‘In de jaren 80 werkte ik als journalist en berichtte ik over conflicten en oorlogen over de hele wereld. Hierdoor heb ik anders leren kijken naar onrecht in verschillende landen, en heb ik ontdekt dat het belangrijke verhalen zijn om door te vertellen.’
‘Onze democratie is kwetsbaar, en de waarden die we vandaag in onze moderne samenleving hebben, maken veranderingen door. Nu heeft sociale media een sterke invloed op hoe we dingen zien. We geloven dat de democratie voor zichzelf zorgt, maar dat is niet zo. Ze staat constant onder druk.’
Waarom The Final Days, en niet een film over zijn hele leven?
‘Ik heb naast het maken van mijn films ook aan mijn PhD gewerkt. Ik deed projectonderzoeken naar andere manieren van verhalen vertellen. Ik kwam erachter dat het veel interessanter is om je te focussen op een momentopname. Ik creëer een afstand tot het verhaal door in te zoomen op een specifieke gebeurtenis. Als kijker blijf je daardoor nieuwsgieriger en meer betrokken. Door één klein ding te laten zien, krijg je altijd reacties als: ‘Wow, dit voelt anders’. Hetzelfde geldt voor The King’s Choice en Utøya 22. juli – beide zijn een momentopname. Het is niet nodig om het hele verhaal te weten, als je het probleem maar laat zien en daaromheen bouwt.’
Hoe zit het met de historische nauwkeurigheid, omdat het expliciet over Quislings laatste dagen gaat?
‘Ik ben zo eerlijk mogelijk geweest tegenover het publiek en ik heb gezegd dat deze film waarheidsgetrouw is gemaakt. In deze en mijn vorige films heb ik jaren geïnvesteerd. Ik heb mensen ontmoet, archiefmateriaal gezocht, onderzoek gedaan.’
‘Films van tegenwoordig hebben een krachtige reactie: mensen kijken iets en geloven dan meteen dat het zo is gebeurd. Als filmmaker moet je daarom je verantwoordelijkheid nemen. Je kan natuurlijk flauwe musicals maken, en ik sta daar helemaal achter – maar als het gaat om een waargebeurd verhaal, dan moet je je focussen op ieder detail, hulp inschakelen van historici, ervaringen opdoen. Quisling - The Final Days staat daarom héél dicht bij de waarheid.’
Ik vind dat je extremisme vanuit elke hoek kan bestrijden, dus ook van binnenuit
Waarom überhaupt een film over Quisling?
‘Met de opkomst van rechts-extremisme raakte ik geprikkeld. Ik zag het gebeuren in verschillende landen die ik bezocht. Het heeft te maken met de vluchtelingencrisis, maar ook met andere kwesties – en het leek alsof de extremisten allemaal in één keer verschenen. De leiders van die landen werden ook steeds extremer in hun handelingen, en de landen anti-democratischer. Daarom wilde ik me verdiepen in de kwetsbaarheid van de democratie.’
‘Ik had al jaren geleden het idee om een film te maken over Quisling, omdat er zoveel mensen en groepen zijn die hem beschouwen als een held. In Hongarije, Italië, Spanje: ik zag Quislings naam vaak opduiken. Als kind leerden we: Quisling is een monster, hij is een slechterik, niets meer. Er valt niets meer over die kerel te weten. Dus waarom zou je hem een stem willen geven? Het beste is om hem het zwijgen op te leggen. Maar daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat je extremisme vanuit elke hoek kan bestrijden, dus ook van binnenuit. We moeten leren over hun denkwijze, en Quisling was daarom perfect om me in te verdiepen.’
‘In 2003 begon ik al met onderzoek doen: ik sprak mensen die hem kenden, mensen uit de regering en zelfs een paar die Quisling bewaakten in de gevangenis. Al meer dan 20 jaar ben ik op zoek naar de sleutel tot het verhaal van Vidkun Quisling.’
In de film volg je zijn laatste dagen door de ogen van pastoor Olsen, een ziel in tweestrijd, die door Quisling heen prikt.
‘Tijdens mijn onderzoek naar Quisling werd ik gecontacteerd door een gezin. Ze wilden me heel graag spreken – via via hadden ze gehoord over mijn werk. Ze waren familie van de pastoor en hadden een dagboek waarin de pastoor schreef over zijn tijd met Quisling. Ik sloeg ‘m open, en tegelijkertijd opende er een hele nieuwe wereld.’
‘Het was eerst moeilijk te ontcijferen wat er in het dagboek stond, maar ik kreeg hulp van een paar priesters en mensen van de faculteit Theologie van de Universiteit van Oslo. Het was een intieme vertelling over de relatie tussen de priester en Quisling. In de besloten, koude en compacte gevangeniscel waar de pastoor ‘m bezocht, stelde Quisling zich open. Ik denk dat we nooit zullen weten wat er rondzweeft in de hoofden van Poetin, Trump, Orbán of Netanyahu – maar in dit geval is er een persoonlijke bekentenis en kan je in Quislings hoofd kruipen.’
Over monsters valt niets boeiends te leren
Ik voelde soms ook medelijden voor Quisling, waardoor ik me niet alleen oncomfortabel maar betrapt voelde: hij is een monster, dit mag ik niet voelen.
‘Over monsters valt niets boeiends te leren. Waar wel iets over te leren is, is hoe zij omgaan met andere mensen. In landen als Frankrijk, Spanje en Italië is hij een van de beroemdste verraders ooit. Dat komt doordat hij zo ideologisch overtuigd was. Goud, geld of fortuin lieten hem koud. Quisling werd alleen gedreven door zijn ideologie. En dat zijn de gevaarlijksten – want die zijn het moeilijkst te verslaan.’
‘En dan heb je ook nog het grootste probleem: hij was nog gevaarlijker omdat hij niet gek was. Hij moest langs psychiaters en telkens kreeg hij hetzelfde resultaat, dat er niks mis met hem was. Dat maakte het mysterie nog groter. Hij toonde empathie voor iedereen om hem heen: onbekenden, tegenstanders, de bewakers in de gevangenis.’
‘Ik besloot iets riskants te doen door het publiek de cel in te brengen en samen met de priester over Quisling te laten leren. Zoals je ziet begint Olsen zich steeds meer open te stellen en begint hij Quisling zelfs te begrijpen. Hij kan zijn daden bijna verdedigen, zo erg heeft Quisling hem geraakt met zijn woorden.’
‘Je leeft mee met Quisling. Hij lijkt gewoon een gedreven man, maar wel zachtaardig. Tot je op een gegeven moment alles voelt kraken. Het is allemaal een leugen, een verzinsel. Dat maakt Quisling zo speciaal. Ik moest hem ook humaniseren, want hij was nou eenmaal een mens. We hoeven niet bang te zijn voor monsters, als ze bestaan dan bestaan ze. Waar we wel bang voor moeten zijn, zijn de gewone mensen die radicaliseren, die extremisten worden – en die bevinden zich onder ons.’
Het is een verhaal over Vidkun Quisling in 1945, maar het gaat ook over de gekken van vandaag
Er zit veel rood en groen in de film. Is daar nog een speciale reden voor?
‘Ja, Ja, we hadden ook gewoon hetzelfde bleekmiddel-achtige kleurenpalet kunnen gebruiken dat bijna alle films over de oorlog gebruiken. Maar ik wilde het verhaal en jouw interpretatie versterken, verbeteren en alledaags maken. Het is een verhaal over Vidkun Quisling in 1945, maar het gaat ook over de gekken van vandaag.’
‘De kleur groen is geweldig om te gebruiken in films. Onze perceptie van groen is dat het een ziekelijke kleur is, het maakt je misselijk, het geeft een gevoel van disharmonie. Dat zit ook in de muziek. Alles moet voelen als een ziekte. En rood staat dan weer voor een bloedbad, voor oorlog, een einde.’
Wat wilde je met deze film precies zeggen over de gekken van vandaag?
‘Hoogstwaarschijnlijk zeggen acht op de tien filmmakers, kunstenaars, schrijvers, dat er geen boodschap in hun werken zit. Dat willen ze dan gewoon niet vertellen. Ik vind het prima. Maar bij mij zit er altijd een boodschap achter een film.’
‘Wat ik met mijn film wil zeggen is: blijf onthouden, terugblikken en leren over dit soort momenten uit de geschiedenis. Ik wil het van de daken schreeuwen: ‘Hé mensen! We moeten nu echt opstaan! Onze moderne democratie is in gevaar!’. Als je het bespreekt en ziet hoe kwetsbaar het is, dan weet je onder welke druk we staan. En nu vooral, met die fucking gekke kerel Donald Trump, wat hij allemaal kan doen – wat hij kan flikken. Dus dat is mijn uitdaging, en het is een uitdaging die nog nooit zo groot is geweest.’