In de verfilming van Jerzy Kosiński’s roemruchte roman The Painted Bird volgen we Joska (Petr Kotlár), een jochie dat ten tijde van de Tweede Wereldoorlog over het Oost-Europese platteland zwerft. Hij is daar door zijn Joodse ouders ondergebracht in de hoop op een betere toekomst, maar er gebeurt het tegenovergestelde: hij belandt in handen van de ene na de andere sadist. Hij wordt gemarteld, misbruikt en tot aan zijn kop begraven in de aarde, waarna de kraaien beurtelings in z’n hoofd pikken. En dan is er nog de Holocaust, die vanuit de achtergrond steeds zichtbaarder wordt. Het jongetje maakt zoveel mee dat het bijna grotesk wordt. En het is allemaal ook nog eens waargebeurd. Toch?
Achtergrond
The Painted Bird en de kakofonie van opklappende bioscoopstoeltjes

The Painted Bird (het boek) werd omgeven door controverse. Hoe waarachtig was Jerzy Kosiński’s verhaal over een jongetje in oorlogstijd? Nu is er The Painted Bird (de film), vol prachtig camerawerk, bekende koppen en vreselijke mensen.

The Painted Bird
De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, gezien door de ogen van een joodse jongen in Oost-Europa. Naar het gelijknamige boek van Jerzy Kosiński.
In de jaren zeventig bevestigde nog ontkende Kosiński een statement van een redacteur die beweerde dat de kleine Jerzy het allemaal zelf had meegemaakt. En met dat leugentje begon de heisa: Kosiński zou het juist allemaal uit zijn duim gezogen hebben, of nee, hij zou het hebben gebaseerd op het levensverhaal van zijn vriend Roman Polanski, of erger nog, gepikt van anderen. Boze tongen beweerden dat Kosiński het boek niet eens zelf geschreven zou kúnnen hebben, omdat hij het Engels amper beheerste. In Polen werd de schrijver zo’n beetje persona non grata, vanwege de niets ontziende weergave van het gedrag van zijn landgenoten in de oorlogsjaren. Zijn reputatie ging er helemaal aan en bekenden van de schrijver weten zelfs zijn tragische zelfmoord in 1991 aan de onophoudelijke stroom van kritiek.
Desondanks werd The Painted Bird een klassieker die miljoenen lezers traumatiseerde en er af en toe een paar wist te ontroeren. Onder die laatste categorie valt de Tsjechische filmmaker Václav Marhoul, die de filmrechten wist te verwerven en zich waagde aan een ambitieuze verfilming. Tien jaar werkte hij eraan, tot de film vorig jaar in première ging op het filmfestival van Venetië. Terwijl het eveneens gewelddadige Joker er met de hoofdprijs vandoor ging, werd de vertoning van The Painted Bird vooral herinnerd als een kakofonie van opklappende bioscoopstoeltjes: meerdere bezoekers verlieten voortijdig de zaal. Dat laatste vond Marhoul helemaal geen probleem, maar over de winnaar van de Gouden Leeuw zei hij: 'Joker is a comic-book character but The Painted Bird is truthful.'
Als kijker zit je net zo vast in je bioscoopstoel als Joska in de aarde
The Painted Bird lijkt qua stijl en aanpak helemaal niet op een Hollywoodproductie, maar is daar toch ook minder ver van verwijderd dan je op basis van Marhouls statement zou denken. De hoofdrol wordt ingevuld door de nu 13-jarige Tsjechische Petr Kotlár, maar in de bijrollen zien we een hoop grote namen, onder wie Udo Kier, Barry Pepper, Stellan Skarsgård en Harvey Keitel. Geen echte Oost-Europeanen dus: zij werden allen getraind in de kunsttaal 'inter-Slavisch', ooit bedacht om communicatie tussen Slavische volkeren te vergemakkelijken én ook voor een internationale cast verdomd handig van pas kwam.
Cameraman Vladimír Smutný haalde de mosterd bij Tsjechische new wave-klassiekers als Marketa Lazarová. Ook roepen zijn beelden herinneringen op aan die van de Hongaarse filmmaker Béla Tarr (Sátántangó) en die van Elem Klimov, die met Kom en zie (Idi i smotri) die andere drie uur-durende film maakte over een rondzwervend jochie op het Oost-Europese platteland. Alexsey Kravchenko, die daarin de hoofdrol vervulde, speelt nu een rolletje in The Painted Bird. Alsof de makers leerden van Kosiński’s fouten en nu netjes citeren mét bronvermelding.
Misschien zijn massaal opklappende bioscoopstoeltjes wel te verwachten als je je als filmmaker waagt aan bronmateriaal dat zelf door controverse omgeven is. The Painted Bird laat je alle verschrikkingen uit het boek naar de letter zien, en dan is wegkijken soms makkelijker. Als kijker zit je net zo vast in je bioscoopstoel als Joska in de aarde. Het maakt van The Painted Bird een biografie noch een waarheidsgetrouwe oorlogsfilm, maar een sinister sprookje dat je naar adem doet snakken en je misschien wel het mooiste camerawerk van het jaar voorschotelt.
Christiaan Boesenach is sinds 2013 redacteur bij Cineville. Hij kijkt films op elk onbewaakt ogenblik dat hij niet met boeken bezig is (en andersom). Hij heeft A Space Odyssey 2001 keer gezien, huilt nog steeds om die scène dat E.T. bijna doodgaat en ervaart het leven sindsdien als een hele lange Béla Tarr-long take.