Behalve dan dat moment waarop hij smeekt om naar huis te mogen, en er achter hem een morsige lama langsloopt die verveeld en net iets te lang in de camera staart. Die lama, die herinner je je nog. En de hitte. En de geluiden - de krekels, het riet, de giechelende meisjes in de verte, het onophoudelijke gezoem. In je haar ruik je nog net een beetje 18e-eeuws zweet, kampvuur en talkpoeder.
Ja, een gevoel overbrengen kan de Argentijnse filmmaker Lucrecia Martel wel. ‘The elusive poet of Latin-American cinema’ leek na haar laatste bejubelde film - La mujer sin cabeza - negen jaar lang van de aardbodem verdwenen. Maar nu is ze terug met Zama, een broeierige verfilming van de gelijknamige historische roman van Antonio di Benedetto, waarin we met een hopeloos wachtende, steeds meer paranoïde wordende dienaar van de Spaanse koning vastzitten in de exotische binnenwateren van Paraguay, in 1790.
Als je écht een alternatief verhaal wil vertellen moet je eerst de realiteit in twijfel te trekken
Don Diego de Zama is niet het soort personage dat Martel normaal gesproken ten tonele voert. In haar debuutfilm La ciénaga (2001), maar ook in La niña santa (2004) en La mujer sin cabeza richtte ze zich op sterke spirituele vrouwen, gevoed door Martels eigen gedrevenheid en de sprookjes van haar grootmoeder. Zama speelt zich niet alleen af tegen de achtergrond van een koloniale geschiedenis waarvan de details voor de meesten onbekend zijn, maar heeft in de luie Zama ook een mannelijke hoofdpersoon waar we maar moeilijk van kunnen houden. Zama is een totale loser, een lapzwans die maar wat rondhangt, achter de vrouwen aanzit en niet weet hoe hij moet overleven. Zijn aftakeling is een lome, maffe koortsdroom, maar wel eentje waarin Martel zich thuis voelt. Ze liet er haar favoriete thema's op los: het occulte, eenzaamheid, ongelijkheid en de natuur. En wat Kafkaeske humor, al pakte die lama zijn moment helemaal zelf, dat stond niet in het script.
Martel las het boek van Antonio di Benedetto toen ze net een ander filmproject had afgekapt: ‘Omdat ik zó gefrustreerd was kon ik me makkelijk met Zama identificeren. Maar ik vond vooral de schrijfstijl interessant. Voor mij zit inhoud meestal in de taal, niet in wat er verteld wordt. In het boek gebeurt relatief weinig, maar ik wilde kijken of ik dat gevoel dat het boek bij me had opgeroepen, ook op beeld kon overbrengen. Anders dan ze dat bijvoorbeeld in Hollywood doen.’
Je houdt ervan om je tegen Hollywood af te zetten. Waar zit het verschil tussen een blockbuster en jouw werk?
‘Blockbusters en Netflix gebruiken verhaalstructuren die corresponderen met onze cultuur. Het feit dat de meeste Oscarfilms door mannen worden geregisseerd, bijvoorbeeld, komt voort uit het feit dat ze voorrecht overál vooraan staan. Hun films bevestigden dat, door ‘het andere’, zoals vrouwen en zwarte mensen, buiten te sluiten. Neem Christopher Nolan. Dat is een geweldige verhalenverteller, die toch hetzelfde hegemoniale systeem toepast. Hij gooit het een beetje om met flashbacks en zo, maar de basis is hetzelfde. Als je écht een alternatief verhaal wil vertellen, moet je eerst de realiteit in twijfel te trekken. Heel voorzichtig, want het is makkelijk om te proberen iets te veranderen en uiteindelijk toch precies hetzelfde te doen. Het klinkt allemaal super intellectueel maar het is eigenlijk net zo intellectueel als Hollywood, alleen op een andere manier.’
Toch lijken er ook in de Amerikaanse filmindustrie dingen te veranderen.
‘Hollywood is ook een soort anachronisme, want het is niet meer wat het vroeger was. Maar dat komt alleen omdat mensen zich vervelen. Ze zien al eeuwen dezelfde dingen. Het feit dat we nu inzien hoe scheef dat is, heeft misschien niet eens te maken met politieke standpunten of volwassenwording, maar met verveling. Mensen mobiliseren zich uit verveling veel sneller dan uit onrecht. Het lijkt of Netflix radicaal nieuwe dingen doet, maar eigenlijk zie ik, afgezien van het feit dat ze goed gebruik maken van sociale netwerken en community building, niet zoveel nieuws. Ik vind het héérlijk om series te bashen omdat iedereen er zo verliefd op is.’
Dat moment dat je inziet dat het leven nergens op slaat, dat vind ik super beangstigend
Welke filmmakers vind jij zelf dan goed?
‘Oh, zoveel! Eigenlijk iedereen die de realiteit niet klakkeloos bevestigt. Almodovar bijvoorbeeld, maar ook Apitchatpong, en Bergman. Nolan niet nee, haha, ondanks dat hij super getalenteerd is. David Lynch is interessant. Ik denk dat hij in Amerika alleen getolereerd wordt omdat mensen denken dat hij een freak is, en ze hem zo kunnen categoriseren. Hij zit in het hokje van de weirdos.’