
Shirley
- Regie
- Josephine Decker
- Met
- Elisabeth Moss, Michael Stuhlbarg
- Duur
- 107 min.
- Jaar
- 2020
- Taal
- Engels
‘In het fascinerende universum van horror-auteur Shirley Jackson zit het duister in onszelf én iedereen om ons heen’
Elisabeth Moss speelt Shirley Jackson, de beroemde horrorschrijver die inspiratie vindt in de komst van twee nieuwe huisgenoten.
Wie nachtmerries wil, moet bij Shirley Jackson zijn. Vanaf de jaren 50 kroop de horrorschrijfster, nu vooral bekend van Netflix-serie The Haunting of Hill House, in de hoofden van complete generaties.
In biopic Shirley heeft Jackson (Elizabeth Moss) Hill House nog niet geschreven. Ze schrijft überhaupt weinig: ze heeft pleinvrees, een alcoholverslaving en een writer's block. Iedere ochtend moet ze door haar man Stanley (Michael Stuhlbarg) uit bed gesleurd worden. Maar dan vindt Shirley een muze in Rosie, de vrouw van Stanleys nieuwe assistent. Terwijl de mannen druk zijn met zichzelf, storten de vrouwen zich op elkaar: Shirley op zoek naar inspiratie, Rosie naar iets spannenders dan een huisvrouwenbestaan.
‘Mag je een fictieve biopic maken en zomaar met iemands leven aan de haal gaan? Regisseur Josephine Decker (Madeline’s Madeline) deed het gewoon. Ze maakte een film over het leven van horror-auteur Shirley Jackson, gespeeld door Elisabeth Moss, maar verzon de helft erbij. Welke helft waar is? Doet dat ertoe? In Shirley zien we hoe Jackson en haar echtgenoot, professor Stanley Hyman, in de jaren vijftig een jong koppel uitnodigen om bij ze in te trekken. In eerste instantie lijkt de komst van deze Rosie en Fred een frisse afwisseling in hun zware, literaire bestaan. Maar hoe dieper de film ingaat op Jacksons zielenroerselen en hoe meer we verzeild raken in haar grenzeloze fantasie, hoe vreemder de verhouding tussen de vier wordt en hoe meer loopjes met de werkelijkheid Decker lijkt te nemen. In Jacksons beroemdste werk, het gruwelijke korte verhaal The Lottery (hier te lezen), zit de horror in onszelf, en ook in deze gedurfde 'anti-biopic' is dát de waarheid. Oh oh.’