Het is Lara’s (Corinne Harfouch) zestigste verjaardag en ze heeft genoeg van het leven. Haar zoon Viktor (Tom Shilling) is inmiddels succesvol concertpianist dankzij Lara’s tijgermoederinstincten, maar door diezelfde keiharde controledrift wil hij ook niets meer met zijn strenge moeder te maken hebben. Een gapend gat tegen de muur van haar appartement herinnert aan de piano die er ooit stond: Viktor is het huis ontvlucht en heeft zijn instrument meegenomen.
Film met Fien
De tragiek van de tijgermoeder in Lara

Met haar veel te strenge pianolessen heeft Lara (uit de film Lara) haar zoon compleet van zich vervreemd. Fien vindt het maar tragisch, en denkt terug aan haar eigen relaxte drumleraar (die alles behalve zoals Lara was).

Lara
Een genuanceerd verhaal over een veeleisende moeder en haar zoon, een concertpianist.
Precies op het moment dat Lara een eind wil maken aan haar bestaan (in scène één, geen zorgen, geen spoiler), gaat de bel. De politie. Of ze getuige wil zijn van een huiszoeking bij de buren. Daar staat toevallig nog wél een piano. Pijnlijk. Een van de agenten vraagt, nadat zijn werk er gedaan is, of ‘ie even mag pingelen. Lara kijkt woedend toe. Een tragische, hakkelende versie van het pianolied-der-pianoliederen, Für Elise, volgt (Beethoven heeft zich ongetwijfeld nog nooit zó snel omgedraaid in zijn graf) en Lara kan het allemaal nog maar nét verdragen. En haar dag begon al zo ellendig!
Lara is meedogenloos naar zichzelf en naar de rest van de wereld, dat blijkt al snel. De vraag is echter: waarom? En aan wie probeert ze, met al die strengheid, iets te bewijzen?

Als de totale control freak die ze is, gaat Lara naar de concertzaal waar haar zoon diezelfde avond zijn belangrijke concert zal spelen en koopt onmiddellijk de laatste tweeëntwintig kaartjes op, zodat het concert uitverkocht is – dat blijkt een belangrijke hint. Haar tocht door Berlijn om de kaartjes uit te delen wordt bijna een strooptocht, en stukje bij beetje begin je te begrijpen waarom Lara is zoals ze is. Regisseur Jan Ole Gerster doet langzaam en met groot gevoel voor tragikomedie uit de doeken waarom Lara, gekleed als een Duitse Anna Wintour (mét sigaret, want dat mag gewoon nog in Duitse films) woest voortbeent door de straten van de stad.
Tijgermoeders zien hun kind niet als mens, maar als project
Ik zat vroeger op drumles, daar dacht ik aan toen ik Lara keek. Ik dacht: wow, ik had echt geluk dat ik een relaxte docent had. Een grappige vent en extreem goede drummer, maar eentje die het muziekmaken godzijdank niet zag als een zaak van leven of dood. Ik weet nog dat ik Whiplash keek (wat mij betreft echt een film from hell) en dacht: Peter (zo heet ‘ie) was echt een engel! Ik zou hem eens een kerstkaart moeten sturen!
Ik vermoed dat iedereen die ooit pianoles heeft gehad, iets soortgelijks voelt bij Lara. Tijgermoeders zien hun kind niet als mens, maar als project. Er valt altijd wel wat te schaven en het is nooit af. Arme Lara: ze is nooit tevreden. En arme Viktor. Met één subtiele opmerking van zijn moeder stort het fragiele zelfvertrouwen dat hij, eindelijk van haar losgebroken, heeft weten op te bouwen, onmiddellijk in elkaar.
Lara heeft macht, en dat weet ze. Ze weet het alleen niet helemaal op een juiste manier in te zetten. Het is één en al ellende in Lara: mensen die elkaar niet begrijpen, mensen die elkaar nooit begrepen hebben, mensen die zichzelf niet eens begrijpen. Gelukkig is die tragiek met veel levendigheid en humor in beeld gebracht. Het onvermogen van de tijgermoeder kan (sorry, Lara) heel vermakelijk zijn.
Fien Veldman (1990) schrijft zowel fictie als essays. Als een film de Bechdel-test niet passeert is ‘ie waarschijnlijk niet aan haar besteed.