Interview

‘Voor ons is fictie niet een droomwereld, maar een overdrijving van de werkelijkheid.’ De Dardennes over Le jeune Ahmed

Met Le jeune Ahmed kiezen Luc en Jean-Pierre Dardenne opnieuw voor een sociaal-realistisch onderwerp: de radicalisering van een jonge Belgische moslim. Hoe vertellen ze dit keer hun waarheid?

Ouders die zo arm zijn dat ze hun kind moeten verkopen, uitgebuite vluchtelingen zonder verblijfsvergunning of de zoveelste onopgeloste moord op een anoniem meisje: de films van Jean-Pierre en Luc Dardenne leggen treffend de vinger op de zere plekken van de Belgische samenleving. Een paar maanden na de door IS opgeëiste terroristische aanslagen in en rond Brussel in 2016, kondigden ze hun nieuwste film aan: Le jeune Ahmed, over een dertienjarige jongen die plots radicaliseert en dan tot de meest verschrikkelijke daden in staat blijkt te zijn. Met dit onderwerp raken de Dardennes niet zozeer een zere plek als wel een gapende wond.

Tip van Erik

Le jeune Ahmed

In de nieuwe film van de regisseurs Jean-Pierre en Luc Dardenne (Deux jours, Une nuit; Le gamin au velo), worstelt de 13-jarige Ahmed met de idealen van zijn geloof en de verleidingen van het leven.

 

Ahmed lijkt op het eerste gezicht een brave pre-puber. Hij speelt op zijn Playstation en komt met goede cijfers van school. Maar de laatste tijd is hij steeds vaker bij de imam van de moskee om de hoek te vinden. Er is iets veranderd. Ahmed voelt zich opeens niet meer thuis in het België waarin hij opgroeit, hij wil naar Syrië om daar net als zijn gesneuvelde neef deel te nemen aan de jihad. Maar eerst, predikt de imam, moet Ahmed zich richten op de afvalligen om hem heen. Plots vindt Ahmed zijn moeder een alcoholist, zijn zus een slet en moet zijn juf dood.  

Op het moment dat Ahmed omslaat begint de film pas echt. Is er een manier om tot de jongen door te dringen en hem in te laten zien dat het leven zoveel meer te bieden heeft dan de dood? De Dardennes richten zich vooral op de stappen die gezet worden door Ahmeds omgeving om een bloedbad tegen te gaan. 

Ik spreek de regisseurs/broers in een hotellobby aan de Amsterdamse grachten. Jean-Pierre (1951) laat nog even op zich wachten, terwijl Luc (1954) grapt dat zijn broer vast weer verdwaald is in het gebouw. ‘Hij wordt al oud!’ Het is een uitzonderlijk warme dag, maar de Dardennes leven tijdens hun zoveelste perstour in een wereld van zoemende airco’s en glazen flessen bronwater.  

Gelukkig zijn we het vaak met elkaar eens

‘Heb je het niet te koud? De airco zit hier, ik doe hem wel wat zachter,’ zegt de net gearriveerde Jean-Pierre, die mijn rood bezweette hoofd duidelijk aanziet voor een teken van zenuwen in plaats van oververhitting. En daarna: ‘Wacht even hoor, deze lamp zit me enorm in de weg, ik zet hem even daar neer.’ Regisseren doet hij duidelijk ook als de camera niet draait.

Net als de meeste films van de Dardennes, speelt ook Le jeune Ahmed zich af onder de rook van Luik, de plek waar de broers zelf opgroeiden. Ondanks dat hun eigen leven inmiddels in schril contrast staat met de grauwe industrie, armoede en gespannen sociale verhoudingen van hun geboortegrond, worden de filmmakers geprezen om het realisme in hun zelfgeschreven verhalen. Zo wonnen ze na twee keer de Gouden Palm dit jaar opnieuw een prijs op het filmfestival van Cannes, voor beste regie. 

Omdat de aankondiging van Le jeune Ahmed in de nasleep van de terroristische aanslagen in Brussel plaatsvond, werd de connectie tussen de inhoud van de film en de actualiteit snel gelegd. Laten jullie je daardoor leiden?

Luc: ‘Laat ik vooropstellen dat we fictiefilms maken die realistisch zijn. Het begint allemaal met een personage, iemand die je bij wijze van spreken op straat tegen zou kunnen komen. Dat realistische element is belangrijk voor ons, maar we maken ook gebruik van onze artistieke vrijheid om een situatie naar onze hand te zetten. Le jeune Ahmed is fictie en dat betekent binnen onze filosofie niet zozeer een droomwereld, maar juist een overdrijving van de werkelijkheid.’  

‘Als we het verhaal in grote lijnen hebben uitgedacht begin ik met schrijven. Dan hang ik uren met mijn broer aan te telefoon en discussiëren we over ieder detail. Gelukkig zijn we het vaak met elkaar eens. Ook doen we veel research naar de realiteit waar ons fictieve personage elementen uit leent.’

Jeugdigheid impliceert de mogelijkheid dat een kind nog een heel ander mens kan worden

Wat moet ik me voorstellen bij die research? Ik neem aan dat het voor jullie moeilijk is om een dagje mee te lopen met een Syriëganger.

Jean-Pierre: ‘Er waren drie thema’s waar we te weinig vanaf wisten: het islamitische geloof, jeugddetentiecentra en het proces van radicalisering onder islamitische jongeren in België.’

‘We hebben de Koran gelezen, ons verdiept in verschillende stromingen binnen de islam en mensen gesproken die deze verschillende stromingen belijden. De groep moslims waar Ahmed toebehoort, de geradicaliseerde soennieten, was voor ons inderdaad moeilijk te bereiken. Uiteindelijk hebben we veel gepraat met een wijkagent uit het Brusselse Molenbeek. Hij is zelf praktiserend moslim en heeft de omwenteling in het gedrag van geradicaliseerde jongeren een aantal keer van dichtbij meegemaakt. Uiteindelijk hebben die gesprekken, in combinatie met het bekijken van threads en posts op blogs, ervoor gezorgd dat we een geïnformeerd beeld konden neerzetten.’ 

‘Dat Ahmed opgenomen wordt in een jeugddetentiecentrum geeft wel weg dat we hier niet een-op-een met de realiteit te maken hebben. In België komt het zelden voor dat zulke jonge kinderen radicaliseren, en als ze zo jong zijn worden ze vrijwel nooit in zo'n zware instelling opgenomen.’

Hij is pas dertien. Waarom zo jong? 

Luc: ‘Zijn leeftijd is een manier om de paradox van jeugdigheid te laten zien. Enerzijds is een kind natuurlijk super onschuldig. Aan de andere kant impliceert die jeugdigheid ook de mogelijkheid dat een kind nog een heel ander mens kan worden. De tijd waarin iemand zijn eigen stem vindt moet nog komen. Ahmed kan nog aan de radicalisering ontsnappen, juist omdat hij zo jong is, maar tegelijkertijd is hij makkelijk over te halen om dingen te doen die de rest van zijn leven zullen bepalen.’

Is er een reden dat jullie juist deze paradox centraal hebben gesteld? 

Jean-Pierre: ‘Als kind krijg je strikte regels aangeleerd: dit is goed en dit is fout. Naarmate je ouder wordt leer je dat de wereld niet zo rigide in elkaar zit, maar Ahmed zit nog in de fase dat hij alle regels die hij opgelegd krijgt voor waar aanneemt zonder er op te kunnen reflecteren. En juist dat idee van puurheid, dat als je ouder wordt steeds meer wordt ondermijnd, is terug te horen in fundamentalistische godsdienstige regels, en in populistisch nationalisme. ‘Weg met alle buitenlanders’ of juist *‘*weg met alle ongelovigen’. Beide uitersten streven eenzelfde soort ‘zuiverheid’ na: ze proberen de wereld te ontdoen van wat zij als het kwaad beschouwen. Zo makkelijk is dat natuurlijk niet, en die naïviteit wilden we symboliseren met een kind als hoofdpersoon.’

De samenleving kan zelf agressieve denkbeelden smoren met pacifisme

Luc: ‘Daarnaast wilden we ook de nadruk leggen op hoe voor Ahmed, ondanks de verheerlijking van de dood, het leven uiteindelijk de meeste autoriteit heeft. Juist omdat hij nog zo veel te ontdekken heeft is het leven voor hem aantrekkelijk. Er zijn veel mensen die van hem houden, die de hoop nog niet hebben opgegeven. We zouden willen dat dat geluid wat meer naar voren kwam als het gaat om de verharding van de samenleving. Want er wordt vaak aan voorbijgegaan dat het merendeel van de Belgen zich helemaal niet kan vinden in die ideologieën van uitsluiting. We wilden laten zien dat het, wat ons betreft, allemaal niet zo zwart-wit is, en hoe de samenleving zelf zulke agressieve denkbeelden kan smoren met pacifisme.’ 

Betekent dat dan ook dat jullie een specifiek publiek voor ogen hebben? Mensen die zich wel kunnen vinden de zulke ideologieën of juist mensen die op zoek zijn naar verzoening?

Jean-Pierre: ‘Als we een film maken hebben we nooit een specifieke doelgroep voor ogen. We vertellen het verhaal altijd vanuit ons eigen perspectief. We vinden dan ook dat we ons niet altijd hoeven te verantwoorden aan de realiteit, ook al wordt dat wel vaak van ons gevraagd. Er zullen altijd mensen zijn die zich niet op hun gemak voelen bij onze films, maar we nodigen desondanks iedereen uit om voor even mee te gaan in de realiteit die wij gecreëerd hebben.’ 

Maan Meelker

Ik heb een zwak voor films uit het magische uur. Wankelmoedig, nieuwsgierig of vastberaden het schemerdonker tegemoet. Niet wetende hoe lang de nacht zal duren.

Gerelateerde films

Deux jours, une nuit

Opnieuw een ijzersterke film van de gebroeders Dardenne (Le gamin au vélo, L'enfant).

Tip van Erik

Le jeune Ahmed

‘Komt het goed met Ahmed? Was de wereld maar zo simpel.’