Toen ik drie weken geleden de documentaire 5 Seasons of Revolution keek van filmmaker Lina (achternaam niet bekend), leek de wereld nog een ongevoelige plek: de Armeense enclave Nagorno-Karabakh werd etnisch gezuiverd door Azerbeidzjan zonder ook maar een zucht van de mensen om me heen. De uittocht van 120 duizend Armeniërs voltrok zich in ijzige stilte, en er lijkt zelfs een landinvasie van Armenië in de Azerbeidzjaanse pijplijn te zitten. Het Europees Parlement sprak wel haar zorgen uit over de etnische zuiveringen en wilde sancties opleggen aan enkele Azerbeidzjaanse topfiguren. Maar voorlopig zijn er geen verdere maatregelen genomen.
Essays van Esha
Verslag van een eindeloze oorlog: ‘Pas op dat je schaduw niet te zien is’

Documentaire 5 Seasons of Revolution (gemaakt door journalist tegen wil en dank Lina) brengt de Syrische burgeroorlog dichtbij. Het was verschrikkelijk, en het is nog steeds verschrikkelijk. Schrijver Esha Guy Hadjadj weet niet wat ‘ie er nog meer over kan zeggen.

5 Seasons of Revolution
Videojournalist Lina filmt het Syrië om haar heen. Eerst voor de mooi, maar dan begint de opstand en is ze opeens oorlogsverslaggever.
Ondertussen is een tweede etnische zuivering aan de gang, ditmaal in Gaza. Uit de hemel boven Gaza vallen bommen en aankondigingen van het Israëlische leger om zo snel mogelijk naar het Zuidelijkste puntje van de strook de verplaatsen. Al een miljoen Gazanen zijn op de vlucht. Europese leiders staan ditmaal pal achter Israël. Sommigen vermanen voorzichtig Israël oorlogsmisdaden te voorkomen, maar het woord ‘sancties’ is nog nergens gevallen.
Europeaan zijn is medeplichtig zijn.
En dan het ongemakkelijke besef dat er altijd iemand nog onzichtbaarder is dan de ander. In dezelfde week dat Israël Gaza belegert, bombardeert de Syrische president Assad de stad Idlib. 79 duizend Syriërs op de vlucht voor Assad, maar de Nederlandse kranten hebben slechts beperkte ruimte voor nieuws uit het Midden-Oosten, en je kunt al raden aan wie ze vergeven is.
Europa keurt het geweld oogluikend toe. Van Azerbeidzjan wil ze het liefst fossiele brandstoffen blijven kopen, Assad en Israël zijn bondgenoten tegen ‘islamitisch terrorisme’. En dan heb ik het nog niet eens over het Tunesische racisme tegen zwarte migranten gehad. Europeaan zijn is medeplichtig zijn.
De moed zakt ervan in je schoenen. Ook ik heb de laatste tijd deze wereld vervloekt.
5 Seasons of Revolution is niet voor de gevoeligen onder ons: het brengt de uitzichtloosheid van de Syrische burgeroorlog dichtbij. We volgen Lina, een student uit de hogere klasse die journalistiek studeerde in Damascus toen de revolutie uitbrak. In vijf seizoenen legt ze vast hoe het land een oorlogsjournalist van haar maakte met verschillende namen, afhankelijk van de regio: Maiss, Maya, Layla en Lama. Ieder een ander schaduwleven om in conflictgebieden te kunnen opereren. We zien een van haar alter-ego’s door de kapotgeschoten straten van Homs rennen, waar het leger van Assad met rebellen vecht. De rebellen vinden kartonnen doosjes met Russische kogels in verlaten huizen. ‘Pas op dat je schaduw niet te zien is’ roept iemand terwijl ze om de hoek van een gebouw wachten tot de kust veilig is. Wanneer Maya opgepakt wordt, verandert ze terug naar de apolitieke Lina, in de hoop snel op vrije voet te staan.

Ook Lina’s vriendengroep versplintert. Bassel ontpopt zich tot een toegewijd journalist die zijn leven in de weegschaal legt om het geweld vast te leggen. Hij blijft vaak in conflictgebieden en raakt langzaam uit Lina’s zicht. Tussen de vriendinnen Rima en Susu ontstaat een ideologisch conflict die hun vriendschap dreigt te verwoesten. Rima wil zo snel mogelijk een eind aan al het bloedvergieten zien, maar Susu vindt dat maar een weeïge stellingname. Volgens haar is de enige uitweg meer gewapend verzet tegen de troepen van Assad.
In zijn dankwoord uit 2022 voor de P.C. Hooftprijs stelt Arnon Grunberg dat de literatuur maar één serieus probleem kent: de afbeelding van geweld. Dat probleem beperkt zich niet alleen tot de literatuur, maar kunnen we gerust ook aan film en fotografie toeschrijven. Het probleem is dat iedere afbeelding van geweld tegelijkertijd zijn esthetisering is. Hoe kan kunst geweld weergeven zonder het in te lijsten en als iets moois of goeds aan de muur te hangen?
Aan het einde van de vijf seizoenen is er maar één iemand van de vriendengroep nog in Damascus
Het is een vraag waar ik al mee worstel sinds mijn scriptiebegeleider me vier jaar geleden voor hetzelfde waarschuwde. Maar het is ook een vraag die zich de laatste weken blijft opdringen, als een oude vriend die ongevraagd op je bank slaapt en je een schuldgevoel aanpraat zodra je even alleen wil zijn. Mijn telefoon licht op bij het zoveelste bloedbad of ingestorte gebouw, het zoveelste bloedende kind onder een grijze laag puin. En dat zijn nog degenen die ik niet ken. Er zijn ook de foto’s en verhalen van mensen die ik wel ken, van wat hun vrienden hebben meegemaakt, of van hoe zij er nu bijliggen.
Hoe valt daarover te schrijven?
Lina laat alleen de levenden in beeld, dat is al een eerste stap. Soldaten van het Vrije Syrische Leger bijvoorbeeld, vaak deserteurs uit Assads troepen die niet op hun eigen volk wilden schieten. Ze laat de wanhoop van Susu en Rima zien wanneer er weer een vriend voor onbepaalde tijd is opgepakt. De vreugde wanneer diegene weer vrijkomt. De wanhoop, en de uittocht. Tweederde van de Syriërs raakte ontheemd door de burgeroorlog. ‘Ze zeggen dat we een wereldwijde crisis hebben veroorzaakt', horen we Lina zeggen. Aan het einde van de vijf seizoenen is er maar één iemand van de vriendengroep nog in Damascus. De rest is gevlucht of begraven.
We staan ver uit elkaar, maar we deelden kort onze frustraties
Er is geen manier voor mij om deze tekst netjes af te ronden, geen punt om naartoe te werken. In Syrië zijn ze tot de dag van vandaag aan het demonstreren en worden rebellen bestookt met Russische kogels, hetzelfde soort dat Lina tien jaar eerder in Homs aantrof.
Misschien dan toch zo: na het bombardement op het al Ahli-ziekenhuis in Gaza stortte een Egyptische kennis in elkaar. De hele wereld mocht de fik in, zei hij, niets heeft meer zin. Dezelfde kennis vierde een week ervoor openlijk de dood van duizend Israëlische ‘kolonisten’ en twee Israëlische toeristen in Egypte. Voor hem zijn ze allemaal hetzelfde.
We staan ver uit elkaar, maar we deelden kort onze frustraties. Hoe kun je nu gaan schrijven, vakanties plannen of je tanden poetsen terwijl de internationale gemeenschap de Gazanen aan hun lot overlaten? Ik begreep de wanhoop van mijn Egyptische kennis, de diepe duik in het nihilisme. Bij mij begon het alleen een week eerder.
Esha Guy Hadjadj (1994) is schrijver, vertaler en journalist. Hij schrijft onder andere voor De Groene Amsterdammer, OneWorld en de Nederlandse Boekengids. Momenteel werkt hij aan zijn debuutroman.