De pure, positieve energie van een echte 90s rave op film krijgen is niet makkelijk. Vaak is de modder niet vies genoeg, brullen de mensen niet hard genoeg over de bassen heen, hoor je geen echte four to the floor of houdt de stroboscoop zich te veel in. Regisseur Brian Welsh lukte het, een echte rave neerzetten. In zijn in groezelig zwart-wit gedraaide coming-of-age-film Beats zit je er vól in: een kolkende mensenmassa, verenigd en vrij - totdat de politie komt. En deze rave op film krijgen was inderdaad verre van makkelijk, vertelt Welsh als ik hem spreek op het Filmfestival van Rotterdam: ‘We wilden de beste ravescène ooit draaien. Het moest een écht feest zijn, met echte mensen. En het moest ruig zijn, echt ruig. We hebben er super veel tijd en geld aan besteed.’ Met behulp van honderden figuranten, trippy visuals en de hardste 90s beats sinds, nou, de 90s, kwam de rave tot leven. Ietsje legaler dan vroeger, maar toch.
Interview
De rave van je leven: regisseur Brian Welsh over Beats

Regisseur Brian Welsh baseerde Beats, de Schotse rave-tegenhanger van Superbad en De Libi, op zijn eigen tienertijd en de free party-cultuur in het Verenigd Koninkrijk in de jaren 90. ‘Ik denk dat er behoefte is aan een subcultuur die echt tegen de norm in gaat.’

Dat we zojuist de sleutelscene van Beats hebben verklapt is op geen enkele manier een spoiler. Vanaf moment één weet je dat het de twee 15-jarige Schotse vrienden die per se op die rave willen belanden gaat lukken. Johnno en Spanner móeten wel. Beats speelt in 1994, in het Verenigd Koninkrijk. Alsof de crisis, de werkeloosheid, de aanslagen van de IRA en de natte zomers nog niet genoeg waren, besloot de regering ook nog even de bloeiende rave-subcultuur de das om te doen. De speciaal ingestelde Criminal Justice and Public Order Act beschrijft het in grijze ambtenarentaal (als ‘events wholly or predominantly characterised by the emission of a succession of repetitive beats’), maar de boodschap is duidelijk: free parties, met die harde bassen, blije hoofden en modderige kistjes, is te anarchistisch en te vrij, en dus gevaarlijk. Slecht nieuws voor Johnno en Spanner, die eindelijk klaar zijn met school en net hun eerste feestje wilden pakken.
In de ravebeweging voelde ik me veiliger. Ik kon er eerlijk en oprecht mezelf zijn
Gewapend met een kleine radio, een stapel gestolen biergeld en bravoure voor tien, gaan ze op pad. Fight for your right to party, toch? Ging dat voor Welsh, die in de jaren 90 opgroeide in het Schotse Aberdeen, ook zo? ‘In 1994 was ik pas 13, maar twee jaar later ontdekte ik techno. Er waren nog een paar illegale feesten in de omgeving, verder was het meeste inmiddels naar de clubs verplaatst. Maar ik had wel vriendschappen zoals die van Johnno en Spanner. Mijn tienerjaren waren best hard. Veel geweld, veel machogedrag, voetbal, harddrugs. In de ravebeweging voelde ik me veiliger. Ik kon er eerlijk en oprecht mezelf zijn.’ Of de pillen daar iets mee te maken hadden? ‘Deels. Ecstasy kan ervoor zorgen dat je opener communiceert, en dat is meestal iets goeds. Maar je ziet de verschillende uitwerking op Johnno en Spanner: voor de één is het een geestverruimende ervaring, voor de ander vluchtgedrag. Als je het thuis zwaar hebt, is het nooit goed. Dan wil je dat het feest maar doorgaat.’

Voor sommige ravers is het echt nooit opgehouden. Welsh werkte voor Beats met een paar originals samen, om het allemaal zo authentiek mogelijk te maken. ‘Die gasten, die leven gewoon niet in hetzelfde ritme als een filmcrew. Die hebben dan vier nachten niet geslapen en dan begon ik over vergunningen.’ Vergunningen? Dat is toch geen anarchie? ‘Tja, het is een film, je moet wel,’ lacht Welsh. ‘Uiteindelijk hebben we de film als excuus gebruikt om een gigantische 90s rave op te zetten, op kosten van de regering. Dat is toch een grap! De politie kwam uiteindelijk ook nog even langs om de boel dicht te gooien. ‘Time’s up, boys. Jullie hebben het té leuk.’ Alle mensen van toen die erbij waren hadden zoiets van: fucking proper back to the future, right?’
Ik wilde dat het als een herinnering zou voelen, als een plakboek
Als de locaties en de figuranten echt zijn, moeten de beelden en de muziek ook kloppen. Tussen de fictieve scènes door zit Beats vol oude Video-8-beelden, gefilmd door het nog altijd actieve Desert Storm Soundsystem van de Schotse techno-grootvader Keith Robinson. Robinson overleed helaas voordat hij Beats kon zien, maar hij zit nog wel kort in de film, als de jongens een gierend busje passeren op de snelweg. Ook echt: de muziek, bij elkaar gezocht door JD Twitch (Keith McIvor) van het Schotse dj-duo Optimo. Op de rave in de film stond McIvor ook zelf achter de draaitafels. In een interview met DJ Broadcast legt hij uit dat hij Welsh zo'n duizend tracks stuurde om uit te kiezen. Welsh: ‘Oh ja man, ik heb zó veel muziek geluisterd. Ik had sfeervisuals gemaakt en daar ramde hij zo wat mixtapes bij uit. Het grootste deel van die eerste mixes heeft gewoon de film gehaald.’ Het was nog best lastig om tracks te vinden die emotioneel en diep genoeg waren, omdat veel van de dance uit die tijd - inderdaad - behoorlijk repetitief is. ‘Four to the floor, die herhaling, dat gaat emotioneel gezien maar één kant op: één piek, één orgasme. Dat werkt op film niet zo goed. Uiteindelijk zijn we daarom voor veel Detroit-techno gegaan, en crossover tracks die meer melodisch zijn. En reggae-invloeden, The Prodigy en zo. Echte rebel music. De muziek moet zelf iets te vertellen hebben. Ik wilde dat het als een herinnering zou voelen, als een plakboek.’

Dat klinkt nostalgisch, en dat is Beats ook. De energie en de rebellie van de ravers is iets waar iedereen die ooit een tiener is geweest, of nog is, zich in kan herkennen. Uiteindelijk bleek een jonger iemand de ervaringen van Welsh perfect te kunnen verwoorden: toneelschrijver Kieran Hurley, wiens theatervoorstelling uit 2013 aan de film ten grondslag ligt. ‘Het klopte gewoon,’ zegt Welsh daar over. ‘Ik wilde geen partyfilm maken. Er moest een diepere laag in zitten over wat dat specifieke moment betekende voor de mensen die erbij waren. Kijk, op papier was de Criminal Justice Act erop uit om illegale feesten te criminaliseren, maar eigenlijk was het een regelrechte aanval op alternatieve levensstijlen, op diversiteit en afkomst. Dat moest er in. In Kierans toneelstuk zijn het persoonlijke en het politieke verweven zonder dat het geforceerd aanvoelt. Je hebt het gevoel dat er over jouw jeugd wordt gesproken, of je nou een kind van de jaren 90, 80 of 70 bent.’
Ongehoorzaamheid hoort bij opgroeien
En een kind van de jaren 00? Als de jaren 50 rock 'n roll hadden, de jaren 60 de counter culture en de jaren 80 punk en hiphop? Welsh: ‘Dat weet ik niet zo goed. Inmiddels is het kapitalisme zo alomvattend dat jonge mensen in het westen nauwelijks meer weten wat het betekent om echt outside the box te leven. Je hebt wel van die ‘off-the-grid’-onzin, maar ik denk dat er behoefte is aan een subcultuur die écht tegen de norm in gaat. Ongehoorzaamheid hoort bij opgroeien. Ons hele leven is vercommercialiseerd, dus het nachtleven ook. Sommige hiphop gaat ook alleen maar over geld en spullen en status. Dat is niet dezelfde ideologie. De free party scene ging over vrijheid, iets dat van óns was. Het draaide niet om geld, het draaide om mensen.’
Lauren is naast haar werk voor Cineville ook programmeur bij Imagine Film Festival en neemt overal haar stokoude camera mee naar toe. Ze houdt van heksen, muziekdocumentaires en alles dat larger than life is, en heeft een geheim keldertje vol B-horror.