Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

Vers bloed achter de schermen #2: Lisa Smith en Charlotte van Zanten van Roffa Mon Amour

In een tweedelige serie gaan we in gesprek met twee jonge duo's die de afgelopen tien jaar een frisse wind hebben laten waaien in de wereld van de filmtheaters en de filmfestivals. Aflevering 2: Lisa Smith en Charlotte van Zanten van Rotterdams filmfestival Roffa Mon Amour.

Foto's: Iris Duvekot

Een roze hemel met een ondergaande zon, een groot filmdoek op een verlaten treinstation en honderden groen oplichtende koptelefoons - Rotterdam had er in 2013 opeens een betoverende zomeravondbesteding bij. Lisa Smith en Charlotte van Zanten, die elkaar als collega’s bij LantarenVenster hadden ontmoet, vonden dat de stad wel een nieuw festival kon gebruiken. Met Roffa Mon Amour programmeren ze brutaal films van beginnende makers van over de hele wereld, en dat voor een jong publiek dat normaal niet per se de obscuurste films uitzoekt.

Afgelopen jaar was Roffa Mon Amour groter dan ooit, met naast het reguliere programma nog een Summer School met lezingen en klassiekers. Het was ook het jaar dat afscheid werd genomen van de openlucht, al waren de maan en de sterren gewoon nog te zien onder de spectaculaire glazen bollen van de nieuwe locatie, het Drijvend Paviljoen in de Rijnhaven.

Hoe vind je een publiek voor films waar geen publiek voor zou zijn? En komt er straks ook Rio Mon Amour? We legden Charlotte en Lisa vijf stellingen voor.

Een film, stilzitten, ’s avonds, koud, nat? Het is echt een slecht concept, haha

1. Je moet een beetje gek zijn om in Nederland openluchtfilms te organiseren.

Lisa: ‘That’s us, haha. Maar je moet soms ook wel gek zijn om iets te leren.’

Charlotte: ‘2017 was het ergste regenjaar.’

Lisa: ‘Dat jaar waren we van vijf naar twaalf dagen gegaan, met het idee: dan sprijd je je risico, als het één week slecht is, moet het die tweede week wel goed gaan. Toen heeft het negen dagen echt hard geregend. We hadden één goede avond.’

Charlotte: ‘Het festival is toen echt verzopen. En de twee jaar daarvoor hadden we ook al te maken gehad met slecht weer. Toen was het voor ons wel klaar. Dus zijn we naar de bollen (het Drijvend Paviljoen, red.) gegaan. Ik merk dat het heel anders voelt. Er is zo’n last van mijn schouders gevallen. Want wat je ook doet, het weer kan alles verzieken.’

Lisa: ‘Overdag in de regen naar een bandje kijken kan nog wel, maar een film, stilzitten, ’s avonds, koud, nat? Het is echt een slecht concept, haha.’

Charlotte: ‘En toch missen we het allebei heel erg! Trouwe volgelingen zeggen ook: wat heb je gedaan? Het was het allerleukste wat er bestond, zo in de buitenlucht midden in Rotterdam een film kijken. Maar het weegt niet op tegen de stress die het ons heeft opgeleverd.’

Lisa: ‘We willen best wel veel met het festival. De kant waar we met Roffa Mon Amour op willen, was in de openlucht niet houdbaar.’

Charlotte van Zanten

2. Hoe obscuur een film ook is, als je hem in de juiste context zet, kun je hem uitverkopen.

Charlotte: ‘Nou, dat wij in 2016 met driehonderd mensen in de regen naar Já, Olga Hepnarová hebben gekeken, dat vind ik wel ok. Het was misschien niet helemaal uitverkocht, maar het was wel een woensdagavond met grauw weer en een grauwe film over een lesbische Tsjechische dame die op een traktor een aanslag pleegt op een winkelstraat.’

Lisa: ‘De film begint er al mee dat haar moeder tegen haar zegt: jij kunt geen zelfmoord plegen, want daar heb je moed voor nodig en jij bent niets.’

Charlotte: ‘Wij draaien best veel obscure films in die zin. Als je zo’n film op een gewone avond in een bioscoop draait, krijg je de zaal niet vol. Ik denk wel dat het helpt dat je bij ons op een leuke locatie zit en dat er een festivalsfeer hangt.’

Lisa: ‘Met candygirls.’

Charlotte: ‘We hebben best wel een kleurrijke, laagdrempelige toon, van onze communicatie en onze posters tot de filmpjes die we maken en de decors die we bouwen. Dat spreekt tot de verbeelding. Ha, en dan zit je dus in een Tsjechisch zwartwitdrama. Mensen vertellen soms dat ze eerst denken: waar ben ik beland? Maar dan merken ze dat de film ze niet meer loslaat. Ondanks dat onze films misschien wat heftig of obscuur kunnen zijn, denk ik nog steeds dat ze iets met je doen. Als je gewoon iets slechts programmeert, wordt dat wel afgestraft.’

Dat kleurrijke, dat zijn wij ook gewoon. Kijk naar wat we aan hebben. Dat gaat vanzelf

Lisa: ‘We zijn het festival begonnen om films aandacht te geven die onvoldoende worden vertegenwoordigd. Als je iets organiseert, doe je dat omdat je iets aan het publiek wil laten zien. Je wilt graag toegankelijk zijn.’

Charlotte: ‘En dat kleurrijke, dat zijn wij ook gewoon. Kijk naar wat we aan hebben. Dat gaat vanzelf.’

Lisa: ‘Soms is er een groot instituut dat jonge makers of programmeurs inhuurt om een jonge doelgroep te bereiken. Wij werken niet doelgericht op die manier. We maken een festival waar we zelf naartoe willen en dan komt het er vanzelf bij dat er een jonge achterban ontstaat.’

Charlotte: ‘Ik vind het ook een beetje lastig, want ik zou best wat meer witte vrouwen van boven de 55 op het festival willen, die misschien wat meer te besteden hebben, haha. Het schijnt een probleem te zijn dat die overal in groten getale op afkomen, waar zijn ze dan?’

Lisa: ‘Waar zijn de spenders?’

3. Er is zat diversiteit in de filmwereld, als je maar weet waar je moet kijken.

Lisa: ‘Als je het hebt over exposure voor vrouwelijke makers en niet-Westerse cinema vind ik dat het op veel festivals niet genoeg is. Ik denk wel dat het een kwestie is van beter zoeken.’

Charlotte: ‘Wij proberen een zo divers mogelijk programma aan te bieden. Als er alleen maar mannelijke regisseurs in je programma zitten, is er iets misgegaan.’

Lisa: ‘Je kijkt in eerste instantie vooral naar wat er bij het Roffa Mon Amour-gevoel past. Als er dan een paar dingen staan, ga je kijken: ok, wat kunnen we erbij zetten dat totaal anders is? Dat is kan een ander genre zijn, of een ander continent of thema.’

Lisa Smith

Charlotte: ‘Ik denk ook dat wij veel dingen sneller seksistisch vinden dan sommige mannelijke programmeurs, die bijvoorbeeld houden van een type mannenfilms uit de jaren negentig waar ik helemaal niets mee heb.’

Lisa: ‘Het begint al in de voorselectie. Als ik een keuze maak uit de films die ik wil zien om te kijken of ze iets voor ons zijn, zorg ik dat er een goede balans in zit. Zodat je niet pas achteraf ziet: o, het zijn eigenlijk alleen maar mannen. Ook als het gaat over de samenstelling van ons team en ons publiek zijn we er altijd mee bezig wat de verhouding is tussen mannen en vrouwen. Je wil het liefst dat dat gelijk is.’

Gelukkig houden Rotterdammers erg van hun stad, dus is onze naam soms al genoeg om te komen

4. Amsterdam is de filmhoofdstad van Nederland.

Charlotte: ‘Met, wat is het, iets van vijftien arthousebioscopen in Amsterdam is dat natuurlijk wel zo, hoewel we hier het IFFR hebben. Ik denk dat het ook te maken heeft met het feit dat in Amsterdam de grotere geesteswetenschappen- en kunst- en cultuuropleidingen zitten.’

Lisa: ‘Hier zit een heel ander soort bedrijvigheid. Het is gewoon een andere stad. Moeilijker, ook wel. Je doelgroep is veel kleiner. Je hoeft de mensen die het willen niet echt te overtuigen, die zijn al lang blij dat er iets gebeurt. Maar een grote groep heeft helemaal geen interesse. Gelukkig houden Rotterdammers erg van hun stad, dus is onze naam soms al genoeg om te komen, haha.’

Charlotte: ‘De hashtag #roffamonamour is echt huge nu.’

Lisa: ‘Die wordt voor van alles gebruikt dat niets met film te maken heeft.’

Charlotte: ‘Zonsondergangen en skylines. Soms weten mensen niet eens waar het vandaan komt, maar vóór ons zei niemand het.’

Lisa: ‘Het begrip is een heel eigen leven gaan leiden. Rotterdammers gaan heel goed op dat soort stadsliefde. Terwijl wij dat zelf helemaal niet zo voelen. Ik heb in Amsterdam gestudeerd en zou in allebei de steden wel kunnen wonen.’

Charlotte: ‘We kwamen elkaar tegen toen Lisa net terugkwam uit Amsterdam en ik een tijdje in het buitenland had gewoond. We voelden ons allebei een beetje verloren, niet echt Rotterdammers. Ik ben hier wel geboren, maar moest weer heel erg wennen. Terwijl er ook mensen zijn die hier worden geboren en nooit een dag weggaan. Rotterdááám!’

5. Over tien jaar is er Rabat Mon Amour, Reykjavik Mon Amour en Rio Mon Amour.

Charlotte: ‘O! Rio Mon Amour, dat lijkt me wel echt… ja. Ja, wat mij betreft wel.’

Lisa: ‘Wij zouden dit festival eigenlijk op elke plek kunnen doen, alleen kwamen we elkaar nou eenmaal tegen in Rotterdam en gebeurde hier nog niet zoveel.’

Charlotte: ‘Als je onderneemt, hoort het erbij om over de toekomst na te denken. We hebben wel heel veel ambities. We hebben nu de Summer Film School en een educatief programma erbij. Doordat we uit de openlucht zijn weggegaan, kon dat groeien. Maar een buitenlandse versie lijkt me nog steeds ook heel leuk. Ha, zeker op een plek waar het beter weer is.’

Lees ook deel 1 van deze serie, met Jan de Vries van KINO en Tom Ooms van LAB111.

Erik Schumacher

Erik krijgt rillingen als hij een week niet in een bioscoopstoel heeft gezeten, schrijft non-fictieboeken en maakt muziek. Hij houdt het meest van filmmakers die het bestaan ook als verwarrend ervaren, en werelden bouwen waarin alles nét iets anders werkt, oogt en klinkt.