Ik mag van geluk spreken dat ik de pijnloze variant van oogmigraine lijk te hebben, waardoor ik ook kan genieten van de schoonheid van de glinsterende vlek. Het is lastig uit te leggen hoe het er precies uitziet, maar het heeft iets weg van een kaleidoscoop, of digitale foto’s met glitches. Die vervorming van het licht, die gebrekkigheid in de waarneming, daar zit iets moois in, vind ik. Dat het in mijn eigen oog (of in mijn hoofd, eigenlijk) plaatsvindt maakt de ervaring des te unieker.
Toen de vlek was verdwenen ben ik naar de film Marjorie Prime gegaan. Ik dacht dat dat toepasselijk zou zijn. De film gaat namelijk over mensen die een intelligent hologram van een overleden dierbare in huis nemen. Het is een vorm van slimme technologie die kan helpen bij het rouwproces. Door ertegen te spreken vult het algoritme zich met herinneringen en leert het daarvan, waardoor het hologram een steeds realistischere weergave wordt van de persoon die er niet meer is.
De technologie lost niet elk tekort op, het grootste probleem ben ik nog altijd zelf
Één van de hologrammen is de overleden echtgenoot van een dementerende vrouw. In mooie dialogen waarin ze samen herinneringen ophalen, ontstaat een wrange tegenstelling: terwijl de geest van de vrouw achteruit gaat, leert het algoritme van haar verhalen, en gaat hij juist vooruit. Het doet pijn als de dementerende vrouw zich dat realiseert.
Maar de film laat ook duidelijk overeenkomsten tussen de mens en het hologram zien: beiden zijn ze niets zonder een ander. Ze hebben allebei de herinneringen en verhalen van een ander nodig om zichzelf te kunnen begrijpen. Andere mensen zijn op de lange termijn ook gewoon beelden in je hoofd, zegt een hologram. Op die manier werd er ook een verband gelegd met film zelf. Wat zijn wij, hologrammen, mensen, films, méér dan een glinsterende vlek in andermans aftakelende brein? Dat vond ik een mooie gedachte, maar het maakte me ook verdrietig.
Het hologram biedt troost, zegt de film. De rouw is onverbiddelijk, maar de technologie kan helpen. De toekomst komt er toch wel aan, zegt iemand, we kunnen ‘m beter te vriend houden.
Maar ik weet niet of ik dat optimisme deel. De technologie lost niet elk tekort op, het grootste probleem ben ik nog altijd zelf. Het hologram biedt misschien troost, maar ik weet nu al dat ik er te lang en te veel naar zal kijken, net zo lang tot de vlekken mij beperken om het goed te kunnen zien.