De minuten voor ik een bioscoopzaal in stap zijn vaak leeg, ik denk aan niets. Voorafgaand aan een film probeer ik zo min mogelijk te weten. Ik wil geen trailers zien, ik speur geen fora af naar gelekt materiaal. Ik wil niet meedoen aan de hype, ik wil wachten tot een film er is en er dan gewoon naartoe gaan.
Ik houd mezelf voor dat dat de eerlijkste manier is. Ik vind dat ik films alleen eerlijk kan bekijken als ik niet vooringenomen ben door promotiemateriaal dat hoofdzakelijk bedoeld is om mensen naar de bioscoop te krijgen. Ik voel me soms net iets te goed over mezelf als ik merk dat ik dat écht vind: ik doe het voor de films, en niets anders.
Vanaf Blade Runner wist ik dat ik van sci-fi hield. Iets aan die dystopische toekomst vond ik aantrekkelijk
Maar die weerstand tegen de hype is niet alleen snobisme, het is ook een vorm van zelfbescherming. Zeker in de huidige trend om oude films nieuw leven in te blazen. Te vaak heb ik bij die films het gevoel dat ze alleen nostalgische gevoelens bedienen, en hoewel dat best voor een leuke middag kan zorgen voelt het toch ook altijd een beetje leeg. Je hebt niets nieuws beleefd, je hebt herinneringen opgehaald. En in die zin kan de hype bedrieglijk zijn: je verheugt je op iets dat je al hebt meegemaakt.
Dus toen ik voor Blade Runner 2049 in de rij stond dacht ik niet aan niets, maar aan zelfbescherming. Ik voelde verheuging borrelen en probeerde die te temperen. Hoewel ik in 1982 nog geboren moest worden, heeft het een belangrijke rol gespeeld in mijn liefde voor films. Vanaf Blade Runner wist ik dat ik van sci-fi hield. Iets aan die dystopische toekomst vond ik aantrekkelijk. Het beeld van een vliegende auto die begeleid door synthesizers over een donkere stad vol smog vliegt heeft me nooit meer losgelaten.
In die paar minuten dat ik in de rij stond was ik daarom ook bang. Bang dat de film er genoegen mee zou nemen mij gewoon een vliegende auto met synthesizers te laten zien. Het zou een truc zijn en ik zou erin trappen. Gedurende de film zou ik denken dat ik het geweldig vond, en pas een paar dagen later, als ik deze column zou schrijven, zou ik me realiseren dat ik eigenlijk bedrogen was, dat ik nostalgisch had zitten zwelgen in een film van zakenmannen die de film alleen hadden gemaakt omdat ze wisten dat ik toch wel zou komen.
Maar dat is niet het geval. Blade Runner 2049 kent het verleden, en er zit daadwerkelijk een vliegende auto met synthesizermuziek in, maar het vertelt vooral een nieuw verhaal. In een scène kijkt de hoofdpersoon in de ruïnes van Las Vegas naar een hologram van Elvis. De techniek hapert en het hologram verspringt als een vastlopend computerprogramma over het podium. Die scène liet mij nòg meer van sci-fi houden. Voor mij zei het iets als: we kunnen het spektakel van vroeger niet blijven herhalen. Het is tijd voor iets nieuws.