‘Truth is stranger than fiction,’ klinkt de stem van een directeur van National Geographic halverwege Jane, een documentaire met lang verloren beschouwde beelden van de jonge jaren van bioloog Jane Goodall. ‘And fiction can be transformed into prophecy.’
De eerste helft van dat citaat komt van de schrijver Mark Twain, de tweede helft heeft de directeur denk ik zelf verzonnen. Het citaat wordt vaak opgerakeld omdat het mooi klinkt, maar in dit geval snap ik wel waar hij het vandaan haalt. Wat betreft de fictie doelt hij op de verhalen van Edgar Rice Burroughs over Tarzan en Jane, waarin een jonge vrouw haar comfortabele bestaan in Engeland opgeeft voor een leven tussen de apen. Wat betreft de werkelijkheid doelt hij op Jane Goodall.
Ik dacht altijd dat ik Jane Goodall al kende. Dat is die vrouw van de chimpansees, dacht ik dan, en dan dacht ik al gauw weer aan wat anders. Maar dat is het probleem met mij: ik denk vaak dat ik dingen al weet, en juist daarom heb ik geen idee waar ik het over heb. Zonder het ooit hardop uit te spreken was Jane Goodall in mijn hoofd een soort Timothy Treadwell uit de Werner Herzog-documentaire Grizzly Man geworden, een gek die in alle romantische naïviteit denkt dat hij kan samenleven met gevaarlijke dieren. Maar chimpansees zijn geen grizzlyberen, weet ik nu, en ik vind het beschamend dat ik haar een gek heb gevonden. Ze is hooguit naïef, maar dan op een bewonderenswaardige manier.
Ik denk vaak dat ik dingen al weet, en juist daarom heb ik geen idee waar ik het over heb
Er valt ontzettend veel te vertellen over Jane. De documentaire probeert dat ook allemaal te doen. Jane is een ongeschoolde jonge vrouw in de jaren zestig die door vakgenoten pas serieus genomen wordt als een man van National Geographic haar onderzoek vastlegt in een reportage. Jane is een baanbrekende wetenschapper, ze laat zien dat chimpansees werktuigen gebruiken, dat het dieren met karakters en emoties zijn, dat ze niet zo anders zijn dan mensen. Jane is een activist, ze vraagt aandacht voor de hachelijke situatie van de apen en de rol van de mens daarin. Jane is een publiek figuur. Jane is een dochter. Jane is een echtgenote. Jane is een moeder. Alles bij elkaar is het een soms moeilijk te volgen, maar toch vooral ontzaglijk geheel.
Ik had dat niet verwacht op basis van het eerste half uur, dat voornamelijk bestaat uit Jane die over een beekje springt, Jane die een boom aanraakt, Jane die door een verrekijker kijkt. Allemaal met een verlegen glimlachje, alsof ze nooit helemaal kan verbergen dat ze weet dat ze gefilmd wordt.
Volgens mij is dat een trucje van regisseur Brett Morgen. Hij laat je even geloven in de fictieve Jane, de weerloze Britse dame die valt voor de wildernis. Om je vervolgens te laten zien dat de werkelijkheid in dit geval helemaal niet vreemder is dan de fictie, maar gewoon een veel beter verhaal.