Afgelopen week heb ik als een veganist geleefd. Om mezelf gemotiveerd te houden consumeer ik boeken en documentaires over de bio-industrie. Een bezoekje aan Down To Earth, waarin oude wijze stamhoofden hun filosofieën delen, mocht ook niet ontbreken.
Het Nederlandse gezin dat de film maakte, besluit de oude culturen van de wereld te verkennen. Stamhoofden en leiders van over de hele wereld delen in de documentaire hun levenswijsheden over geluk, samenlevingen en de omgang met de natuur. Unaniem concluderen deze ‘keepers of wisdom’ dat we meer om de aarde zouden moet geven, dat we haar te weinig eren en dat ze op deze manier verloren gaat. Die overtuiging delen ook veel veganisten en de filmmakers zelf. Ook ik ben het ermee eens, maar vind het tegelijkertijd een ongemakkelijke positie.
Ik wil niet vergeten dat ik onderdeel uitmaak van een groter geheel
Het komt namelijk vooral door westerlingen dat de aarde zo vervuilt. En westerlingen die kritiek geven op de westerse wereld, hebben soms onbedoeld toch nog ergens een zelfgenoegzame toon. Hoewel het gezin uit de documentaire volledig opgaat in de verschillende culturen, worden de mensen uit die culturen evenwel vervreemd. Ze zijn anders, exotisch, misschien wel primitief. Er wordt steeds een contrast geschetst, waarbij zij dichter bij de natuur staan terwijl ‘het Westen’ voor ‘de vooruitgang van de mens’ zou zorgen. Er is inderdaad een culturele kloof, maar dat betekent vooral dat het een luxe is om vanuit het westerse perspectief naar de wereld te kunnen kijken. Zo vergeten soms ook veganisten dat ze voorlopig alleen de westerse wereld dierenleedvrij en gezond kunnen krijgen, als dát al gaat lukken.
Toch bieden de film én veganisme mij vooral ook een goed, nieuw perspectief, al is het dan een westers perspectief. Ze doen me realiseren dat het westerse, kapitalistische leven dat wij leiden, waarin welvaartsziektes in bijna elke familie voorkomen en de klok onze gehele levensstijl domineert, níet vanzelfsprekend is. Marsrepen en plofkippen zijn onnatuurlijk en abnormaal, plantaardig willen eten is normaal. Enkel met pijnstillers je kwaaltjes bestrijden is niet normaal, je dieet aanpassen aan je lichamelijke behoeftes is dat wél.
Ik wil niet vergeten dat ik onderdeel uitmaak van een groter geheel, dat ik verantwoordelijk ben voor wat ik achterlaat. Dat ik besta uit atomen, die na mijn dood weer gerangschikt worden en in andere samenstellingen opnieuw een bestaan opbouwen. Uiteindelijk ben ik stof, energie, natúúr. En hoewel ik geen officiële veganist (meer) ben of vissen vang met Aboriginals, voel ik me dankzij een inkijkje in hun levens meer met de aarde verbonden dan ooit.
Aybala Carlak is mediamaker en is geïnteresseerd in boeken, mode en het Midden-Oosten.