Zondagavond keek ik met een vriendin naar Zomergasten. Rosanne Hertzberger, de Zomergast, liet een video zien van orthodoxe joden, waarna presentator Jeanine Abbring de vraag stelde hoe Hertzberger zelf kijkt naar het joodse geloof. Rosanne wilde dat duidelijk voor zichzelf houden, maar mijn vriendin was verontwaardigd. ‘Daar kun je toch gewoon antwoord op geven?!’, lachte ze. In mij knapte er iets. Moet je als gelovige altijd verantwoording afleggen?
Pas als je kunt bewijzen dat je net zo intellectueel bent als de ondervragende atheïst, ben je cool
Ik heb het net als de meeste gelovigen vaak over religie, ook als ik het eigenlijk niet wil. Als mensen weten dat je ‘nog in een middeleeuws opperwezen’ of andere spirituele macht gelooft, dan is er eigenlijk geen weg terug, en zal je moeten uitleggen hoe het zit. Dat is niet erg, al betekent het dat je immer onderhevig bent aan een oordeel. Ik vraag nooit waarom iemand níet gelooft, maar als gelovige dien ik ten alle tijden een argumentatielijst bij de hand te hebben. Pas als je kunt bewijzen dat je net zo intellectueel bent als de ondervragende atheïst, ben je cool.
Wat ik tot mijn eigen verbazing daarom een verfrissende film vind, is Nocturama. Een groep jongeren pleegt daarin terreuraanslagen in Parijs. De witte, rijke jongen uit de groep is geestelijk ziek, terwijl de getinte jongen natuurlijk naar ‘het paradijs’ wil. Maar verder weten we eigenlijk niets over de groep: wat hen verbindt, wat ze hebben meegemaakt, wat hun motieven zijn. Wat we weten is dat ze hun bommen droppen waar het gevoelig is, dat ze een reactie van buitenstaanders uitlokken, maar zelf vooral in hun binnenwereld, een warenhuis, schuilen.
De buitenwereld is hen een reactie verschuldigd, niet andersom. De buitenwereld moet schrikken en overdonderd worden door de intelligente, ideologische visie van de terroristen. Zodra ze terugpraat, beginnen de jongeren weer te schieten. In plaats van je verhaal geduldig te verdedigen, kun je net als Rosanne Hertzberger en de terroristen zelf dus eigenlijk beter zeggen: ‘Ik heb geen waarom, ik weet het niet. Ik doe het gewoon.’ En het ze zelf maar laten uitzoeken.