Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

Asmae El Moudir over The Mother of All Lies: ‘Ik zocht een verhaal waarmee ik verbeelding met werkelijkheid kon jongleren.’

De Cineville redactie

We bellen met filmmaker Asmae El Moudir, die in docu The Mother of All Lies kleine en grote familiegeheimen boven tafel krijgt. Foto’s van vroeger zijn er niet, dus vormt ze haar verhaal met poppen, maquettes en provocerende vragen. ‘Ik kijk mijn beeldmateriaal terug en zie wat er ontbreekt. Dan keer ik terug met meer vragen, meer provocaties, ik ga tot het uiterste.’

Door Esha Guy Hadjadj

Tien jaar lang liep Asmae El Moudir rond met het idee voor The Mother of All Lies, haar debuutfilm, waarmee ze gelijk in de prijzen viel op het filmfestival van Cannes, en de shortlist haalde van de Oscars. In de indrukwekkende documentaire confronteert El Moudir haar familie met een verzwegen deel van de Marokkaanse geschiedenis, via poppenhuizen en maquettes van hun wijk. Ieder familielid is ook een pop en zo spelen ze het verleden na.

The Mother of All Lies

Op buitengewone wijze reconstrueert Asmae El Moudir een pijnlijke periode uit de geschiedenis van haar geboorteland Marokko en haar familie.

Familiealbums kon El Moudir niet raadplegen, omdat haar autoritaire grootmoeder geen foto’s toestond in huis. Iedere foto die oma vond, werd verbrand of kwam bij het afval terecht. De maquettes en poppenhuizen zijn een geniale vondst, die El Moudir geweldig uitbuit. Zo kunnen haar familieleden zich toch verplaatsen in het verleden. Op een speelse, bijna onschuldige manier. Langzaamaan beweegt The Mother of All Lies naar de traumatische gebeurtenis die een gat heeft geslagen in El Moudirs familie: de broodrellen van 20 juni 1981 waarbij meer dan 600 burgers omkwamen door politiegeweld. Ieder familielid is diep getekend door deze gitzwarte dag maar is niet in staat erover te praten, uit angst dat de muren nog oren hebben. Ook daarom de maquettes. Een fantasiewereld waarin geen oren meer zijn, en iedereen vrij is om te zeggen wat op zijn hart ligt.

De Marokkaanse broodrellen van ’81 vonden plaats tijdens de regeerperiode van koning Hassan II (1960-1999). Deze periode staat bekend als de ‘jaren van lood’, vanwege het terreurbewind waarin vele demonstranten, linkse critici en activisten verdwenen, in de gevangenis belandden, of doodgemarteld werden. Kritiek stond gelijk aan verraad, en daarmee was je gelijk een staatsgevaar. Op ongelooflijk creatieve wijze weet El Moudir haar familieleden te laten vertellen over de rellen en hun lange nasleep.

Ik was niet alleen verantwoordelijk voor de film, maar ook voor mensen, familieleden zelfs

De Arabische titel van Mother of All Lies is ‘Witte leugen’. Vanwaar deze twee verschillende titels?

Asmae El Moudir: ‘Witte leugen duidt voor mij op alle kleine leugens die we elkaar thuis vertellen, zoals hoe ik tijdens de ramadan stiekem van huis ging om een foto te laten nemen. Maar door al die kleine leugens te onderzoeken bij ons thuis, stuitte ik op een nog veel groter en rampzaliger geheim dat zich buitenshuis afspeelde, een nationale doofpotaffaire [red. het bloedbad dat werd veroorzaakt tijdens de broodrellen]. Dit is wat je in het Frans La mère de tous les mensonges noemt, de moeder van alle leugens. In het Frans bestaat er niet zo’n uitdrukking als een ‘witte leugen’ dus koos ik voor een andere titel.’

Hoe kwam je op het idee om maquettes en poppenhuizen te gebruiken om het verhaal van de rellen en je familie te vertellen?

‘De maquettes waren een creatieve oplossing voor veel problemen met de film. Ik kon bijvoorbeeld niet op alle locaties filmen die ik wilde. Soms omdat we daar geen toestemming voor kregen, maar ook omdat mijn oma het fysiek niet zou volhouden. Toch wilde ik een plek voor haar waarin ze zich veilig voelde om vrijuit te spreken, zonder dat de muren meeluisterden. Met de maquettes en poppenhuizen die mijn vader maakte, kon ik dus meerdere problemen tegelijk oplossen.’

Hoe kreeg je je familie zo ver om mee te werken aan je film? Er lijken veel onderlinge spanningen te zijn.

‘Het was moeilijk om iedereen op één locatie bij elkaar te houden. Eerst filmde ik jarenlang met een kleine camera, maar nadat mijn vader de miniatuurwereld gemaakt had, hebben we ook twee maanden in een studio gefilmd. Er waren meerdere weken waarin we niet draaiden omdat er niets gebeurde, of omdat ik mijn controle over de personages verloren was en hen terug probeerde te krijgen. Ik was niet alleen verantwoordelijk voor de film, maar ook voor mensen, familieleden zelfs, die ik goed kende en mijn hele leven zal blijven zien. Het was dus belangrijk om geduldig te blijven en telkens weer sympathie te kweken. Dat menselijke aspect was essentieel.’ 

In Marokko trekt de film volle zalen, terwijl het niet eens een commerciële film is

‘Ik liet iedereen vrij om te spelen zoals ze wilden. Iedereen kon op elk moment vertrekken. Ik stelde vragen en provoceerde, maar hun reactie was aan hen. Het was soms vermoeiend, maar de mensen besloten te blijven omdat ze eindelijk konden vertellen wat er gebeurd was. Het duurde vooral erg lang voor mijn oma me toestond haar te filmen. Ik denk dat de film voor haar een manier werd om haar angst voor de camera te overwinnen.’

Heeft je oma de film gezien?

‘Ze heeft de film in Cannes gezien. Dat was een magisch moment. Ze was nog nooit in een bioscoop geweest en kwam aan op het filmfestival van Cannes, in een overvolle zaal. Ze was erg ontroerd. Er kwamen veel mensen op haar af om haar hand te schudden en haar te feliciteren maar ze begreep niks van wat ze tegen haar zeiden. Ze grapte dat ze president van Frankrijk was geworden. Voor haar was de film ook nieuws, omdat we al zoveel jaren eraan werkten en op zo’n traag tempo, dat ze haast was vergeten dat er ooit een film zou komen.’ 

‘De première in Marrakech vond ze ook geweldig. Toen we daar op het festival de Etoile d’Or wonnen, glunderde ze van alle aandacht en felicitaties. Dit keer kon ze iedereen verstaan. Het was de eerste keer in twintig jaar dat een Marokkaanse film de prijs won. In Marokko trekt de film volle zalen, terwijl het niet eens een commerciële film is! Ik denk dat m’n oma vandaag blij is dat ze heeft meegewerkt.’

De film lijkt af en toe bijna geacteerd, zo kwetsbaar en wreed stelt je familie zich op.

‘Met fictie proberen we de werkelijkheid na te bootsen, en in de werkelijkheid imiteren we fictie. Voor mij is een film geslaagd als die een verhaal weet te vertellen. Ik was erg blij met de 500 uur aan beeldmateriaal waarin ik kon zoeken naar een verhaal dat als het ware jongleert met verbeelding en werkelijkheid, fictie en non-fictie. Zonder daarbij bang te zijn dat het ongeloofwaardig zou worden, want ik wist zeker dat er een rotsvaste ‘realistische’ basis was. Je hoeft alleen maar op google te zoeken naar wat er is gebeurd in Casablanca op 20 juni 1981 en je zult alle feiten zien. Dus ik geloof niet dat mensen ook maar een seconde zullen twijfelen of het verhaal wel of niet waargebeurd is.’

Je gaat niemand helen met een film. Je kunt alleen provoceren en een reactie uitlokken

Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

‘Ik zocht naar de ambiguïteit die je met film kunt scheppen: tegelijkertijd realistisch en surrealistisch. Wat er verteld wordt is waargebeurd, maar hoe het verteld wordt kunnen we veranderen. Niemand acteerde, maar ik regisseerde wel. Ik provoceerde door vragen te stellen wanneer de camera draaide, maar ik schepte ook vertrouwen. Ik zei: ‘Hier is een plek om je uit te spreken. Hier zijn jullie beschermd door mijn kunst. Achteraf gaan we alles verwoesten en verbranden en gaan we naar huis’. Voor het soort collectieve therapie die mijn familieleden ondergingen door aan de film te werken, was het juist belangrijk om in een fantasiewereld te komen. Deze mensen moesten zich kunnen losmaken van de werkelijkheid, van wat ze meegemaakt hebben.’

Dus je ziet je film wel als een documentaire?

‘Je ziet mijn maquettes, mijn montagetechnieken, de invalshoeken van mijn camera. Ik verstop niets. Je ziet de microfoons in beeld vastgeplakt met ducttape. Dus ik ga me ook niet verstoppen achter het argument dat mijn film een faux documentaire zou zijn. Het is een echte documentaire waarin iets verteld wordt, maar over een hele lange periode. Door die periode terug te brengen naar anderhalf uur kan het overkomen alsof er mensen zijn die een scenario uitspelen. Dat was er niet. Er waren alleen momenten, na dagen en dagen, waarin ik provoceer en er iets loskomt. Ik kijk mijn beeldmateriaal terug en zie wat er ontbreekt. Dan keer ik terug met meer vragen, meer provocaties, ik ga tot het uiterste. Dat is het belangrijkst. Je gaat niemand helen met een film. Je kunt alleen provoceren en een reactie uitlokken.’ 

---

Esha Guy Hadjadj (1994) is schrijver, vertaler en journalist. Hij schrijft onder andere voor De Groene Amsterdammer, OneWorld en de Nederlandse Boekengids. Momenteel werkt hij aan zijn debuutroman.

De Cineville redactie

Gerelateerde films

The Mother of All Lies

Op buitengewone wijze reconstrueert Asmae El Moudir een pijnlijke periode uit de geschiedenis van haar geboorteland Marokko en haar familie.