Toen de Amerikanen naar de stembus gingen voor de midterms, zat ik in de bioscoop te kijken naar Loro, de nieuwe film van Paolo Sorrentino, over Silvio Berlusconi. Ik vond dat toepasselijk. Gelijkenissen tussen Trump en Berlusconi te over, en ik hoopte dat de film mij precies die avond een ontmaskering van dat soort figuren zou laten zien.
Buurman in de Bios
Waarom de schaamteloosheid van Silvio Berlusconi niet om te lachen is

Peter ging naar Loro in de hoop dat hij een ontmaskering van een tiran zou zien. Maar de film velt een ander soort oordeel.

Loro
Regisseur Paolo Sorrentino en acteur Toni Servillo (La grande bellezza) tackelen het leven van zonnekoning Silvio Berlusconi.
Maar als ik van tevoren de recensies van Loro had gelezen, had ik al kunnen weten dat ik daarvoor misschien niet bij de juiste film zat. In thuisland Italië werd de film onder andere ‘scheef en disharmonieus’ genoemd, ‘een kruising tussen farce en tederheid’, en (misschien een beetje een pleonasme) ‘een pornofilm zonder moreel oordeel’.
Die kritiek richt zich vooral op de eindeloze scènes van feesten waar ontblote jonge vrouwen dansen voor de ogen van oude mannen. De eerste helft van Loro portretteert vooral die kant van Berlusconi en zijn enclave, en lijkt inderdaad ontdaan van elk oordeel of politieke context. Je moet maar net weten dat Berlusconi vervolgd is voor seks met minderjarige, anders zou je haast nog denken dat het enige probleem met die feesten op het scherm is dat ze ordinair en smakeloos zijn.
Hoewel ik de film grappig vond, leek dat me ook precies het probleem van dit soort figuren: dat je om ze lacht
In de zaal hoorde ik mensen lachen om Sorrentino’s versie van Berlusconi, zijn schaamteloosheid en zijn brutale directheid. Ik kon me ook niet aan de indruk onttrekken dat een paar jongens een rij achter me het allemaal wel vet vonden, zo’n feest in een villa op Sardinië. Daarom kon ik de Italiaanse kritiek wel begrijpen. Hoewel ik de film ontegenzeggelijk grappig vond, leek het me ook precies het probleem van dit soort figuren. Dat je om ze lacht, en daardoor steeds vergeet wat voor schade ze werkelijk aanrichten.
Maar om eerlijk te zijn weet ik ook niet precies hoe zo’n moreel oordeel er in een film dan uit zou moeten zien. En het is ook niet zo dat Loro helemaal geen oordeel velt. De herkomst van het geld waarop Berlusconi zijn imperium en eigenwaarde heeft gebouwd wordt bijvoorbeeld wél in twijfel getrokken. En als de zeventigjarige politicus tevergeefs een twintigjarige studente in bed probeert te praten, vertelt ze hem dat zijn adem ruikt zoals die van haar opa. In ieder geval verzet Sorrentino zich in interviews tegen de kritiek op Loro. Hij vindt dat zijn publiek slim genoeg is om zelf te oordelen.
Hoewel types als Berlusconi en Trump voor mij juist voorbeelden zijn van het feit dat het oordelingsvermogen van de mens niet altijd te vertrouwen is, heeft Sorrentino ook een punt. De bioscoop is misschien niet een plek om naartoe te gaan voor antwoorden. Je bent daar, net als buiten de bioscoop, aangewezen op je eigen oordeel. Alles wat je krijgt zijn beelden op een scherm.
En soms spreken die beelden voor zich. Aan het begin scharrelt een rat ’s nachts door Rome. Het diertje rent onverwachts de straat op, waardoor de bestuurder van een vuilniswagen moet uitwijken. De wagen wordt door de onverwachte wending gelanceerd en landt op Forum Romanum, om daar vervolgens te ontploffen. Het vuilnis regent op de ruïnes van het oude Rome.
Als hij niet in de film zit, is columnist Peter Buurman redacteur bij De Speld, maakt hij podcasts en schrijft hij verhalen. Hij houdt van films over het bovennatuurlijke (Villeneuve, Lynch, Miyazaki) en juist het diep menselijke (Herzog, Von Trier). Voor Cineville schrijft ’ie om de twee weken over films die hem in de war brengen.