Het pensioen van Daniel Day-Lewis liet me niet los tijdens het kijken van Phantom Thread. Jay-Z, Ozzy Osbourne, Heintje Davids: Day-Lewis zou zich in een mooi rijtje artiesten kunnen scharen die met gevoel voor drama hun afscheid aankondigden, met afscheidstours, betraande fans en grote interviews, om twee jaar later doodleuk terug te keren. Maar goed, zoiets zou Day-Lewis niet doen, is de consensus. Day-Lewis, zo is ooit door film-illuminati besloten, is de beste acteur ter wereld. Daarnaast is hij een bloedernstige man én method actor.
Dat heeft hem de das omgedaan: knoopjes aannaaien
De filmwereld rouwt en de patiënt zelf deed weinig om de stemming te verlichten. Over het moment dat de film af was, verklaarde hij aan W Magazine: ‘And then we stopped laughing because we were both overwhelmed by a sense of sadness. (…) We didn’t realize what we had given birth to. It was hard to live with. And still is.’ Het deed me even denken aan de woorden van J. Robert Oppenheimer, vader van de atoombom, nadat hij het eerste kernwapen zag ontploffen in 1945: ‘We knew the world would not be the same. A few people laughed, a few people cried, most people were silent.’
Het blijft moeilijk te geloven dat juist déze rol Day-Lewis over het randje naar Tafeltje Dekje heeft geduwd. Voor My Left Foot liet hij zich de hele draaiperiode rondrijden in een rolstoel, voor In the Name of the Father sliep hij in een verlaten gevangenis, en de overlevering wil dat hij zich niet douchte gedurende de opnamen van The Crucible. Ik denk dan met name: wat vervelend voor je collega’s. Je wint er misschien wel Oscars mee, maar ik verwacht niet dat er meer in zit dan een afscheidsborreltje bij de koffie-automaat.
De voorbereiding van Day-Lewis op het leven van couturier Reynolds Woodock in Phantom Thread leek me niet noodzakelijk een lijdensweg. Woodcock gedraagt zich als een verwend prinsje, wiens mojo al verstoord raakt door het geluid van toast die wordt besmeerd. Zijn zus moedigt het gekwelde kunstenaarsgedrag aan, want wie zich zó gekweld gedraagt is vast een echte kunstenaar. De orde wordt verstoord door zijn nieuwe muze Alma (Vicky Krieps), een serene, mystieke vrouw die weigert zich aan de kant te laten schuiven. Alma moet het in de film nogal ontgelden, en dus actrice Vicky Krieps ook: ze vertelde in een interview dat Day-Lewis haar voor de opnames van de film niet aan wilde kijken. Ook ging hij voor de rol maandenlang in de leer bij Marc Happel, kostuumontwerper bij het New York City Ballet. Hij naaide honderden knoopjes aan. Dat heeft hem de das omgedaan: knoopjes aannaaien.
Misschien dat praten over method acting de meest effectieve pr-methode ooit is
Dus terwijl ik Phantom Thread keek dacht ik: was dat het waard? Zien we die naaikunsten nou echt terug op het scherm, of is het toch vooral de mythe rondom method acting die een romantische waas voor filmminnende ogen tovert? Anthony Hopkins heeft, toen hij de rol van Alfred Hitchcock op zich nam in 2012, prachtige interviews gegeven waarin hij Day-Lewis’ zo gecultiveerde method acting afschiet: ‘Ik leer gewoon mijn tekst en kom naar de set.’ Je kunt dat zien als opscheppen van Hopkins, zoals die irritante mensen deden op je middelbare school, die een 9 haalden voor een SO topografie en zeiden dat ze helemaal niet hadden geleerd. Maar ik zie het als een olijke ontmanteling.
Misschien dat praten over method acting de meest effectieve pr-methode ooit is. Misschien was de rol van Reynolds Woodcock de kroon op het werk, de vervolmaking van de rol van getergde kunstenaar die Day-Lewis in interviews altijd al speelde. Dát werk verdient straks bij de Oscars, naast zijn werk op het witte doek, een lifetime achievement award.