Martin Scorsese. Of ‘Marty’ voor intimi, als een gezellige suikeroom die toevallig ook een van de grootste filmmakers van de afgelopen zestig jaar is, met een niet te stoppen output van meesterwerken. Die constante kwaliteit is mede te danken aan vele trouwe samenwerkingen in de loop der jaren, zoals die met editor Thelma Schoonmaker, maar ook zeker dankzij de oudgedienden in zijn casts.
Achtergrond
De cirkel is rond: Marty’s muzen DiCaprio en De Niro eindelijk samen in één film

Bij de première van Killers of the Flower Moon bespreekt redacteur Christiaan Boesenach Martin Scorsese’s best buds: Leonardo DiCaprio en Robert De Niro (en toch ook Harvey Keitel).

Killers of the Flower Moon
Scorsese's epos over het Oklahoma van de jaren 20, en de moorden op de bewoners van het olierijke Osage Nation.
Twee acteurs raakten tijdens hun carrière onlosmakelijk verbonden met de naam Scorsese: grofweg voor de millenniumwisseling was dat Robert De Niro, daarna werd het Leonardo DiCaprio. En nu Scorsese zelf de tachtig gepasseerd is, is het eindelijk zover: De Niro en DiCaprio spelen voor het eerst naast elkaar in de western Killers of the Flower Moon. Alle reden om terug te blikken op de belangrijkste hoofdrolspelers in de lange carrière van ome Marty.
Harvey Keitel
Harvey Keitel mag zich de eerste muze van Scorsese noemen. Het was Keitel die in Scorsese’s afstudeerfilm Who’s That Knocking At My Door (1967) debuteerde als acteur, als jonge Italian American op de straten van New York. Dat leverde hem al snel de belangrijkste rol op in Scorsese’s eerste echte klassieker, de rauwe misdaadfilm Mean Streets (1973).
Maar er liep nog een andere talentvolle acteur rond die Scorsese er graag bij wilde hebben, ene Robert De Niro. De hoofdrol was al aan Keitel vergeven, dus mocht De Niro kiezen uit meerdere bijrollen. Dat vond hij wat weinig eer, maar nota bene Keitel wist hem over te halen toch een rol in Mean Streets aan te nemen. Daarmee lijkt Keitel er indirect voor te hebben gezorgd dat hij zelf nooit meer een hoofdrol in een Scorsese-film zou scoren, al zouden ze nog vaker samenwerken in het romantische drama Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974) met Ellen Burstyn (een van de spaarzame vrouwelijke hoofdrollen in Scorsese’s oeuvre) en uiteraard Taxi Driver (1976).
High van het succes, kozen Scorsese en De Niro als volgende samenwerking voor een iets minder voor de hand liggend project
Robert De Niro
Nieuwkomer De Niro gaf alles voor zijn hoofdrol als doordraaiende taxichauffeur Travis Bickle en werd in één klap de lieveling bij zowel publiek als filmmakers. Taxi Driver lanceerde meerdere carrières: Scorsese’s naam werd gebeiteld naast die van de groten der aarde, scenarist Paul Schrader maakte indruk met dit inktzwarte verhaal, en ook van dat twaalfjarige meisje genaamd Jodie Foster zouden we in de toekomst wel vaker gaan horen.
High van het succes, kozen Scorsese en De Niro als volgende samenwerking voor een iets minder voor de hand liggend project: musical New York, New York, met Liza Minelli als tegenspeelster (een van de andere volwaardige vrouwenrollen). Een flop, al schoot de titelsong regelrecht het American songbook in.
Na een depressieve periode wist Scorsese zich gelukkig te herpakken, om vervolgens samen met De Niro films te maken die nog altijd tot het beste werk uit beider carrières behoort, zoals boksfilm Raging Bull (1980) en The King of Comedy (1983), met De Niro als komiek met waanbeelden. Van Mean Streets tot The Irishman: het knettert altijd als deze twee samenwerken. Waarom dat zo is? ‘Things just happened, and along the way we’ve found ourselves gravitating toward themes and emotions that have obsessed both of us, and toward characters that were really considered ‘the least among us’’, zegt De Niro daarover.

Leonardo DiCaprio
Na een aantal minder succesvolle films eind jaren negentig, zoals het door China geboycotte Kundun en het kleinere Bringing Out the Dead met Nicolas Cage, kon Scorsese wel een opsteker gebruiken. Voor zijn passieproject Gangs of New York strikte hij niet alleen Daniel Day Lewis, maar koos hij voor Leonardo DiCaprio als tegenspeler, ondanks het feit dat DiCaprio’s reputatie naast een zeker schip op de zeebodem lag. DiCaprio kreeg het mooie-jongens-imago maar niet van zich afgeschud, maar hield zich in dit historische gangsterepos staande in wat ook voor Scorsese een comebackfilm zou worden.
Het was het begin van een nieuwe lange samenwerking, waarvan de kiem weer lag bij een zekere Robert De Niro, die Scorsese tipte: ‘I’m working with this young boy. You must work with him sometime.’ Dat sometime werd een understatement: na Gangs of New York volgde een succesreeks met The Aviator, The Departed, Shutter Island en The Wolf of Wall Street, waarmee niet alleen DiCaprio, maar ook Scorsese – toch een beetje in de herfst van zijn carrière – zich opnieuw leek uit te vinden.
Zolang ome Marty nog in TikToks verschijnt, hebben we goede hoop nog vele mooie samenwerkingen
Werden in Scorsese’s voorgaande film The Irishman (2019) De Niro en Keitel met elkaar herenigd, in opvolger Killers of the Flower Moon is het De Niro die DiCaprio eindelijk eens in de ogen kan kijken (als we deze reclamefilm even niet meetellen). Daarmee is er weer een nieuw cirkeltje rond in de lange carrière van Scorsese.
En hopelijk is daarmee de kous nog niet af. Zolang ome Marty nog in de TikToks van zijn dochter Francesca verschijnt, hebben we goede hoop dat er nog vele mooie samenwerkingen in het verschiet liggen. Timothée Chalamet heeft z’n eerste rolletje in ieder geval al te pakken.
Christiaan Boesenach is sinds 2013 redacteur bij Cineville. Hij kijkt films op elk onbewaakt ogenblik dat hij niet met boeken bezig is (en andersom). Hij heeft A Space Odyssey 2001 keer gezien, huilt nog steeds om die scène dat E.T. bijna doodgaat en ervaart het leven sindsdien als een hele lange Béla Tarr-long take.