Een man die de benen neemt met zijn inwonende huishoudster, dat klinkt in het Westen vooral als een cliché. Het is iets om besmuikt om te lachen: daar heb je er weer één met een midlifecrisis. In India, waar het hebben van je eigen personeel sowieso een stuk gebruikelijker is, moeten ze er niet aan denken. Iemand uit de bovenklasse die kiest voor iemand uit de onderklasse? Onmogelijk.
In Sir gebeurt het tóch, of er wordt er in ieder geval een aanzet toe gegeven. We volgen het leven van huishoudster Ratna (Tillotama Shome), die dag in dag uit klaar dient te staan voor Ashwin (Vivek Gomber), de zoon van een steenrijke projectontwikkelaar die net zijn verloving heeft verbroken. Ashwin treurt om het klappen van zijn relatie, maar leeft op wanneer hij de energie voelt van de ambitieuze Ratna. Ze droomt ervan om in de mode-industrie te werken en klust in haar vrije uurtjes bij in dienst van een kleermaker.
De scène waarin Ratna een luxe kledingwinkel binnenloopt om inspiratie op te doen en wordt weggestuurd door het verbouwereerde personeel, doet denken aan het klassieke moment uit Pretty Woman waarin een door Julia Roberts gespeelde prostituee precies hetzelfde overkomt. Ook die film gaat over een taboedoorbrekende relatie tussen een welgestelde man en een vrouw die door hem is ingehuurd. Maar anders dan in het Amerikaanse sprookje keert Ratna niet terug om in de armen van een steenrijke geliefde het personeel op zijn plaats te zetten.
Het is geen verwijzing, zweert schrijver-regisseur Rohena Gera, die met haar film te gast is op filmfestival World Cinema Amsterdam. ‘Haha, nee. Dat moment kwam organisch op vanuit het verhaal. Ratna staat in die fase van de film sterk in haar schoenen, ze heeft heel veel zelfvertrouwen.’
Ratna keert niet terug om wraak te nemen.
‘Tijdens het schrijven probeerde ik zo eerlijk mogelijk te zijn. Iedere keer als ik mezelf betrapte iets te bedachts te willen doen, of iets dat te verzonnen was, haalde ik het eruit. Ik wilde vooral de worsteling laten laten zien zoals ik die ken: hoe dicht je de afstand tussen mensen van wie je misschien houdt, maar bij wie je van de maatschappij niet dichtbij mag komen? Ik had vroeger een kindermeisje met wie ik heel close was en net als Ashwin had ik hulp van iemand toen ik net gescheiden was. Ze was altijd aanwezig en zei weinig, maar je kon voelen dat ze het huis bij elkaar hield. Ze zorgde voor me, door lieve kleine dingetjes voor mij te doen. Aan de ene kant was er intimiteit, aan de andere kant was er ook een enorme afstand.’
Omdat ik zelf onderdeel ben van het probleem, kan ik niet zeggen: ik vind dat jullie je zo en zo moeten gedragen
Kunt u uitleggen waar die kloof tussen de Indiase bovenklasse en hun personeel vandaan komt?
‘Het heeft iets weg van racisme. Het is hen versus wij, zoals in de film Guess Who’s Coming to Diner, waarin Sidney Poitier een zwarte arts speelt die voor het eerst gaat eten bij zijn witte schoonfamilie. De ouders, twee progressieve journalisten, raken volledig in paniek. Ze kunnen zich niet voorstellen hoe dat zou moeten werken: deze zwarte man als vriendje van hun dochter. Op dezelfde manier ziet de bovenklasse in India zijn bedienden niet als gelijken en lijkt het onmogelijk dat twee mensen uit twee verschillende klassen ooit een relatie aangaan.’
Is het een taboe om aardig te zijn tegen je hulp?
‘Nee, je kan aardig zijn, maar als je te aardig bent wordt het denigrerend. Je kunt aardig zijn door je personeel wat geld te geven bijvoorbeeld, of door hun kinderen te helpen aan een opleiding. Maar als ik samen met de oppas van mijn dochter aan tafel wil zitten om thee drinken, dan is dat ongemakkelijk. Zo ging het vroeger al met mijn eigen oppas. Ik wil het graag anders doen, maar het is voor iedereen nogal verwarrend. Daarvoor zit het te diep ingegraven in onze maatschappij. Tegelijkertijd is het te makkelijk om te zeggen dat je het niet kan veranderen.’
U probeert het wel?
‘Overal zijn regels en codes, overal zijn hiërarchieën. In India zeg je bijvoorbeeld sir tegen je meerdere, terwijl je in Nederland misschien iemands voornaam zou gebruiken. Het is goed als je nieuwe regels maakt, maar als je de regels breekt, weet niemand meer wat de regels zijn. Jij niet en degene tegenover je niet. Als ik alleen maar zeg: mijn huis is jouw huis, je mag pakken wat je wil, wat doe ik dan als jij opeens een feestje geeft en allerlei mensen uitnodigt? Laten we beginnen iedereen als gelijken te zien en met respect te behandelen.’
‘Maar je ziet dat de verandering aan het komen is. De steden groeien en de mensen die daar onderdrukt worden laten zich steeds meer horen. Ze weten dat ze macht hebben. In de film zegt een van de kindermeisjes: zonder mij kan die moeder haar kind niet aan, zonder mij is ze nergens. Sommige mensen uit de bovenklasse zijn goed voor hun personeel, sommige nog niet. Pas als iedereen zijn werk gewoon als werk kan zien, in plaats van een lagere positie met bijbehorende vernederingen, pas dan is het geen moderne slavernij meer.’
U klinkt activistisch. Waarom heeft u een zachte, romantische film gemaakt over deze problemen?
‘Ik ben opgegroeid met een kindermeisje en ik heb de ongelijkheid tussen ons altijd ongemakkelijk gevonden. Als 6-jarige had ik meer macht dan mijn oppas. Daar wilde ik een film over maken. Maar omdat ik zelf onderdeel ben van het probleem, kan ik niet zeggen: ik vind dat jullie je zo en zo moeten gedragen. Toen kwam ik uit bij een liefdesverhaal. Het is een manier om beide personages gelijk te maken. In een liefdesverhaal maakt het niet uit waar je vandaan komt, of hoeveel macht je hebt. Als de ander niet van jou houdt, kan je daar niks aan doen. Zo gaf ik Ratna de macht in handen.’
Als de ander niet van jou houdt, kan je daar niks aan doen. Zo gaf ik Ratna de macht in handen
‘Ik houd van films waar je plezier aan beleeft. Ik wide geen film maken die energie kost, maar eentje energie geeft. Films die je wíl zien, niet films die je móét zien. Ik heb een lange lijst van film die ik nog zou moeten zien en maar een kleine lijst die ik daadwerkelijk nog wil zien. Dus ik heb iets gemaakt waar ik zelf in geloofde. Mijn film is niet prekerig of duister, maar ook niet dom.’
Het leven van Ratna is zwaar, maar niet ellendig. Ze is geen slachtoffer.
‘Dat is wat ik interessant vind aan deze vrouwen: ze proberen er wat van te maken en ze zitten niet te wachten tot iemand hen komt redden. Ze zijn heel sterk en hebben hun eigen manieren om tegenslagen te pareren. Dat is inspirerend. En over slachtoffers gesproken, omdat Ashwin geld heeft, wil dat nog niet zeggen dat hij vrij is. Ratna leeft, hij niet. Zij heeft dromen, hij gelooft daar al niet meer in. Het is tegenovergestelde van wat je zou verwachten.’
‘Ja, er is armoede in de sloppenwijken, maar het is ook het leven van alledag. Ratna kent die energie. Voor haar is het geen big deal, het is het normale leven. Ook in de sloppenwijken wordt er door kinderen gespeeld, te midden van alle ellende. Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat wij en de overheid deze mensen in de steek laten, ik wil geen smoesjes verzinnen om het allemaal maar zo te laten. Maar mensen leven en dat moet je vieren.’