Als je voor de eerste keer het Louis Hartlooper Complex binnenloopt overvalt je meteen het gevoel dat je hier nog wel eens zou kunnen verdwalen. Het gebouw is enorm en uitgebreid, vol trappen en hoekjes en deuren die nergens heengaan. Maar verdwalen zou een attractie op zich zijn. Het hele gebouw staat vol met oude camera’s, lampen die versierd zijn met celluloidstrips, certificaten, beelden, boeken, en in alle gangen hangen ingelijste zwart-wit foto’s met kleine gouden naamplaatjes op de onderkant van het frame: Bergman, Fellini, Forman, Tarkovsky, Hitchcock, Wenders, Kiarostami. Als je toegewijd bent kun je kijken hoeveel je er herkent, zonder te spieken.
Hoeveel bioscopen zijn er nou die zo’n koosnaampje hebben?
Het is bijna niet voor te stellen dat het Louis Hartlooper Complex pas negen jaar bestaat. In een van de drie cafés (die *Das Kabinett *heet) hangen de muren vol filmposters uit de jaren ’20, en je zou zo geloven dat die films er heus gedraaid hebben. Voor de cinefielen van Utrecht is het 'LHC' net zo’n instituut als de Stadsschouwburg, of de Tivoli. Ik bedoel, hoeveel bioscopen zijn er nou die zo’n koosnaampje hebben?
Louis en Jos
Maar toch is de Grande Dame van de Utrechtse filmwereld ook de jongste bioscoop van de stad. Het pand was tot voor kort een politiebureau, voordat de gendarme verhuisde naar de Tolsteegsingel en het pand leeg kwam te staan. Degene die verantwoordelijk is voor het LHC zoals we het nu kennen is Jos Stelling, en dat verklaart eigenlijk al meer dan genoeg. Stelling is praktisch de Nederlandse Scorsese. Filmmaker van beroep, maar nog veel belangrijker: liefhebber.
Die liefde voor film komt in het Louis Hartlooper Complex bijna uit de muren stromen. Alles, alles, alles is doordrongen van een bijna kinderlijke vreugde voor het kijken en maken van films, tot de naam aan toe. Louis Hartlooper zelf was een van de grootste explicateurs van de Nederlandse stille film. Tijdens vertoningen stond hij naast het scherm, en vertelde aan het publiek wat er gebeurde. Hartlooper zelf overleed in 1922, maar ter nagedachtenis wordt elke film in het LHC voorafgegaan door een korte introductie van de explicateur.
Gele sfeer
De bioscoop heeft vier filmzalen, maar ook drie cafés, en die combinatie is veelzeggend voor de sfeer van het theater. Anke Nicolai, van de afdeling Publiciteit & Evenementen: 'We willen een gemoedelijke ruimte bieden, waar mensen film kunnen kijken, elkaar kunnen ontmoeten, maar ook een boek kunnen lezen, of een kop thee kunnen drinken. Een huiskamersfeer, zeg maar.'
Hartlooper stond tijdens vertoningen naast het scherm, en vertelde aan het publiek wat er gebeurde
Elke zondag wordt er op ‘tijdloze zondag’ een klassieker op 35 MM vertoond, en elk jaar staat het LHC in dienst van festivals als het Holland Animation Film Festival, het Latin American Film Festival, het Movies That Matter Film Festival, en natuurlijk het Nederlands Film Festival. Daarnaast worden speciale vertoningen georganiseerd, waar cast en crew bij aanwezig zijn, zijn er sneak peaks, en wordt er sinds kort Het Beeldkabinett georganiseerd, waarin Constant Hoogenbosch een rondleiding geeft door unieke filmfragmenten uit de collectie van het complex.
Toen Stelling en Co het pand wilden verbouwen tot bioscoop kwamen er stukken van de oude stadsmuur te voorschijn. In overleg met de gemeente werd besloten dat ze door mochten bouwen, maar alleen als ze het oude kleurenschema van het pand zouden handhaven. Mosterdgeel met bruin. Een statige, kalme kleur. Uitnodigend, maar niet populistisch; intelligent, zonder pretentieus te zijn. Ze hadden zelf niets beters kunnen kiezen.
Vanaf vrijdag 4 oktober kon je al naar de bioscoop met de Cinevillepas in de drie Utrechtse theaters 't Hoogt, Springhaver en Louis Hartlooper Complex. Het totale aantal theaters binnen Cineville staat daarmee op 22. Voor draaitijden in Utrecht klik je hier.