Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

rating votes

Mon Oncle

Regie
Jacques Tati
Met
Jacques Tati, Adrienne Servanti, Jean-Pierre Zola
Duur
110 min.
Jaar
1957

Monsieur Hulot levert een hilarisch gevecht met de vooruitgang, met shots als schilderijtjes en conversaties als achtergrondgeluid. Won in 1958 een Oscar voor Beste Buitenlandse Film.

De hoofdpersoon van Mon Oncle is de werkeloze Monsieur Hulot, die in een kleurrijke, gezellige wijk van Parijs woont. Zijn neefje van school halen is zijn enige dagbesteding. Elke dag levert hij het mannetje af bij het hypermoderne huis van diens ouders, de zus en zwager van Monsieur Hulot. Het steriele huis is volgepropt met gadgets, bedoeld om belangrijk bezoek te imponeren. Voor Hulot, die niet overweg kan met de techniek en het een kille omgeving vindt, is Villa Arpel een terugkerende bron van frustratie.

Mon Oncle (1957) kreeg de Oscar voor beste buitenlandse film en de juryprijs in Cannes en werd een klassieker. Mon Oncle is de tweede film met Monsieur Hulot, een door Jacques Tati zelf vertolkt karakter dat hierna in al zijn films zal terugkeren. Hulot is met zijn regenjas, pijp en paraplu een van de bekendste komische karakters uit de filmhistorie. Ook terugkerend in zijn films is Tati's kritiek op het Westerse consumentisme en de kille vreugdeloosheid van de moderne tijd. Kenmerkend voor zijn stijl is het verbergen van grapjes in totaalshots die doen denken aan schilderijen. Opvallend is zijn gebruik van geluid, waarmee hij een extra laag details aanbrengt, die de vertoonde beelden tegenspreken of versterken.

Nu te zien

10 giorni con i suoi

Een Romeins gezin houdt een korte zomervakantie in Puglia bij de welgestelde ouders van het nieuw vriendje van hun dochter.

Tip van Cineville

2001: A Space Odyssey

‘De legendarische tijdruimtetrip van grootmeester Stanley Kubrick. To infinity, and beyond!’

Tip van Lauren

28 Years Later

‘Yes, meer boze hardloopzombies! Ook meer verderf, meer gevoel en meer op het spel – en gelukkig meer Ralph Fiennes.’