Interview

Bye bye Afrika. Hallo Tsjaad. In gesprek met regisseur Mahamat-Saleh Haroun

Bij de première van Lingui, the Sacred Bonds, in 2021 op het filmfestival van Cannes, spraken we met regisseur Mahamat-Saleh Haroun over de filmindustrie in zijn thuisland, Tsjaad. ‘Er zijn steeds meer mensen die ervan dromen om filmmaker te zijn.’

Toen de film Bye Bye Africa in 1999 in première ging, was dit niet alleen het debuut van regisseur Mahamat-Saleh Haroun, maar ook de allereerste feature uit zijn land van herkomst: Tsjaad. In de film speelt Haroun een versie van zichzelf: een regisseur die zijn thuisland is ontvlucht vanwege de burgeroorlog en na een filmopleiding in Frankrijk terugkeert naar hoofdstad Ndjamena. Daar aangekomen blijken alle filmtheaters verdwenen. Eeuwig zonde, vindt hij, want Tsjaad heeft volgens Haroun juist een filmcultuur nodig om de politieke onlusten
en de gevolgen van het kolonialisme te overkomen. ‘Ik maak films zodat onze ervaringen gehoord worden. Ik wil dat ze een debat oproepen. Het gaat mij niet om het bieden van een oplossing, maar vooral om het agenderen van thema’s die anders onbespreekbaar blijven.’

Lingui, the Sacred Bonds

Als alleenstaande moeder werd Amina ooit verstoten door haar familie. Haar 15-jarige dochter Maria, die ongewenst zwanger is, wacht nu hetzelfde lot.

Op het Europese toneel, in het bijzonder in zijn verblijfplaats Frankrijk, werd Haroun na zijn debuut ontvangen als de nieuwe belofte van de Afrikaanse cinema en in één adem genoemd met regisseurs als Ousmane Sembène (Black Girl), en Souleymane Cissé (Yeelen). Ruim twee decennia, acht films en een kast vol filmprijzen later, spreken we Haroun op het filmfestival van Cannes. Hier maakt zijn nieuwste film Lingui, the Sacred Bonds, over de sociale strijd rondom een ongewenste zwangerschap van de Tsjaadse tiener Maria, kans op een Gouden Palm. Met zijn staat van dienst is Haroun inmiddels zelf het voorbeeld geworden waar de pers op teruggrijpt om nieuwe Afrikaanse regisseurs in een traditie te plaatsen. Maar hoe vereerd hij zich ook voelt door die vergelijkingen, het is tijd voor een nieuwe benadering. Want, zo stelt hij: ‘Als we Afrika als één filmtraditie en -industrie blijven benoemen, gaan we voorbij aan de culturele specificiteit van de vele Afrikaanse landen en de verschillende culturen die daarin samenkomen. Dat zit de impact van de films in de weg.’

Als Haroun het over impact heeft, gaat het niet over een lach en een traan. Hij wil bergen verzetten, de politiek opschudden en taboes doorbreken. In Lingui, the Sacred Bonds, snijdt hij het gevoelige thema van illegale abortus aan. Verteld vanuit het perspectief van moeder en dochter, zien we hoe de vrouwen en meisjes samen een vuist maken tegen de zwaar gelovige en door mannen gedomineerde gemeenschap. ‘In Tsjaad lopen veel feministen rond, maar de pogingen tot emancipatie blijven ondergronds. Film is daarentegen een medium dat draait om zichtbaarheid. Daarmee staat het haaks op hoe feminisme doorgaans in Tsjaad tot uiting wordt gebracht. Met het centraal stellen van een feministisch verhaal in Lingui hoop ik de discussies in een stroomversnelling te brengen. Juist vanuit mijn geprivilegieerde positie. Daarnaast is het verfilmen van dit soort realistische verhalen een manier om aan de wereld te laten zien dat Tsjaad zoveel meer is dan het land dat we kennen uit de nieuwsbeelden over de burgeroorlog.’

In Tsjaad moet er from scratch een infrastructuur worden opgezet

Dat eenzijdige beeld van het centraal Afrikaanse land, dat sinds de onafhankelijkheid in 1965 verscheurd werd door meerdere oorlogen en onlusten, is Haroun een doorn in het oog. ‘Enerzijds was het een geschenk dat ik de kans kreeg om Tsjaad te ontvluchten en om in Frankrijk een filmopleiding te volgen. Aan de andere kant drukte het me ook op een werkelijkheid waar ik daarvoor niet zo mee bezig was: Europeanen vertellen een heel ander verhaal over mijn land van herkomst dan hoe wij het zelf ervaren. Daarom ben ik blij dat ik nu zélf deel mag nemen aan een festival als dat van Cannes. Dit festival is in mijn ogen de absolute top: hier geniet je de meeste zichtbaarheid en hier liggen de meeste kansen voor films die de nuances opzoeken. De ideale plek om de beeldvorming in eigen handen te nemen.’ 

Lingui, the Sacred Bonds

Vooralsnog is Haroun de enige regisseur uit Tsjaad die het land internationaal op de kaart zet. Dat ligt volgens hem niet aan een gebrek aan talent in het land, maar is een kwestie van geld. Het maakt namelijk nogal uit in welk Afrikaans land je een film wil maken. Daar waar een land als Senegal vele internationale releases voortbracht, zoals van de eerdergenoemde Sembène, maar ook Djibril Diop Mambéty (Touki Bouki), of recenter, Mati Diop (Atlantique), en Nigeria een succesvolle binnenlandse filmindustrie heeft, moet Haroun zijn geld nagenoeg volledig in het buitenland bijeensprokkelen.

‘Om zonder concessies verhalen te kunnen vertellen, is het belangrijk dat de geldschieter de context van je boodschap snapt. Je hebt mensen die beargumenteren dat Afrikaanse landen zich moeten verenigen tot een pan-Afrikaanse filmindustrie om zo minder afhankelijk te zijn van het westen. Ik ben van mening dat het nog specifieker moet: ik wil toe naar filmindustrieën op nationaal niveau. Uiteraard is dat makkelijker gezegd dan gedaan. In Tsjaad betekent dit bijvoorbeeld dat er from scratch een infrastructuur moet worden opgezet. Van filmtheaters tot filmfondsen.’  

Als we Afrika als één filmtraditie blijven benoemen, gaan we voorbij aan de culturele specificiteit van de vele Afrikaanse landen

Vergeet hierbij ook het belang van goede filmopleidingen niet. Want zelfs als je je financiering rond hebt, vertelt Haroun, betekent dat nog niet dat je meteen aan de slag kan: ‘Het is voor mij vooral moeilijk geweest om een goed team samen te stellen, omdat het aanbod aan technici, zoals getrainde camera- of geluidspersonen, zo schaars is. En als je iemand hebt gevonden die een opleiding heeft gevolgd in het buitenland, is de kans groot dat die persoon niet meer terugkeert naar Tsjaad. Er worden hier simpelweg niet genoeg films gemaakt om er je brood mee te verdienen. Het is een vicieuze cirkel.’

Toch is de rol van film in Tsjaad inmiddels veel groter geworden dan het beeld dat Haroun bijna 25 jaar geleden schetste in Bye Bye Africa. Zo vervulde de regisseur kort een ministerspost in de regering, hebben zijn films het beoogde effect op het maatschappelijk debat en voelt hij zich gesterkt door de reacties van landgenoten op zijn films. ‘Dat maakt mij optimistisch over de toekomst. Er zijn steeds meer mensen in Tsjaad die ervan dromen om filmmaker te zijn. Een droom die niet langer onbereikbaar is. Ik spreek uit eigen ervaring als ik zeg dat er hard wordt gewerkt aan die ontbrekende infrastructuren. In Tsjaad en daarbuiten. Dus die nationale filmindustrieën komen er wel. Dan voelen andere makers zich hopelijk net als ik gesterkt om de verhalen te vertellen die te lang ongehoord zijn geweest. Bereid je maar vast voor op die nieuwe golf.’

Maan Meelker

Ik heb een zwak voor films uit het magische uur. Wankelmoedig, nieuwsgierig of vastberaden het schemerdonker tegemoet. Niet wetende hoe lang de nacht zal duren.

Gerelateerde films

Lingui, the Sacred Bonds

Als alleenstaande moeder werd Amina ooit verstoten door haar familie. Haar 15-jarige dochter Maria, die ongewenst zwanger is, wacht nu hetzelfde lot.