Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Achtergrond

Introducing... de batshitcrazy Hitoshi Matsumoto

De in Europa nog relatief onbekende Japanse regisseur Hitoshi Matsumoto heeft tot nu toe drie speelfilms gemaakt, waarbij elke film ook nog eens een ander genre verkende. Luuk van Huët laat zien hoe Matsumoto's werk zich verhoudt tot andere Japanse films en geeft meteen een introductielesje in Japanse cinema. Symbol staat nu op Vitamine Cineville.

Kaiju

In Big Man Japan (2007), het debuut van Hitoshi Matsumoto, speelt Matsumoto zelf een nogal sukkelig figuur genaamd Masaru Daisato, een man die in quasidocumentaire-stijl gevolgd wordt door een filmploeg. Het is eerst onduidelijk waarom hij wordt gefilmd, totdat blijkt dat Daisato bij de Japanse overheid in dienst is als monstervechter. Elke keer als een gigantisch wezen Japan onveilig maakt, wordt Daisato onder stroom gezet en groeit hij uit tot een kolos van dertig meter die met behulp van een knuppel een bizarre stoet monsters te lijf gaat. Tussen de gevechten door leren we dat Daisato moeite heeft om de prestaties van zijn vader en grootvader, beide gelauwerde monstermeppers, te evenaren. Daarnaast is Daisato gescheiden en mag hij zijn dochter maar twee keer per jaar zien. De gortdroge toon van de film toont de tragiek van Daisato's bestaan en versterkt tevens de humor in de absurde vechtscènes. In de rol van de stoïcijnse, kneuterige protagonist toont Matsumoto dat hij niet bang is om zichzelf voor de meerdere eer en glorie van zijn film voor lul te zetten.

Big Man Japan is een variatie op het Kaiju-genre: de monsterfilm. De originele Godfather of Monsters is natuurlijk Godzilla, die in 1954 voor het eerst dood en verderf zaaide in Tokio. Intussen zijn er al meer dan 28 officiële films gemaakt waarin Godzilla verschijnt: meestal als kwaadaardige bedreiging die met een nieuw exotisch wapen gestopt moet worden, maar soms als beschermer van Japan tegen buitenaardse of bovennatuurlijke gevaren. Totdat computergegenereerde special effects geavanceerd genoeg waren om Godzilla in volle glorie te tonen, werd er gebruik gemaakt van een acteur in een speciaal pak en miniatuursets gemaakt van onder andere karton en spaanplaat.

De meest recente film waarin Godzilla rondstampt is Godzilla: Final Wars, uitgebracht in 2004 om een halve eeuw radioactieve dood en verderf te vieren. In 2014 krijgen we een Amerikaanse reboot van de hand van Gareth Edwards voorgeschoteld, die in ieder geval met Monsters heeft aangetoond dat hij geen Roland Emmerich is.

De samuraifilm

Matsumoto's meest recente film is Scabbard Samurai, waarin de samurai Nomi geweld afzweert na de dood van zijn vrouw. Terwijl zelfs zijn jonge dochter hem verwijt dat hij zijn eer verkwanselt door geen harakiri te plegen, krijgt hij de opdracht het depressieve zoontje van een edelman aan het lachen te maken. Terwijl de komische acts van Nomi steeds inventiever worden en langzaam maar zeker uitgroeien tot een publieke attractie, groeien vader en dochter weer nader tot elkaar. Nomi wordt gespeeld door Takaaki Nomi, een acteur die vaker als lijdend voorwerp heeft gefungeerd in Matsumoto's oeuvre.

In 1954 werd niet alleen Godzilla voor het eerst losgelaten op de wereld, ook wist Akira Kurosawa filmgeschiedenis te schrijven met Seven Samurai. Zeven samoerai worden door een boerendorp ingehuurd om een bende bandieten te weerstaan in een epos dat 207 minuten boeit. Seven Samurai introduceerde de samuraifilm aan de wereld en was een cruciale invloed op westerns, misdaadfilms en oorlogsfilms.

Samurai lenen zich natuurlijk goed voor actie, heldendom en tragiek, maar ze zijn ook een fantastisch doelwit voor komische interpretaties zoals in Scabbard Samurai en een tijdje terug in een hilarische komedie van Kudo Kankuro over twee tijdreizende, drugsverslaafde samoerai die ook nog eens fabulously gay zijn. Dames en heren, ik stel u voor aan Yaji and Kita: The Midnight Pilgrims:

Batshit-crazy

Symbol, Matsumoto's tweede film, is een duidelijk voorbeeld van hoe Japanse films in staat zijn om tot bizarre, batshit-crazy hoogten te stijgen waarbij zelfs de meest gestoorde Hollywoodfilm saai en conventioneel wordt. Twee verhaallijnen worden geïntroduceerd in het begin van de film: een Mexicaanse luchador (worstelaar) maakt zich klaar voor een match tegen een jongere, sterkere tegenstander en een man in een pyjama wordt wakker in een witte kamer. Een heleboel cherubijntjes verschijnen en verdwijnen daarna weer in de muur: alleen hun porseleinen piemeltjes zijn nog zichtbaar. De man (gespeeld door, jawel, Hitoshi Matsumoto) ontdekt dat het aanraken van de piemeltjes een effect heeft op de kamer en probeert zodoende te ontdekken hoe hij kan ontsnappen. Als je denkt dat alleen katholieke priesters geïnteresseerd zijn in cherubijnenpiemeltjes, zal Symbol je op andere gedachten brengen.

Een ander voorbeeld van hoe compleet gestoord Japanse films kunnen zijn, is Nobuhiko Obayashi's lijpe horrorfilm House uit 1977. En last but not least, Survive Style 5+ van Gen Sekiguchi. Misschien wat minder gestoord, met vijf plotlijnen verhaallijnen die door elkaar zigzaggen, maar het resultaat is fenomenaal. Met Tadanobu Asano uit Zaitoichi, Mongol en Thor en mijn favoriete rol van Vinnie Jones.

Gerelateerde films

Big Man Japan

Een superheld tegen wil en dank moet Japan verdedigen tegen uit de kluiten gewassen monsters.

Scabbard Samurai

Krijger wordt komiek, met een verbazingwekkende parade van uitvoerige practical jokes ten gevolg.

Symbol

Existentiële slapstick van de Japanse cultkomiek Hitoshi Matsumoto.