Met de nieuwe Cineville-campagne vieren we 15 jaar Cineville en 15 jaar filmherinneringen. Regisseur Robbert Doelwijt Jr. gaf zijn eigen draai aan ons jubileum: in de campagnevideo – gedraaid in Trianon in Leiden – zien we een meisje een vrouw worden in drie filmtheater-momenten. We spraken Robbert (zelf ‘100% Cineviller’) over zijn inspiraties en het maakproces, en over de bioscoopervaringen die hem voor altijd bijbleven.
Hey Robbert! Kan je ons eerst vertellen wat je idee was voor de campagne?
‘Eén van de eerste dingen waar ik aan dacht toen ik hoorde dat het om een jubileumcampagne ging, een soort viering, was community. De ervaring van de Cineviller staat centraal – naast de liefde voor film, natuurlijk. Want wat ik zelf zo mooi vind aan Cineville, is dat het voelt als een club. Die stoeltjespins die jullie hebben bijvoorbeeld, die zie ik als een soort scout pins, een padvindersclub van filmliefhebbers. De Cineviller is al vijftien jaar onderdeel van het verhaal van Cineville. De Cineviller groeit al vijftien jaar mee.’
Hoe vertaalde die visie zich vervolgens naar een filmidee?
‘Ik hou van wereldjes bouwen, dus ik had eerst een idee gepitcht om een filmtheater te bouwen op een set, in een studio. Die set wilde ik dan met digitale schermen verlengen en volzetten met tastbare elementen. Dat idee was voor deze campagne natuurlijk veel te groot, en te duur, haha. Maar één van de scènes die ik had bedacht vormde de aanleiding voor wat het nu is geworden: een scène bij de entree van de zaal, het beeld van een rij mensen wiens pasjes worden gescand. Terwijl ze binnenkomen zie je dat ze allemaal dezelfde persoon zijn, een soort klonen.’
‘Dat idee van verschillende versies van jezelf, daar werd ik steeds enthousiaster over. Als Cineviller ga je zó vaak naar de bioscoop, en bij al die bezoeken ben je weer iemand anders en vormt de ervaring je ook weer. Ik wilde al die filmbezoeken, al die ervaringen, in één ruimte te zetten. Een spel met de tijd. Gekoppeld met de focus op de emotionele ervaring van het naar de film gaan kwamen we op de campagne zoals hij nu staat. Veel simpeler, maar met dezelfde gelaagdheid.’
Ik vond het een mooi idee om al die filmbezoeken, al die ervaringen, in één ruimte te zetten
Tijdens het wachten ziet een meisjein de bioscoop de oudere versie van zichzelf staan.
‘Precies. Je ziet haar leven, eigenlijk, een leven in de foyer van een filmtheater. Ze groeit op tot een oma met een kleinkind. A life at the movies.’
Is dat ook waarom je hebt gedraaid op 35mm? Je campagne speelt in het nu, maar 35mm is een techniek van ‘toen’.
‘Ja, ik hou van oude technieken, van filmmaken op grote formats en die dan ook op grote formats presenteren. Ik ben niet zo van het digitale, hoewel ik ook gewoon digitale camera's gebruik. Ik voel zelf veel voor die nostalgische sfeer van celluloid en projectie, en die nostalgie is óók onderdeel van deze campagne. De sfeer is net zo belangrijk als de onderwerpen. Ik heb veel inspiratie gehaald uit Y2K, de vroege jaren 2000, mijn eigen tienerjaren. De originele serie van Sex and the City, bijvoorbeeld, die volledig op film is geschoten. En mijn DOP, Tjerk Muilwijk, is ook fan van draaien op film. We wilden iets maken dat echt als cinema zou voelen. Dat mensen zich zouden afvragen of ze zitten te kijken naar een trailer voor een echte film.’
We wilden iets maken dat echt als cinema zou voelen
Had je weleens eerder op 35mm gedraaid?
‘Nee. Ik heb zelf een Super8 camera waar ik wat dingen mee heb gedaan, en ik heb een aantal jaar geleden iets gemaakt op 16mm. Maar dit was de eerste keer op 35mm. Het was heel bijzonder. Ik hou van goede voorbereiding en maak altijd een soort video-storyboards vooraf. Ik moet goed uitdenken wat ik voor me zie. Als je op film draait word je daar eigenlijk toe gedwongen, omdat je filmrol niet oneindig is. Je moet veel keuzes vooraf maken. Dat werkte goed voor mij. En het beeld is heel mooi, je voelt door de grote resolutie echt die korrel.’
Wat is er overgebleven van het idee om een heel filmtheater na te bouwen?
‘In het vormgeven van een eigen wereld vind ik het leuk om verschillende tijden te combineren, om zo die nostalgische sfeer op te wekken maar ook een frisse, gestileerde uitstraling te behouden. Zoals ik al zei zit veel van dat gevoel in de esthetiek van Y2K, maar ik voel het ook bij de jaren tachtig en de jaren zestig. Het mixen van tijden zit onder andere in de styling. Het meisje dat de hoofdrol speelt, Kymora Henar, loopt in baggy jeans met een leren eighties jasje. De posters aan de muur zijn geïnspireerd op culty genreposters uit de jonge jaren van film, met de hand geschilderd door mijn vader, Robbert Doelwijt Sr., met typografische vormgeving van Jan Jasper van Oord, de art director. Al die details hebben een tijdloos en tegelijkertijd nostalgisch effect.’
Meerdere tijden, en dus ook meerdere generaties van hetzelfde personage. Dat moet een interessante casting zijn geweest.
‘Ik wist dat we een meisje van rond de achttien nodig hadden, en een vrouw van mid dertig, en dan een oudere vrouw van zestig plus. Je hebt maar dertig seconden, dus het was belangrijk dat ze écht op elkaar leken. Ik begon met de oudere vrouw en dacht meteen aan Manoushka Zeegelaar Breeveld. Ik heb eerder met haar gewerkt voor een muziekvideo en altijd al een filmproject met haar willen doen – nu nóg meer, trouwens. Manoushka had ooit een project gedaan met mijn zus Charissa, en ik vond dat die twee op elkaar leken. Dus dat was eigenlijk meteen duidelijk. Omdat het nogal veel dames waren heb ik ervoor gekozen om het kleinkind te laten spelen door mijn neefje Aiden, de zoon van Charissa. Toen had ik drie van de vier hoofdrolspelers. Ik moest alleen nog een jonger meisje vinden dat zowel op Manoushka als op Charissa leek. Dat was nog best lastig. Instagram, rondvragen, het kwam niet echt samen. Op een gegeven moment was ik met mijn broertje op een jazz-event in A'DAM Toren. Daar stond iemand en ik dacht: volgens mij is dit haar. Dat was Kymora Henar. Ik mijn broertje aanstoten: ‘Hey, vind je niet dat zij op Charissa lijkt?’ Hij: ‘Ja!’ Moed verzameld, want dit was het gewoon, en toen bleek ze te acteren én vond ze het ook nog leuk om te doen! We hebben veel geluk gehad.’
Alle andere mensen die in de film zitten, zijn eigenlijk gewoon van straat geplukt
‘Voor de figuranten zijn we gaan street casten: wandelen in de Kinkerstraat, op mensen afstappen, kijken naar regulars die vaker op dezelfde plekjes zitten. Er zit bijvoorbeeld een man in de video die de krant leest. Ik zag hem altijd tijdens mijn buurtwandeling met een krantje bij de Coffee Company zitten. Zijn uitstraling is heel stoer en hij heeft op een natuurlijke manier een hele eigen stijl. Voor dit project durfde ik op hem af te stappen en in de film vervult hij dus dezelfde rol. En alle andere mensen die in de film zitten, zijn eigenlijk gewoon van straat geplukt.’
Je bent zelf ook Cineviller, toch?
‘Ja, honderd procent. Film is altijd heel belangrijk voor me geweest. Ik heb wel pas sinds 2019 een Cinevillepas, want ik woonde eerst in Amsterdam-Zuidoost en daar was heel lang geen filmtheater. Nu wel trouwens, de Bijlmerbios, supervet. Look how far we've come.’
Hoe vaak ga je naar de film?
‘De afgelopen zes maanden héél veel, ook om inspiratie op de doen voor deze campagne en voor een korte film die ik aan het schrijven ben. Zeker twee keer in de week, soms drie.’
Heb je je nog door specifieke makers of films laten inspireren voor deze shoot?
‘We waren geïnspireerd door Carol van Todd Haynes. Ik vind dat voyeuristische heel erg mooi. En door de fotografie van Saul Leiter, die heeft dat ook. Eén van de films die ik altijd bij me draag is Wong Kar-wai's In the Mood for Love. Het grootste compliment wat ik kreeg op de draaidag was van Rosan (Hoofd Design bij Cineville, red.), die zei dat ze de sfeer van die film voelde op de set. Heel nice.’
Ik voel me in het filmtheater altijd heel creatief
Zijn er nog meer films of makers die je voor altijd bij je draagt?
‘Oké, dit is een lastige, omdat er zoveel vervelende mensen zijn die hem tof vinden, maar als maker is Christopher Nolan wel echt iemand waar ik naar opkijk. Die bouwt altijd eigen werelden. Ik zag laatst de behind-the-scenes van Oppenheimer, hoe ze dat stadje helemaal opnieuw hebben opgebouwd. Eén van de bijzondere dingen aan film vind ik dat het vastlegt wat je voor de camera maakt. Ja, we creëren fictieve scènes, maar er zit toch een soort magie in. Het is ergens wel echt gebeurd, voor die camera, voor die persoon die je ziet. Diegene heeft echt tranen gelaten, echt gelachen. Dat gebeurde, om vastgelegd te kunnen worden. Bij Nolan voel ik dat vaak, en eigenlijk meer bij zijn behind-the-scenes dan de films zelf. Die zijn daarom soms haast nog indrukwekkender.’
‘Verder hou ik erg van Yasujirô Ozo, en van Hayao Miyazaki. Ik ben drie keer naar The Boy and the Heron geweest. Die trailer raakte me al zó erg, ik dacht echt ‘wow, wat gaat die fílm dan met me doen?’ De manier waarop Miyazaki muziek gebruikt, de sound design. En dat surrealistische, terwijl je wel iets echts vertelt. Daar ben ik als maker ook naar op zoek. Het brengt veel verwondering teweeg.’
Heb je zelf Cineville-related herinneringen die voor altijd bij je blijven?
‘Cineville ervaar ik voornamelijk in mijn eentje. Als ik naar de film ga, zit ik best wel in mijn hoofd en participeer ik niet echt met wat er om me heen gebeurt. Maar het bijzondere aan Cineville vind ik dat je ondanks die individualistische ervaringen, toch het gevoel hebt dat je ergens bijhoort. Ik luister dan graag mee met de nerdy gesprekken in de rij voor de 70mm-vertoning van 2001: A Space Oddysey in Eye, of het geklets van een groep vrienden op de stoelen achter me die samen hun eigen Cineville-ritueel hebben. Ik vind het magisch: ik ben op mezelf, maar geniet toch mee met anderen, als spectator. En ik ben ook vaak aan het nadenken over mijn leven, over de projecten waar ik mee bezig ben. Ik voel me in het filmtheater altijd heel creatief.’
Behind the scenes foto's: Robbert Doelwijt Jr. Portret van de maker: Sophie Engels
Lauren is naast haar werk voor Cineville ook programmeur bij Imagine Film Festival en neemt overal haar stokoude camera mee naar toe. Ze houdt van heksen, muziekdocumentaires en alles dat larger than life is, en heeft een geheim keldertje vol B-horror.