Een van de antwoorden is dat inlichtingenofficier Onoda, wiens naam de film draagt, niet alleen was. (Daarover later meer.) Een ander antwoord: het ging in stapjes. We zien eerst hoe Onoda tijdens zijn opleiding op het hart wordt gedrukt dat opgeven nooit een optie is. Eenmaal aangekomen op Lubang, waar hij als onervaren kracht het daar gestationeerde leger moet behoeden voor een nederlaag, is er eigenlijk al geen redden meer aan. De Amerikanen kloppen op de deur en de Japanse soldaten staan op hun laatste benen. Ondertussen barst Onoda nog van de trots en ambitie.
Er volgt een vlucht de natuur in, zonder dat er contact kan worden gelegd met de legerleiding. Een voor een haken de manschappen af, maar samen met drie anderen houdt Onoda de moed erin. Dít is het moment om te laten zien wat ze waard zijn. Door vanuit het woud speldenprikken uit te delen, kunnen ze met z’n vieren een comeback van de Japanners voorbereiden, is het idee. En hoe meer dagen er voorbijgaan, hoe groter Onoda’s vertrouwen in die missie. ‘De perceptie van het personage, maar ook die van de toeschouwer, verandert gedurende de film. Vanwege de tijd die verstrijkt binnen het verhaal, maar ook vanwege de speelduur’, analyseert de Franse regisseur Arthur Harari, wanneer we hem spreken op het Filmfestival van Cannes in 2021. Zijn film Onoda, die 167 minuten duurt en bijna 30 jaar bestrijkt, is dan net in première gegaan als openingstitel van het alternatieve zijprogramma Un certain regard.
Is hij een held? Een moordenaar? Is hij belachelijk of is hij iemand om tegenop te kijken?
‘Het verhaal van Onoda kent verschillende stappen, lange stappen. Daardoor verschuift het tempo van mijn film. Hij begint traag, met de proloog. Daarna gaat het wat sneller, wanneer Onoda aankomt op Lubang. Op dat moment is het meer een oorlogsfilm. Wanneer de Amerikanen vertrekken, moet Onoda zijn eigen oorlog bedenken in zijn hoofd. Dat heeft tijd nodig.’
Wordt Onoda langzaam gek?
‘Voor mij is hij is niet gek op een klinische manier. Helemaal niet. Hij is er helemaal bij met zijn hoofd. Hij is ook niet volledig losgeslagen van de maatschappij. Het is nog steeds mogelijk om met hem te communiceren. Onoda weigert alleen te geloven wat hem verteld wordt en dat creëert een soort madness.’
En hoe zit het met de drie andere mannen die zich door hem laten overhalen om te blijven?
‘Het was heel interessant om de onderlinge relaties, die steeds veranderen, te laten zien. Onoda was maar heel even alleen, zeker in vergelijking met de lange periode die hij met de andere soldaten doorbracht. Met z’n vieren zijn ze eerst een patrouillegroep, daarna is het meer een gezin en binnen dat gezin ontstaan twee koppels. Twee vechten er als broers, de anderen zijn de ouders. Ouders die ook weer broeders worden. Dat is fascinerend.’