allemaal bochten hebben gewrongen, want juist doordat het in Iran uiteindelijk niet kon, heb ik uiteindelijk de film gemaakt zoals ik het echt wilde.’

In Jordanië, dus. Waarom is het daar dan wel mogelijk om, zoals je zegt, ‘de pik te zien’, en in Iran niet?
‘In Jordanië kan het eigenlijk ook niet, hoor. Maar er is zoiets als ‘onmogelijk’ en ‘onmogelijk’. Vraag maar aan Tom Cruise. Natuurlijk is er ook censuur in Jordanië. Er is censuur in alle landen in het Midden-Oosten. Maar het werkt er nét anders dan in Iran. En het scheelde ook dat dit geen Jordaanse film was.’
Het maakt nu wel deel uit van de Iraanse cinema, en daar ben ik ergens wel trots op
Wat vind je van je collega‘s waar je net aan refereert, de Iraanse filmmakers die binnen het systeem weten te opereren?
‘Het zou raar zijn als ik daar moralistisch over zou doen. Ik zit hier rosé te drinken in Cannes met vijf Europese fondsen die me ondersteunen. Dat is niet met elkaar te vergelijken. Zij moeten continu koorddansen: niet te dicht op het vuur zitten maar er ook niet te ver vanaf; om de censuur heen kronkelen maar ook nog nadenken over je publiek en je geldschieters. Maar eerlijk gezegd voel ik me qua stijl en visie sowieso niet verbonden met de Iraanse film. Dat komt niet omdat ik er ben weggegaan toen ik twintig was, het is meer een intellectuele aangelegenheid. Ik vind metaforische cinema gewoon fucking saai. Als ik nog een keer naar een film van Abbas Kiarostami moet kijken, maak ik mezelf van kant – weet je wel. Waar de één poëzie ziet als er iemand drie minuten over straat loopt, zie ik totale verveling. Vooral omdat Iran juist zo‘n interessante plek is: het zit vol tegenstrijdigheden, ondeugd en ontwikkeling. Er gebeurt heel veel, undercover, naast de covers, op de covers. Daar wil je dan toch films over maken? Daarom verliest de Scandinavische film naar mijn mening ook steeds meer z‘n relevantie. Het is te navelstaarderig geworden. Wéér een verhaal over twee witte mannen die het wel of niet met hun buren doen. Het lijkt soms net of er geen problemen zijn in Scandinavië en dat is niet zo. Er zijn heel veel issues, overal, en die zijn allemaal even interessant.’
‘Maar goed, om terug te komen op de vraag of Holy Spider een Iraanse film is: ik denk niet dat andere Iraanse filmmakers, laat staan Iran, dat zo zien. Maar het maakt nu wel deel uit van de Iraanse cinema, en daar ben ik ergens wel trots op.’
Lauren is naast haar werk voor Cineville ook programmeur bij Imagine Film Festival en neemt overal haar stokoude camera mee naar toe. Ze houdt van heksen, muziekdocumentaires en alles dat larger than life is, en heeft een geheim keldertje vol B-horror.